Rolwagen

Wanneer men gebouwde decors of onderdelen daarvan op een basis met wielen plaatst, spreekt men van een rolwagen; deze kunnen met grote en kleinere afmetingen voorkomen. De grootste afmetingen zijn die van een complete toneelvloer, waardoor complete decors verplaatsbaar worden, gesteld dat er voldoende aanvullende ruimte in het toneelhuis is om deze vloer naar een andere plek te verplaatsten. Grote theaters waar dit soort toneelmachinerie is geïnstalleerd zullen dan ook behalve de toneelruimte hebben, die vanuit de zaal voor het publiek zichtbaar is en die hoofdtoneel wordt genoemd, ook beschikken over zij- en achtertonelen met vergelijkbare afmetingen als het hoofdtoneel.

Voor het veilig en correct verplaatsen van complete toneelvloeren, inclusief decors, zijn aanzienlijke mechanische voorzieningen noodzakelijk. Meestal gebruikte men daarvoor een groot aantal wielen (rollen), geleidingen in de toneelvloer en allerlei soorten aandrijvingen. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw werd ook de techniek met luchtkussens geïntroduceerd, waardoor de wagens niet meer rollen, maar eerder zweven. Deze techniek werd o.a. in Het Muziektheater, Amsterdam toegepast en verfijnd, waar men dan ook spreekt van zweefwagens.