Veiligheid

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Voor de wereld van de Podiumkunsten krijgt dit begrip pas een concrete inhoud door toedoen van wetgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden aan het eind van de twintigste eeuw, de Arbo-wet.

Tot die tijd had de veiligheid in de theaters vooral betrekking op het voorkomen van branden en dan specifiek gericht op de veiligheid voor het publiek. Dit kwam doordat er historisch gezien in de wereld diverse theaterbranden zijn geweest, waarbij soms veel slachtoffers vielen. Autoriteiten gingen daardoor eisen stellen aan de bouw van theatergebouwen, installaties en sommige aspecten van de exploitatie, bijvoorbeeld bepalingen omtrent het maximum aantal bezoekers dat het gebouw tegelijk mocht herbergen. Een beroemde brand in Nederland was de Brand van de Amsterdamse Schouwburg in 1772.

Optredende artiesten en andere werkers achter de schermen werden geacht zelf verantwoordelijk te zijn voor hun veiligheid, voor zover zij het publiek niet in gevaar konden brengen. In de loop van twintigste eeuw werden wel veiligheidsmaatregel aangehouden die voor andere sectoren van de maatschappij werden vastgesteld, maar voor theatervoorstellingen golden geen specifieke regels, behalve die de lokale brandweer mocht stellen. Zie ten aanzien van dit punt verder bij: Brandvoorschriften.

In de huidige situatie is dankzij de Arbo-wet, de daarvan afgeleide bepalingen en op grond van deze wet verdere aanscherping van andere wetgeving die een relatie hebben met het werken en/of bezoeken van een theatervoorstelling, is duidelijk omschreven wat verstaan moet worden onder veiligheid. Uiteraard is veiligheid pas echt verzekerd, wanneer de betrokken leidinggevenden, werknemers, artiesten etc. van organisaties zich ook houden aan die omschreven regels.