Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Zang en Dans nummer voor 7 dames is een choreografie van Gail Dockery die samenwerkt met de zangcompositie van Peggy Larson: Het Veem Theater Amsterdam 14 april 1983, Shaffy theater Amsterdam 1 t.m. 4 juni Witte Zaal Amersfoort 21 mei 1983 en Doornroosje Nijmegen 27 en 28 oktober 1983
PROGRAMMA:
1. Between solo and duet - gemaakt en uitgevoerd door Gail Dockery, met film van Hans Mencke en dansonderbrekingen van de andere 6 dames.
2. Zang en dans nummer voor 7 dames

Verhaal

poster-afficheDansenZangnummer
poster
poster

Sommige voorstellingen zijn gebaseerd op een verhaal, andere op een idee. Dat laatste is hier het geval. Choreografe Gail Dockery en zangcomponiste Peggy Larson besloten om samen te werken op basis van de gegevens dans en a capella zang. Er is niet gezocht naar een mengvorm tussen dans en zang, zoals bijvoorbeeld in de musical. De danseressen volgen hun eigen choreografie en de zangeressen bouwen een eigen muzikale lijn op. Er is geen vooropgezet verhaal, dat verteld moet worden. Dat wil niet zeggen dat Peggy Larson en Gail Dockery vanuit een nulpunt zijn gestart. Peggy Larson, als zangeres, bracht een basisgegeven in: de mens kan zijn stem als improviserend instrument gebruiken met bekende idiomen uit de blues, de folk ed. als ruggensteun. In deze voorstelling wordt dat ten gehore gebracht. Gail Dockery is al jaren geïnteresseerd in de relatie zang en dans en zag in de samenwerking met Peggy een lang gekoesterde wens in vervulling aan om daar vanuit aan de choreografische kant te werken.

De voorstelling is stapsgewijs ontstaan. Elke compositiekeus betekent een beperking, die het creatieve proces richting geeft. Hieruit zijn ideeën geboren, mogelijkheden onderzocht en bepaalde vormen gevonden. Een voorbeeld: hoe integreer je het geluid van danseressen in de choreografie? Er is een vorm gevonden, die rijk bleek aan mogelijkheden. Die vorm zit in de handen van de danseressen. In tegenstelling tot veel dansstukken, waarin de handen achter de beweging aankomen, is hier hun zeggingskracht her heersende onderdeel van het dansidioom. De handen vertellen een verhaal en maken klapgeluiden, die functioneren als de gamelan. Vanuit de zang-kant is gekozen voor een sobere vermenging in de choreografie. In enkele delen krijgen de zangeressen alle aandacht. De raakvlakken tussen de twee technieken worden duidelijker naarmate de voorstelling vordert. Het wordt zichtbaar, dat dansen en stemgeluid produceren vanuit eenzelfde lichamelijkheid voortkomt. Die raakvlakken worden uitgebuit in subtiele overgangen van de ene naar de andere techniek, besloten in bewegingen, die iedereen elke dag maakt.

Beschrijving dansrecencente Eva van Schaik, uit Trouw 14 april 1983


"De spontane, nog zo ongecontroleerde bewegingsdrift van haar driejarige zoontje Twirre inspireerde Gail Dockery tot haar dans "Between solo and duet". Met zwiepende armen, tollend rond eigen as en plotseling verstillend in statische momentopnamens, probeert zij zich in zijn prille motoriek in te leven en deze na te bootsen. Eningszins wrang contateert zij daarbij dat alle bestaande en juist op natuurlijkheid gerichte danstechnieken tekort schieten. Als moeder leerde zij een nieuw soort "geduld en opwinding" ervaren, samenhangend met "de snelle veranderingen in concentratie" van haar kind. Het resultaat van deze originele dansuitdaging, die dit weekend in het Amsterdamse Veem theater zijn premiere beleefde, is een vertederende choreografie met op de achtertgrond filmopnames (Hans Menke) van zoonlief.
Moeder springt en huppelt op klossende zwarte laarzen tussen dertien witte vliegers, daarbij bestookt door papieren vliegtuigjes. Storend zijn haar nauwelijks verstaanbare teksten en de zinloze belichtingseffecten, die weggelaten hadden kunnen worden. Ondeuidelijk blijft waarom Dockery in het zwart danst: met de zwarte stampende laarzen en de leren ceintuur rond haar joggingsbroek heeft dat een luguber effect. Dockery's tweede choreografie op deze avond is "Zang en dansnummer voor zeven damens", die zij samen met 'zangcomponiste' Peggy Larson maakte. Het septet wordt gevormd door drie voortreffelijke zangeressen (Peggy Larson, Eileen Fiss en Liesbeth Harting) en vier danseressen (Kerstin Morhring, Marjolein van Nieuwkerk, Marjan Vloedgraven en Dockery zelf). Uitgaande van de idee dat zang en dans vanuit eenzelfde lichamelijk voortkomen waarin de vibraties van keelklanken de golglengte van bewegende ledematen kruisen, zochten de zeven dames naar een passende uitdrukkingsvorm. Die werd gevonden in een fascinerende handentaal van de vier danseressen, waarin zij hun bewegingen aanzetten vanuit hun polsen en vingers. Hun handgebaren vertonen gelijkenissen met de Oosterse dans (Mudra's).
Hun handgeklap, gebalde vuisten, wringen en wrijven, krijgen steeds andere accenten en worden langzaam uitgerbreid met gelijdende looppatronen, balansen op 1 been en laag aaangehouden sprongen. Dat is spannend om te volgen, maar uiteindelijk herhalen zij de bewegingen te vaak De drie a capella zangeressen bezitten wel het vermogen om continu te blijven boeien. Het bereik van hun stemmen is ongelooflijk en varieert van klagend kattengejank, gierende wind en zoet vioolgesnerp tot ritmisch bongo-geklok. Het raakvlak tussen zang- en danstechniek wordt vooral betreden als alle uitvoerenden met elkaar gaan kwebbelen, als in een Chinees dameskoortje. Dat hoogtepunt had ook het einde van de voorstelling moeten zijn. In het volgende kwartier verdwijnt de zorgvuldig opgebouwde spanning en hoewel Dockery onverwachte solo fraaie momenten toont, heeft haar aandeel weinig met de totale compositie te maken. Het interessante en boeiende idee, dat door de zes overigen vakkundig en volkomen beheerst wordt uitgevoerd, verliest daardoor aan zeggingskracht."
Eva van Schaik, Trouw 1983, april 14

Context

Dans en Zang Nummer voor 7 Dames is financieel ondersteund door het Ministerie voor WVC door een Ontwikkelingssubsdie van 3 jaar en door eenmalige bijdrage van Prins Bernard Fonds.
De productie is uitgebracht onder Bewegingsstudio Het Veem Amsterdam in Het Veem Theater.

Achtergronden

PEGGY LARSON
I come from Minnesota (BA Concordia College, Moorhead In 1971) and left in 1974 a job as children's muusic-teachter tot teach in Scotland. Since then I have lived in Europe and have develped a singing career. In 1976, wehen I sang with Burton Greene's New Age Jazz Chorale, I became interested in experimenting with vocal improvisations, especially a-capella group singing. The first group of this kind was "Dames Vokaal" which has been singing together since september 1980. We tried to find new vocal sounds and bases for improvising on different themes. Often folk music provided new vocal sounds. Thru "Dames Vokaal" I met Gail Dockery and she became interested in doing this piece. This year I began Taman, an eleven-voice-mixed-a-capella group. Besides these groups I lead a choir at CREA and give lessons at Het Veem Bewegingsstudio and to small groups. and I sing with a few other groups.

EILEEN FISS
Ze is geboren in 1945 in Branschweig, BRD. Ze groeide op in Fargo, North Dakota, USA en had daar zanglessen en zong in koren. Ze verhuisde in 1967 naar Duitsland, studeerde muziek en Engels aan een Pedagogische Academie en neemt ook weer zanglessen. In 1980 verhuisde ze naar Nederland. en studeerde lichte muziek en zang aan de MPA in Hilversum. Nu leidt ze cursussen in jazz-sang en zint in het Eileen Fiss Quintet.

LIESBETH HARTING
Ze is geboren in Geneve en is opgegroeid in Amsterdam, ze wilde als klein meisje al opera zangeres worden. Besloot na vier onbevredigende jaren studie (Culturele antropologie en vertaalkunde aan de U.v.A.) af te zien van een intellectuele carrière en de kinderdroom te verwezenlijken. Na o.a. kennismaking met de mogelijkheden van de lichte en improviserende muziek in het CREA koor van Peggy Larson, heeft ze plannen voor een klassieke zangopleiding laten varen. Ze heeft gezongen in diverse koren en zingt bij TAMAN. Nog in experimenterend stadium, probeert ze voorlopig het zingen van barok, wave en jazz te combineren.

HANS MENKE
Hij realiseerde in een filmopname een van de grondgedachten waaruit de voorstelling is opgebouwd.

GAIL DOCKERY
In 1970 verhuisde Gail Dockery van Texas naar Nederland. Moderne Dans opleiding bij Koert Stuyf en Ellen Edinoff. Aansluitend afgestudeerd aan de London School of Contemporary Dance (The Place) in London. Na stages als choreografe en docent in London en Barcelona terug naar Nederland en mede oprichter en artistiek leider van Stichting Bewegingsstudio Het Veem Amsterdam.
Choreografieën die geleid hebben tot deze productie zijn: "Spacial Collaboration" - 1976, Royal Academy of Art, London, een samenwerking van 2 choreografen, 1 zanger en 2 dansers; "Dos Dintro d"Un" - 1978, choreografie voor Ballet Contemporani d'Barcelona op muziek van Scott Joplin. (5 van de 7 dansers zingen hier - hoorbaar vanuit de kleedkamer, een herhaling van de muziek, als begeleiding van het slot-duet.); "Werk in uitvoering "- 1979, choreografie van Geil, waarin een doedelzak werk bespeeld vanuit het publiek , als onderbreking en begeleiding tegelijk.
Duet met Victoria Varekamp - Balans 1 - 1981, waarin Gail deel uitmaakte van het geluid vanuit eigen dansgeluid en Victoria deel uitmaakte van de bewegingen van de dans. De solo "BETWEEN SOLO AND DUET" is de derde uit een reeks. De eerste was "GROEIBUIK, small dances for a very pregnant tummy", de 2e was 'UIT DE BUIK" duet voor 2 moeders en zonen.

MARJAN VLOEDGRAVEN
Ze is geboren in Raalte onder het sterrenteken Boogschutter. Dans achtergrond: klassieke, jazz en moderne dans. Stagiaire-docente geweest aan balletscholen in Zwolle (1974) en Amersfoort (1980). In 1979 afgestudeerd aan het opleidingsinstituut Middeloo, afdeling Drama-therapie. Daarna vrnl. bezig met integratie van spel, stem en Oosterse bewegingstechnieken binnen de dans. Via zanglessen o.l.v. Peggy Larson in contact gekomen met het project van Gail en Peggy.

MARJOLEIN VAN NIEUWKERK
Studeert volgend jaar af aan de opleiding voor Moderne Dans - Theaterschool Amsterdam. Maakt en danst eigen chorografieën als "WEG', "NR.4" EN "MIJ", en danste mee in o.a. de expositie van Solome in de Rijksacademie, "MIKADO" van Suzanne Reitz in het Dans festival van Rotterdam en "FATA MORGANA"van het Beeldend Theater. Ze geeft les en loopt stage bij Bewegingsstudio Het Veem Amsterdam.

KERSTIN MOHRING
Kerstin is geboren in Hamburg in de BRD en deed daar de opleiding Dans Pedagogie aan de Lola Rogge Schule. Studeerde korte tijd aan een Sociale Academie. Belandde na een vakantie in Portugal bij de Theaterschool in Amsterdam en verhuisde in 1980 naar Amsterdam. Ze studeert nu Moderne Dans, aan de Theaterschool Amsterdam. Ze heeft heeft gedanst bij de stichting Nederlandse Opera.

Betrokkenen

De onderstaande personen hebben een (in)directe bijdrage geleverd aan de realisatie van de theaterproductie (in voorkomende gevallen op basis van- of uitgaande van een bestaand werk). Aanvullingen zijn welkom.

Auteurs en makers

NB: Op dit moment worden specificaties (bijv. 'assistent', 'dialogen', 'ontwerp') nog niet meegenomen vanuit de premièredatabase. Deze informatie is op te vragen via de Theatercollectie.

Aan de realisatie van deze productie hebben meegewerkt:




Rolverdeling en uitvoerenden

NB: De rolbenamingen zijn veelal direct overgenomen zoals in het originele programmaboekje vermeld, en kunnen zodoende verouderde termen bevatten. Zie ook deze pagina.


    Vastlegging

    • Fotografie: Erik Fens

    Afbeeldingen

    Video

    Zang en Dans nummer voor 7 dames:


    Bronnen

    https://mimeoost.walkingfaces.nl