Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Unknown.png

NaamHotel Dommering
Eerdere naamHotel Wisseman
PlaatsWinschoten
TypeTheaterzaal
ArchitectJ. Heikens, Hooft
BouwjaarVoor 1650
Verbouwd in1899, 1905, 1911, 1925, 1933, 1935, 1940, 1949
Openingsdatum2 december 1899
OpeningsvoorstellingConcert door het Groninger Harmonieorkest


Informatie

Verbouwingen

1905: Aanbouw balkon
1911: Aanbouw bioscoopzaal
1925: Verbouwing sociëteitslokalen
1933: Verbouwing kleine zaal
1935: Restauratie grote zaal
1940: Verbetering kleine zaal
1949: Brandveilig gemaakt; bouw orkestbak (grote zaal)

Capaciteit

1899: 700 (grote zaal)
1905: 1000
1949: 892 (kleine zaal, flexibel)

Afmetingen

Zowel de grote als kleine zaal hadden een lijsttoneel. De grote zaal had een toneelopening van 10,75 meter breed. Het toneel zelf was 16 meter breed, 8 meter diep en 6,5 meter hoog.
De afmetingen van het toneel van de kleine zaal ná 1949 waren 9,5 meter breed, 8 meter diep en 6 meter hoog. De toneelopening was 6,5 meter breed.

Achtergrond

Hotel annex schouwburg Dommering is vanaf de opening altijd hét culturele centrum van Oost-Groningen geweest, ondanks de bescheiden omvang. Er was een restaurant en ook had de herensociëteit De Harmonie er haar lokalen. Naast de schouwburgzaal was er een kleine zaal, ook wel Blauwe Zaal genoemd. Voor de stroomvoorziening van de aangebouwde bioscoopzaal in 1911 werd een locomobiel (aggregaat) aangeschaft.

Tot het einde van de Tweede Wereldoorlog heette het complex Hotel Wisseman. Pas tijdens de bevrijding, toen de Canadezen er hun intrek namen, veranderde de naam. Zij vonden het niet logisch dat het hotel, in bezit van Dommering, de naam Wisseman droeg - en noemden het dan ook gewoon Hotel Dommering. Sindsdien is deze naam blijven bestaan.

Eind jaren zestig bleek Dommering niet langer exploitabel te zijn voor een particulier. De toenmalige eigenaar B.H. Dommering zette het complex te koop, maar eer het tot verkoop kwam, brandde het af. Op dezelfde plek staat tegenwoordig een filiaal van de HEMA en een bank.

Interieur

De grote zaal had (meer dan de kleine zaal) de allure van een schouwburg. In 1905 waren de wanden wit gestuct. Later werden ze met stof bekleed. Ook de houten klapstoelen uit 1905 werden toen vervangen door luxer exemplaren. In 1905 zaten boven in de zaal, langs het balkon, halfronde vensters, waardoor het geheel erg licht was. Op latere foto's is te zien dat deze vensters werden afgesloten.

Bronnen

  • Theaters in Nederland sinds de zeventiende eeuw. Redactie Bob Logger, Eric Alexander, Menso Carpentier Alting, Nico van der Krogt, Nathalie Wevers. Theater Instituut Nederland, 2007.