Doeken

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

In algemene zin duidt men met deze term dik geweven textiele stoffen aan. In de wereld van de podiumkunsten gaat het dan om het textiele materiaal waarop bijvoorbeeld achterdoeken e.d. geschilderd worden of waar de textiele afstopping van is vervaardigd.

In de loop van de theatergeschiedenis zijn allerlei soorten geweven textiel gebruikt, zoals canvas, linnen, katoen, fluweel, velours, jute etc. en in allerlei diktes om geen licht door te laten of zo dun mogelijk om transparant te zijn of ook om licht reflecterend of juist licht absorberend te zijn. Ook werden doeken heel open geweven, zodanig dat het doek van voren aangelicht ondoorzichtig wordt en van achteren aangelicht juist geheel doorzichtig. Deze open geweven doeken noemt met gazen

Aan de hand van de technische ontwikkeling en de afmetingen van de weefgetouwen kon men steeds bredere doeken produceren om uiteindelijk naadloze, toneel-brede doeken te kunnen produceren.

Voorts zijn in de laatste decennia van de twintigste eeuw doeken voor het theater geproduceerd met allerlei niet textiele materialen zoals diverse soorten plastic. Het woord doek wordt daarvoor nog wel gebruikt hiervoor, maar vaak aangevuld met een specifieke functie-aanduiding zoals voordoek, projectie-doek, effectdoek, doorzichtscherm,

Het woord doek (in het enkelvoud) wordt in het theater ook gebruikt om aan te geven dat een voorstelling of een deel daarvan beëindigd is en dat het gordijn of voordoek gesloten moet worden.

In 2009 verscheen een specialistische boek, met de titel: Doeken in het theater, waarin uitgebreid wordt ingegaan op alle voorkomende doeken en het gebruik daarvan. Dit boek is geschreven door Frits van den Haspel, eindredactie: Rob de Graaf en met illustraties van Benno de Vries. Het is uitgegeven door en verkrijgbaar bij de Vereniging voor podiumtechnologie: ISBN: 978 90 814464 2 6