Mary Dresselhuys: Volgens anderen

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Mary Dresselhuys. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Mary Dresselhuys:

Volgens anderen

Mary Dresselhuys, 1945. Foto: Frits Lemaire/MAI. Collectie TIN.

Velen uit de omgeving van Mary Dresselhuys zijn in de loop der tijd door de media gevraagd naar hun visie op Dresselhuys carrière, werkwijze en karakter. Hun blik biedt vaak een net iets andere invalshoek. Hieronder vindt u enkele veelzeggende citaten.

Volgens Elly Weller

Elly Weller zat vanaf 1936 op de Toneelschool. Vaak zag zij Mary Dresselhuys bij het Centraal Tooneel spelen:

"Het was een genot om Mary bezig te zien, met haar grote blauwe ogen en haar hoge, wat zangerige stem. Haar geestige teksten waren altijd helder en verstaanbaar tot op de laatste rij, terwijl zij de lach over zich heen liet komen. Dat deed ze toen al. Op de toneelschool waren meisjes die haar imiteerden, waardoor het woord 'Maryen' ontstond. 'Nou niet Maryen', zei Elias van Praag, onze leraar, soms. Ik weet nog heel goed welk meisje dat deed. Dan ging ze mooi rechtop staan, Mary stond ook altijd kaarsrecht, maakte niet te veel bewegingen en keek met grote ogen laconiek in het rond."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo / 2005)

Volgens Dirk Zeelenberg

We zijn tien keer samen in Zuid-Frankrijk geweest. Ik kookte voor haar of we maakten autotochtjes en gingen uit eten. We zaten er eens een maand met zijn tweeën. Al na drie dagen merkte ik dat zij het normaal begon te vinden dat ik een kopje thee voor haar zette of haar een kurkentrekker bracht. Ze commandeerde me bijna alsof ik haar bediende was, dat maakte me razend en ik ben enorm tegen haar uitgevallen. 'Ik ben je bejaardenverzorger niet', riep ik uit. Mary heeft de hele middag geen woord meer gezegd. Ik had begrip voor haar gedrag: ze kwam uit een familie met bedienden en thuis was ze Juffie gewend. Haar houding raakte me vooral zo diep omdat ik haar niet wilde behandelen als een hulpbehoevende, maar als een vriendin. Die avond heeft ze me haar excuses aangeboden, en iets dergelijks is nooit weer gebeurd.'

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo / 2005)

Volgens Ellen Vogel

"In het prille begin keek ik natuurlijk, zoals iedereen, erg tegen Mary op. Maar dat vergat ik al snel, omdat ze zo gezellig was. Mary was een trooper, iemand die alles samen met anderen deed. Lichtheid, dat is wat ik van haar geleerd heb. Hoe zwaar een rol ook is, probeer hem zo licht mogelijk te spelen. Haar hele wezen en silhouet waren on-Hollands. Ze was tenger, klein en sierlijk, haar bouw was zuidelijker dan die van de andere Nederlandse actrices. En zo was haar manier van spelen ook."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo / 2005)

Volgens Ellen Vogel

"Met Mary had je altijd pret. Vlak na de oorlog zaten we eens in een hotel en in het stuk dat we deden, speelde een stokoude actrice mee. Geen onaardige vrouw, maar het was vreselijk als je met haar op een kamer werd ingedeeld, want dat betekende dat je voor haar klaar zou moeten staan. Helpen met aankleden en zo. Mij overkwam het en ik vond dat als jonge meid natuurlijk verschrikkelijk. Mary zag mijn beteuterde gezicht en zei meteen: 'Ach nee, dat is een vergissing hoor, Ellen slaapt bij mij.' Ik kon haar wel zoenen.

Het was hartverwarmend en sportief van Mary, die ik pas een paar weken kende. Ze had nota bene een twijfelaar, niet eens een tweepersoonsbed. Ze kende een paar mensen in het Canadese leger en ze had wat chocola van hen gekregen. Ik zie me nog midden in de nacht naast Mary in bed liggen met een chocoladereep. Het einde vond ik het! Verwarming was er natuurlijk niet, en de kruiken die we van het hotel hadden gekregen liepen leeg, dolle pret."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo / 2005)

Volgens Joop van den Ende

"Zij zag in mij dat ik bezeten was van theater. Ik mag dan de naam hebben van iemand die alleen maar zijn eigen zin doordrijft, maar ik kan heel dienend zijn voor iemand met een waanzinnig talent. Bovendien was Mary een mannen-vrouw. Niet om relaties mee aan te gaan, maar ze vond het leuk om met jongere mannen te flirten. Je moest ook galant voor haar zijn. Als ik dikker werd, kreeg ik aanmerkingen, dat hoorde niet. Een man moet wel appetijtelijk zijn om naar te kijken. Dat merkte ik ook als we een tegenspeler voor haar uitkozen, die moest er goed uitzien."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo / 2005)

Volgens Jons Viruly

"Mary is bij uitstek een warm mens, die daarbij wel veel selectie toepast. Voor de mensen van wie ze houdt is ze schattig en heeft ze een diep interesse. Verder is het belangrijkste in haar leven de tuin aan de Vecht waarin onze woonboot ligt. Ze is ontzettend consciëntieus in haar vak. Wekenlang wordt er niets nagelaten om tot in elk detail een succes van de voorstelling te maken. Elk zinnetje krijgt lang aandacht voordat het uitgesproken moet worden. We hebben het stuk waarin ze nu speelt, Gouden Vijver, samen vertaald, dat wil zeggen: ik heb de proefvertaling gemaakt en zij heeft het pasklaar voor het toneel gemaakt. Mary weet heel precies wat ze wil. Daar kan een leek als ik geen komma in veranderd krijgen."

bron: Elseviers Magazine, 15 november 1980

Volgens Jenny Arean

"Ik heb vóór En nu naar bed Hooikoorts met haar gespeeld, onder regie van Jan Retèl, bij Ensemble. Ik speelde Mary's dochter. We hadden het wel eens moeilijk met haar, hoor, omdat ze dan aanbood, buiten de regie van Jan om, ons aanwijzingen te geven en dat verwarde ons zeer. Later heb ik het dar nog wel eens met haar over gehad, en dat is dan zo enig van Mary, ze heeft er om gegild en zei: 'O God, ja, zie je wel, ik ben niet geschikt om te regisseren, daar heb ik geen tact genoeg voor, ik doe het altijd verkeerd".

bron: Accent, 5 januari 1994

Volgens Jons Viruly

Mary Dresselhuys en Jons Viruly samen op vakantie in Zwitersland, 1957. Herkomst: Privécollectie.

"Mary is een pur-sang comedienne. Zij heeft 350 maal En nu naar bed gespeeld en zij heeft het iedere keer heerlijk gevonden... maar zij zou het hele toneel laten schieten als zij er het welzijn van een kind of kleinkind mee kon redden...

Wat zij wéét van het toneel - zij leest alle buitenlandse toneeltijdschriften, wat iemand vijf jaar geleden in Londen gespeeld heeft, wat er 20, 30 jaar geleden op toneel gebeurd is, zij weet het feilloos, daaraan merk je hoe het toneel haar ter harte gaat... maar dat interesse is bij lange na niet zo groot als het interesse in haar dochters of haar kleinkinderen ... of in mij ...

Vrouwen uit de geschiedenis interesseren haar misschien iets meer dan mannen - van Goethe weet zij bijvoorbeeld niets... Zij selecteert geweldig wat zij wìl weten of perse níet wil weten in de zin van: waar heb ik iets aan ... Als het alléén door de hersenen moet heeft het geen kans bij Mary, het moet bij de intuïtie binnenkomen, of bij het gevoel..."

bron: Accent, 5 januari 1994

Volgens Ko van Dijk

"Dresselhuys is de grootste comedienne die Nederland in de laatste veertig jaar heeft gekend, een vrouw die haar vak ongelooflijk goed verstaat. Zij heeft een veelzijdigheid in het comedienne-zijn... Er wordt wel gezegd dat zij in een bepaalde hoek is gedrukt - ik vind dat fout gezegd: zij is niet in een hoek gedrukt. Een comedienne beheerst het vak vanaf de klucht tot de zwaarste komedie, en in alle vormen beheerst Mary dat vak.

Zij is een grote mengeling van vaktechniek en toneel-intuïtie. Haar talent is schrikbarend groot. Maar dat allemaal bij elkaar zou het niet maken als zij niet een overmatig gevoel voor humor had. Zij is erg geëmotioneerd op haar manier - haar geëmotioneerdheid naar de lichte kant, die straalt zij op toneel uit. Vandaar dat zij ook werkelijk IEDEREEN inneemt. Daarbij ziet zij er SCHITTEREND uit, vind ik. Zij heeft alles mee om een zaal te veroveren. Zij is zo púúr vrouwelijk, zij geeft zich zoals zij is.

... Ik ben hopeloos verliefd op haar geweest... Nee, daar ging ze nooit op in, daar moest ze altijd vreselijk om làchen..."

bron: Accent, 5 januari 1994

Volgens Fons Rademakers

"Ik heb vrij veel met haar gewerkt, haar ook geregisseerd. In L'amour puni vond ik haar geweldig spelen, ik vind haar een geweldig actrice, met een perfecte timing, een gevoel voor het plaatsen van dingen. Zij is de enige actrice in Nederland die, als zij Française of Engelse was geweest, ook een succes was geworden.

Ik heb Dorp aan de rivier gemonteerd in Stockholm; ik was erg bevriend met Ingmar Bergman en wilde het dor zijn monteur laten doen. Iedereen kwam de film zien, Bergman zei: 'Wat is dat een goede actrice', hij was enorm enthousiast over haar. Zelf vond ik haar eigenlijk tamelijk theatraal in die rol. Bergman zei: 'Dat is nou het soort actrice dat wij in Zweden absoluut niet hebben', hij vond het een geweldig mens, had haar best voor een film willen hebben, maar ja, die taal..."

bron: Accent, 5 januari 1994

Volgens Josephine van Gasteren

"Zij is duizend maal geïmiteerd, óók door mij, maar het is een uniek geval - als je nu zegt: 'Wàt is Mary? ... Anderen kun je altijd nog vergelijken, maar haar kun je met niemand niemand vergelijken. Uniek. Zó consciëntieus... en een timing, daar word je gèk van. Zij komt heel kwetsbaar over - maar dat is ze niet: zij is een keiharde werker, ze weet precies wat ze wil en gaat recht op haar doel af.

Ik heb bij de Nederlandse Comedie veel met haar gewerkt: Een tik van de zon, met Louis Borèl, Caroline van Somerset Maugham, met Joan Remmelts... het is een on-grijpbaar mens - ik zal nooit ècht contact met haar krijgen - maar het is een absoluut uniek actrice."

bron: Accent, 5 januari 1994

Volgens Guus Hermus

"En als je me nou vraagt: wat is het nou dat je zo fascineert in die vrouw... Zij heeft iets sterks - het komt heel sterk over en tegelijk is het bijzonder kwetsbaar. Het heeft altijd iets van iemand die verdwaald is - en ik denk dat die tegenstelling: die kracht en die kwetsbaarheid, dat dat het zo fascinerend maakt."

"Ik heb mijn vader wel eens iets leuks over haar horen zeggen tussen de coulissen: hij zei: 'het is zo KUIS was zij doet - kuis, in de beste zin'. Ik begrijp wel wat hij bedoelde: het is eerlijk, vakbekwaam en absoluut zònder trucjes. Zij is iemand die zeer doelbewust haar eigen leven leidt - daarom maakt zij wel eens de indruk van hard te zijn - terwijl ze toch heel gevoelig is, met bepaalde dingen heel begaan, zij heeft gevoel voor andere mensen."

bron: Accent, 5 januari 1994

Volgens Paul Haenen

"Toen ik het stuk, Een bijzonder prettig vergezicht, die zomer [van 1986] schreef, woonde ik in Maarssen aan de Vecht. Mary had een woonboot in Weesp, ook aan de Vecht. Zij belde mij eind juli wel 's avonds laat op en vroeg om tekst, want de eerste repetities waren in oktober. 'Hoe ver ben je nou, ik moet tekst hebben.' Ik loog dat er een nieuwe scène klaar was. De hele nacht schreef ik door en 's ochtends fietste ik langs de Vecht naar haar toe, met de scène achter op de bagagedrager. In haar tuin las ik het dan voor. Dat is voor mij een van de leukste herinneringen aan haar.

Toen ik voorlas, was Mary al bezig met de mise-en-scène. Ze zat al helemaal in die rol, ik zag haar denken: dan doe ik dit en dan doe ik dat. Ik vond het heel romantisch, dat een vrouw die ik van jongs af aan al bewonderde, nu in haar tuin luisterde naar de tekst die ik voor haar had geschreven, en die zij op het podium zou uitspreken. Ik was weer even die kleine jongen van toen."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)

Volgens Ramses Shaffy

"Het laatste contact was vlak voor haar dood, met z'n tweeën bij haar thuis. Hele heftige avond. We voelden beiden dat het misschien de laatste keer was dat we elkaar zoude zien, wat ook zo bleek te zijn. Ik vind het wonderlijk dat ze dood is, want ze is nog zo aanwezig. Zelfs nu, alsof ze hier in de kamer is en heeft meegepraat. Ze is eventjes buiten iets gaan doen, maar kan elk ogenblik terugkomen."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)

Volgens Merel Laseur

"De waardering voor haar carrière, maakte de laatste jaren plaats voor bewondering voor het fenomeen; dik in de negentig en dan nog... vul maar in. Van deze vaak wat ongezonde belangstelling werden we tenslotte wel lichtelijk kribbig. Mamma helemaal niet, voor geen meter, maar Petra en ik wel. Wij noemden dat 'hoest'. Mensen kwamen op je af, kusten je op beide wangen, keken je aan en vroegen dan: 'Hoest met moeder?' Ook wildvreemden. In winkels, fluisterend in de tram, of juist hardop in de overvolle dames-wc van Carré: 'Hoest met Moeder?'

Maar die totale aanbidding van half Nederland voor deze reservekoningin was natuurlijk ook niet voor niks. Ik denk dat ik haar dood ervoor nodig had om me dat weer te realiseren. Toen we verlost waren van de verantwoordelijkheid en van de constante zorgen om haar, kon ik ineens erg trots zijn op al die overstelpende aandacht, op al die kolommen op de voorpagina's, op die hele dag Mamma op alle televisiezenders. We zaten aan de keukentafel met al die kranten, en ineens realiseerde ik me dat ze toch eigenlijk een wonder was geweest."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)

Volgens Merel Laseur

"De onzinnige stress die door het huis gierde als ze een paar dagen voor een première zat, dat was niet meer normaal. Ze was dan onbenaderbaar en geïrriteerd. Er viel geen land mee te bezeilen. Wij zochten dan onze toevlucht bij Juffie. Het was soms zo erg dat Jons uit huis werd gezet, die moest uit logeren of naar een hotel. En dan heb ik het nog niet over de dag na de première, als de recensies binnenkwamen. Daar was ze uiteraard zeer gevoelig voor. Ik weet nog dat ik onderaan de trap de kranten zat te lezen om te kijken of ze positief waren. Was dat niet zo, dan loog ik dat de krant er nog niet was."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)

Volgens Merel Laseur

"In de hongerwinter was mamma vindingrijk als het erom ging aan eten te komen. Ze reed op een fiets met houten banden naar Aalsmeer met het familiezilver en met prachtig antiek linnengoed. Dat ruilde ze voor eten bij Alie, een boerin. Als je op de terugweg werd aangehouden met je fietstas vol aardappels was je alles kwijt, dus het was een behoorlijk riskante onderneming. Wanneer de aldus verkregen kaas op was, poften we de korstjes op het noodkacheltje. De smaak van tulpenbollen, eveneen geroosterd, kan ik me nog precies voor de geest halen. Mijn moeder klaagde niet over deze expedities, ze noemde zichzelf altijd 'een boerentrien uit Tiel'. Mijn vader was meer iemand van luxe, die liet 's morgens een kapper komen om hem te scheren."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)

Volgens Petra Laseur

Mary Dresselhuys brengt haar toneelmemoires over het voetlicht in het Amsterdamse Nieuwe de la Martheater. Ze wordt hierbij terzijde gestaan door ceremoniemeester Paul Haenen. Dochter Petra Laseur herinnert zich:

"Merel en ik waren als de dood voor dit programma. Mamma op het toneel in een rol, daar waren we inmiddels aan gewend. Maar nu stond ze daar ineens heel onveilig als privépersoon. Bovendien kon je zoiets natuurlijk niet repeteren. Ja, er was afgesproken dat Mamma foto's mee zou nemen waar Paul op zou inzoomen met zijn vingercamera. En Carel Alphenaar was ingeschakeld voor advies, maar daar bleef het bij. Merel durfde de eerste avond niet te gaan kijken. Ik ben wel gegaan, maar ben pas op het laatste moment - toen het zaallicht al uit was - op de trap van het balkon gaan zitten. Toen het publiek na een kwartier al voor de zoveelste keer dubbel hing van het lachen, zakten mijn zenuwen. In de pauze heb ik Merel gebeld om te zeggen dat ze meteen moest komen, omdat het TOP was. Niet in het minst omdat Paul Haenen als aangever een meester was!"

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)

Volgens Petra Laseur

In 1978 ontvangt Mary Dresselhuys de Theo d'Or, een toneelprijs voor de beste vrouwelijke dragende rol, voor haar aandeel in Herfst in Riga.

Dochter Petra Laseur over deze uitreiking: "Voor de prijsuitreiking leende Mamma mijn Theo d'Or. Ze liet hem van marsepein namaken bij de banketbakker op de hoek. Tijdens haar bedankspeech verwisselde ze onopgemerkt de twee plakken. Voor de ogen van een stomverbaasd publiek brak ze haar prijs doormidden en reikte ze de helft ervan postuum uit aan Ko van Dijk. Het was haar manier om te protesteren tegen het feit dat Ko geen Louis d'Or had gekregen voor zijn rol in Herfst in Riga."

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)

Volgens Petra Laseur

"De samenwerking met Mamma was niet echt een vreugde te noemen. Na iedere voorstelling hoorde ik wat er verkeerd was. Als actrice kon ik niet veel goed doen. Ooit zei ze - toen we aan het praten waren over het fenomeen toneelfamilies - langs haar neus weg: 'Schat, je moet maar denken, talent slaat een generatie over.'

Ik weet nog goed dat ik De Kaukasische Krijtkring onder regie van Hans Croiset repeteerde. Omdat ik zo enthousiast was over die repetities vroeg Mamma of ze eens mocht komen kijken. Hans nodigde haar uit voor de generale. Na afloop heeft ze hem opgebeld om te vertellen dat ie alles om moest gooien. Hij had het stuk totaal verkeerd begrepen, zei ze. En ik kreeg natuurlijk ook de nodige telefoontjes.

Op de première voelde ik me niet lekker, heel zweverig en raar. Ik heb die voorstelling gewoon gespeeld, maar na afloop moest er wel een dokter komen. Het bleek hyperventilatie - nooit van gehoord, in die tijd. Een plastic zakje deed wonderen. 'Of ik hier wel vaker last van had?' Nee dus. Een paar dagen later dacht ik aan de opbeurende telefoontjes van Mamma. Toen ik haar later eens met dit hele verhaal confronteerde, zei ze: 'Ach God schat, wat een ónzin!' "

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)

Volgens Petra Laseur

In haar tijd bij het Centraal Toneel vroeg een fan na afloop van een voorstelling aan "'Nou, ik ga zitten en ik peuter hier een beetje aan de tekst en een beetje dáár. 'Ach', zei de man teleurgesteld, 'is dat alles. Ik hoopte dat u zou zeggen: Het is een eeuwigdurend kantwerk, waar ik aan klos en klos en klos.' "

bron: Mary Dresselhuys. De Grande Dame van het Nederlandse toneel, Tonko Dop en Hilde Scholten (Terra Lannoo 2005)