Zeur Niet! Zaal 4 - Foxtrot

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

AP Zeurniet Facebook-omslag.jpg

Route tentoonstelling Zeur Niet (ontwerp Studio Pam Studio Ingeborg Scheffers).png

Klik op onderstaande links om naar één van de zalen te gaan.

Zaal 4 - Foxtrot (1977)

Trudy Labij en Gerrie van der Klei. Foto: Rob Veen.
Plattelandsmeisje Josien verhuist naar een artiestenpension in de stad. Daar ontmoet ze het derderangs artiestenduo Jules en Lisette. Josien wordt verliefd op de homoseksuele Jules en in een poging hem jaloers te maken gaat ze naar bed met zijn vriend Paul. Ze wordt ongewenst zwanger en doet een zelfmoordpoging, maar Jules redt haar. Lisette geeft Josien tot slot het adres van een aborteur.

Foxtrot begon met veren’, beweert Annie achteraf, verwijzend naar een stapel struisveren op de zolder van John de Crane. In werkelijkheid is ze geïnspireerd door de Amerikaanse musical Cabaret, die gaat over abortus, homoseksualiteit en opkomend nazisme in een onzekere tijd. Ze wil Cabaret vertalen, maar John krijgt de rechten niet rond. Daarom besluit ze om zelf een musical over de jaren dertig te schrijven.

Foxtrot is Annies meest persoonlijke musical. Ze verwerkt haar eigen jeugdherinneringen in het verhaal. Net als haar hoofdpersonage Josien is Annie in haar jeugd verliefd geweest op een homoseksuele jongen en heeft ze een abortus ondergaan.

Foxtrot kent een moeizame repetitieperiode met veel technische problemen. Bovendien duurt de musical veel te lang. De duurste scène, met een grote showtrap en witvossen, wordt geschrapt. De kosten zijn dan al de pan uitgerezen. Met een garantiesubsidie van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk wordt Foxtrot op het nippertje van de financiële ondergang gered. Maar het wordt een artistiek hoogtepunt en is 400 keer te zien. Het Parool juicht: ‘De Nederlandse musical is volwassen geworden!’


Glans en glitter

Foxtrot speelt zich af in de jaren dertig, een tijd van oorlogsdreiging, sociale en politieke spanningen en massawerkloosheid. Maar het is ook een tijd van van veel vrolijke revue en kritisch cabaret. John de Crane pakt groots uit. Hij laat twintig witvossen uit Finland komen, bestelt in New York een glittergordijn en in Zuid-Afrika een berg struisvogelveren. Johns jeugdvriend Ger Brouwer, werkzaam op Broadway en in Hollywood, ontwerpt een scala aan hoofdtooien voor een hoedennummer (Annie: ‘zestien vrouwen in een hoedenwinkel, die ongeveer klaarkomen van extase, want dat had je in de dertiger jaren’).

De scène na de pauze opent op een groots opgezet gemaskerd bal. John is niet tevreden over de kostuums van Paul Gallis. Voor het tweede seizoen laat hij Jan Beutener alle uitdossingen opnieuw ontwerpen. Ze worden geproduceerd bij de beroemde Londense Bermans and Nathans Theatrical and Film Couturiers. Gemiddeld tweeduizend gulden per stuk, voor drie minuten musical. Annie: ‘Geen hond in de zaal had aandacht voor de pakken. Maar het was typisch voor De Crane. Hij had het ervoor over. Het moest prachtig zijn’.



Dansen op een vulkaan - De maatschappijkritiek in de voorstelling (1)

Annie herinnert zich de jaren dertig als een wufte, frivole periode met veel feesten en uitgaan. Maar ook was er grote werkloosheid en op de achtergrond voortdurende oorlogsdreiging. Die tegenstelling vertaalt ze naar Foxtrot. Waar Annies kritische teksten en Paddy’s shownummers voorheen nogal eens botsten, versterken ze in Foxtrot elkaar juist. De struisvogelveren in Paddy’s choreografie worden een symbool voor (inter)nationale struisvogelpolitiek en het verlangen naar escapisme, het ontsnappen aan de harde werkelijkheid.

In de liedteksten trekt Annie bewust vergelijkingen tussen heden en verleden. In de pauzefinale ‘Niks aan de hand’ en het slotnummer ‘De laatste dans’ maken haar personages de sprong van de jaren dertig naar de jaren zeventig. Ze geven commentaar op allerlei actuele problemen, zoals werkloosheid, armoede en vooral de dreiging van een kernoorlog. ‘Dit is geen musical geworden over de jaren dertig’, schrijft Annie in het programmaboek. ‘Het verhaaltje speelt in de jaren dertig, dat is alles’.

Over tijd - De maatschappijkritiek in de voorstelling (2)

In de jaren zeventig wordt het afbreken van zwangerschap onderwerp van hevige discussies. Vrouwen willen volledige zeggenschap over hun lichaam en dat betekent ook het recht op abortus. Er wordt veel gedemonstreerd en door heel het land worden klinieken geopend. Die worden gedoogd, al is abortus illegaal.

In 1976, als Annie haar eerste ideeën voor Foxtrot op papier zet, probeert de katholieke minister van justitie Dries van Agt de abortuskliniek Bloemenhove in Heemstede te sluiten. Als reactie daarop bezetten feministen de kliniek. Annie volgt de gebeurtenissen met argusogen. Ze vindt dat vrouwen zelf moeten kunnen beslissen. Ze verwerkt het thema in de verhaallijn van Josien. In ‘Over tijd’ klinkt de radeloosheid door van ongewenst zwangere vrouwen. Het lied eindigt met een wanhoopskreet: ‘Was er maar een kliniek!’

Pas in 1981 neemt het kabinet een nieuwe abortuswet aan, die drie jaar later van kracht wordt. Maar abortus staat tot op de dag van vandaag nog in het Wetboek van Strafrecht.

Sorry dat ik besta - De maatschappijkritiek in de voorstelling (3)

‘Willem, zou je het erg vinden om een homo te spelen?’ vraagt Annie halverwege de jaren zeventig aan Willem Nijholt. De homo-emancipatie is dan in volle gang. Willem gaat akkoord, op voorwaarde dat zijn rol geen parodie wordt.

Annie schrijft voor hem het openlijk homoseksuele personage Jules. Hij is een van de meest mondige karakters in de musical en leert Josien, die nog nooit van homoseksualiteit heeft gehoord, over het bestaan ervan. Om zijn woorden kracht bij te zetten, doet Jules iets wat nog niet eerder op het Nederlandse toneel is vertoond: hij geeft zijn vriend Paul een kus.

Die zoen ontlokt soms geschokt gefluister, geroezemoes en plagerige smakgeluiden aan het publiek. Als Willem, murw gebeukt door het commentaar, Annie vraagt of de kus er alsjeblieft uit mag, reageert zij onverbiddelijk: ‘Je moet niet zo zeuren, je doet pionierswerk!’ In ‘Sorry dat ik besta’ bezingt Jules ‘de verboden kus van Romeo en Julius’.


Willem Nijholt, alleskunner

Willem Nijholt is een van de eerste triple threats in Nederland. Zijn beheersing van zang, acteerkunst én danstechniek is uitzonderlijk. Daarbij heeft hij komisch talent en een groot charisma. Hij is het zeldzaam soort multitalent waar musicalproducenten naar smachten. John de Crane is vastbesloten om van hem zijn nieuwe ster te maken en Annie laat zich dankbaar door hem inspireren. Willem heeft ook regieambities; in Annie en Harry’s laatste musical Ping ping treedt hij op als Paddy Stones regieassistent.

Willems theatercarrière is even veelzijdig als hijzelf. Hij treedt op in cabaretvoorstellingen (bij Wim Sonneveld), heeft rollen in toneelstukken en zijn eigen theatershow. Al in 1961 speelt hij in zijn eerste musical, Irma la Douce, en ook in de jaren na de Schmidt/Bannink-musicals timmert hij flink aan de weg. In grote musicals van Joop van den Ende zoals Cabaret, Miss Saigon en Oliver! speelt hij steevast een hoofdrol. En op televisie doet hij dienst als levende legende in de musicaltalentenzoektocht Op zoek naar…


Video-interviews

Acteurs Willem Nijholt en Gerrie van der Klei, producent Gislebert Thierens en vormgever Jan Beutener blikken terug op het productie- en repetitieproces van 'Foxtrot'.


Over de bal masqué-kostuums uit Foxtrot

Producent John de Crane was niet tevreden met de oorspronkelijke kostuums van de bal masquéscene in 'Foxtrot'. Op verzoek maakte Jan Beutener voor het tweede speelseizoen nieuwe kostuums, en hij mocht uitpakken. Hoe ging dat proces in zijn werk? Hij vertelt erover, evenals mede-producent Gislebert Thierens, die de bewaking over het budget had.


Audio