Wim Sonneveld: Repertoire - Film

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Wim Sonneveld, 1955. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Wim Sonneveld:

Film

Affiche Willem Parel, 1955. Collectie TIN.

Het wonderlijke leven van Willem Parel luidt niet alleen het einde van de orgeldraaier in, maar ook een nieuw begin voor Wim Sonneveld. Bij toeval brengt de Amerikaanse agent Mitchell Gertz een bezoek aan Het wonderlijke leven van Willem Parel. Enthousiast als hij is over de hoofdrolspeler, neemt hij contact op met Sonneveld en biedt hem een reis naar Hollywood aan. Daar zal Gertz zijn best doen om de filmacteur aan de man te brengen. Voor zijn gang naar Hollywood maakt Sonneveld een testfilm, met daarin zijn sketch De babysitter, een gesprek met een Frans meisje (Janine Le Roy, de toenmalige vriendin van Nico Knapper, red.) en een vertaling van het lied ‘Poen’.

Wim Sonneveld als Willem Parel. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.

Op zoek naar werk in Hollywood zet Wim Sonneveld zijn activiteiten in Nederland tijdelijk in de ijskast. Zijn verblijf in het filmmekka levert nog weinig concreets op, zodat Sonneveld in september 1955 al weer met een nieuw cabaretprogramma uitkomt in Nederland.

Halverwege 1956 vertrekken Wim Sonneveld en Friso Wiegersma voor langere tijd naar Hollywood. Op 27 mei 1956 noteert Sonneveld in zijn agenda: ‘Appartement gevonden Pinehurst Road 2035.’ Een dag later verhuist hij en weer een dag later koopt Sonneveld voor 550 Amerikaanse dollars een Ford. Sonnevelds dagen zijn voornamelijk gevuld met het voorgesteld worden aan regisseurs, screentests doen, allerlei voorstellingen en concerten bezoeken, vrienden ontvangen, en optredens verzorgen in het cabaret van Lotte Goslar (14 tot en met 22 juli) en voor de Hollandse Kolonie (22 september).

De eerste aanbiedingen die Sonneveld krijgt, betreffen vier televisiefilms met Wally Cox in de hoofdrol. Wim Sonneveld: 'Ik was matig tevreden, was in de eerste film een bankbediende, die een keer ‘Thank you’ mocht zeggen, in de tweede een Zweedse jongeman die zijn mond moest houden, in de derde een Duitse spion die ook niks mocht zeggen en de vierde film ging niet door. Ik verdiende honderd dollar per film.' (uit: Manuscript Sonneveld, mevrouw!)

Het wachten op aanbiedingen van derden valt de rusteloze en onafhankelijke Sonneveld zwaar: ‘Hoewel ik het liefste met een straaljager naar Europa zou willen vliegen mag ik voor mijn gevoel niet weggaan en moet ik die paar kansen maar nemen’, schrijft Sonneveld op 30 juli 1956 aan zijn in Nederland achtergebleven vriend Huub Janssen. Maar op 16 augustus kan hij Janssen melden dat het getoonde geduld beloond is: ‘Nou es een keer heel goed nieuws. Ik heb zojuist getekend voor de hoofdrol in een televisiedrama dat op 30 augustus uitgezonden wordt over heel Amerika in kleuren: Portrait of a spy, naar een ware geschiedenis die speelt onder vluchtelingen van achter het IJzeren Gordijn. (...)’ Na zes dagen repeteren wordt het televisiestuk op 30 augustus onder de titel The Pink Hippopotamus live uitgezonden als matineevoorstelling door de NBC, the National Broadcasting Company.

Door het uitbreken van de Hongaarse opstand in oktober 1956 wordt The Pink Hippopotamus actueler dan ooit. NBC besluit de film daarom nog een keer uit te zenden. Eén van de vele toeschouwers is een directeur van de Metro-Goldwyn-Mayer-studio's, die Sonneveld uitnodigt op 19 oktober 1956 te komen auditeren voor de film Silk Stockings. Op 22 oktober 1956 krijgt Wim Sonneveld de uitslag van MGM. Hij is aangenomen voor de film met Fred Astaire in de hoofdrol en gaat 1500 dollar per week verdienen. Op 7 november mag hij zich melden voor zijn eerste opnamedag.

Tijdens een Silk Stockings-opname van een - uiteindelijk geschrapte - scène die zich afspeelt in Parijs, slaat Sonnevelds verlangen naar zijn thuisbasis toe. Op het moment dat hij door een gaatje in het decor naar de opname staat te kijken, wordt de acteur overvallen door een ‘onweerstaanbare heimwee naar Europa’. Aan het eind van 1956 bekent hij Conny Stuart in een kaartje: ‘Zelfs als ik aan de Mokerhei denk, komt het water me in de mond.’

Dat zijn gastland hem steeds meer gaat tegenstaan, is te lezen in een brief van 21 januari 1957 aan, de inmiddels in Nederland teruggekeerde, Friso Wiegersma: ‘Holland en de Hollanders zullen dan wel vervelend zijn, maar dit land vind ik zo langzamerhand onverdraaglijk.’

Na het succes in Silk Stockings moet Wim Sonneveld het lot voor zijn toekomst weer in de handen van derden leggen. Hij komt er steeds meer achter dat hij in de Verenigde Staten alles opnieuw moet opbouwen, terwijl hij in Nederland al zoveel bereikt heeft. Sonneveld besluit dat zijn vertrek uit Hollywood onafwendbaar is. Toch zal hij in 1958 nog een paar maanden teruggaan naar het land van de onbegrensde mogelijkheden.

Vanaf 1 juni van dat jaar verblijft Wim Sonneveld weer enkele maanden in Hollywood. Hoe zwaar het leven hem ook nu weer valt, blijkt uit een brief van 19 september 1958 aan Friso Wiegersma: ‘Ik heb er zo in en in genoeg van. Ik zit hier maar, ben op iedereen uitgekeken en voel me erg triest.’ In oktober komt hij terug naar Nederland. In 1973 zal hij nog één andere film maken: Op de Hollandse Toer.

bron: Wim Sonneveld. De parel van het cabaret, Hilde Scholten (Terra Lannoo 2006)

Overzicht films

  • 10 februari 1955: Willem Parel in Het wonderlijke leven van Willem Parel. Producent: Joop Geesink. Regie: Gerard Rutten. Scriptbijdragen: Eli Asser, Max Dendermonde, Huub Janssen, Karel Prior en Wim Sonneveld. Met: Joop Doderer, Rijk de Gooyer, Péronne Hosang, Herbert Joeks, Hans Kaart, Thom Kelling, Albert Mol, Femke Talma (later Boersma) en Wim Sonneveld. De première van de Parel-film vindt plaats in de Cineac op het Damrak in Amsterdam. Telegraaf-journalist Jan Spierdijk, die de film ‘een aaneenschakeling van min of meer geslaagde scènes naar aanleiding van een mager scenario’ vindt, toont zich niet bijster enthousiast: ‘(...) als men het geheel overziet geeft de film wellicht reden tot voldoening, maar zeker niet tot juichen.’ Sonneveld zelf is ook niet gelukkig met het eindresultaat. Op 19 februari 1955 schrijft hij in zijn agenda: Heb de film voor de derde maal gezien. Ik vind het een grote sof, ik schaam me gewoon om een café binnen te gaan.'
  • 18 juli 1957: Peter Ilyitch Boroff in Silk Stockings. Producent: Metro-Goldwyn-Mayer. Regie: Rouben Mamoulian. Met o.a. Fred Astaire, Joseph Buloff, Cyd Charisse, Peter Lorre, Jules Munshin en Janis Paige. Silk Stockings beleeft op 18 juli 1957 de wereldpremière in de Radio City Music Hall in New York. Anders dan Het wonderlijke leven van Willem Parel wordt Sonnevelds nieuwste filmactiviteit in Nederland enthousiast ontvangen. Jan Blokker (Algemeen Handelsblad) schrijft dat Sonneveld in het gezelschap van Hollywoodsterren ‘met argeloos gemak zijn partijtje heeft meegeblazen’. Jan Spierdijk (Telegraaf) meent dat Sonneveld zich ‘heel grappig en kundig van zijn opgave kwijt’. Volgens Han G. Hoekstra (Parool) bewijst Sonneveld ‘bescheiden maar doorlopend, dat hij het - onder beproefde leiding - kan’. En Max Tak (Elseviers Weekblad) jubelt: ‘En dan Wim Sonneveld. Hij past in dit ensemble van voortreffelijk talent alsof hij jarenlang niet anders doet dan in Hollywood featured player zijn. Wim Sonneveld in Silk Stockings is een acteur op wie het Nederlandse toneel trots kan zijn. 'n Groot talent geëvenaard door intelligentie en smaak (…).’ Om met een woord van recensent Jim O`Connor in de NY Journal-American te eindigen: ‘a special bow to Wim Sonneveld.’
  • 20 december 1973: Robbie van Henegouwen de Boer in Op de Hollandse Toer. Scenario: Alan Hackn. Productie: City Film, Wim Lindner. Regie: Harry Booth. Met o.a.: Adèle Bloemendaal en Joop Doderer. Op de Hollandse Toer is de komische film die Wim Sonneveld al tijden zo graag wil maken. Het is de bedoeling om de film, die als werktitel Rembrandt sliep hier meekrijgt, te baseren op de Franse komedie. Maar als de beoogde regisseur Robert Dhéry andere verplichtingen blijkt te hebben, kiest Sonneveld voor een Engelse aanpak, met Harry - On the buses - Booth als regisseur. In een documentaire die Kees Brusse in 1971 over Sonneveld maakte zegt hij: 'Ik zou het liefst een film maken. Dat is het enige, dat ik nog echt heel graag zou willen. Een komische film. Dat zou ik het fijnste vinden van alles. Daar zou ik alles voor laten staan als er een goed scenario kwam. Daar zou ik mijn verdere leven mee kunnen vullen. Eens in het jaar, of eens in de twee jaar, zolang het kon, gewoon filmen en verder...' (geciteerd uit: Wim Sonneveld door Hubert Janssen, Apeldoorn 1975). Sonneveld toont zich tijdens de opnamen echter al niet al te enthousiast over de film, maar als na de première de slechte kritieken over hem uitgestort worden, is hij ronduit ongelukkig. Als ‘de hetze’ hem te hevig wordt, neemt hij de pen op om de filmcritici in het weekblad Vrij Nederland van repliek te dienen. In zijn woede komt hij eerst tot een brief van twintig pagina’s. Een tweede, minder emotionele versie, beslaat dertien A4’tjes, maar uiteindelijk besluit Sonneveld een brief van slechts drie kantjes de deur uit te doen. Hierin beklaagt hij zich onder meer over het feit dat De Hollandse Toer als de flop van Sonneveld wordt gezien en niet als een misser van de scenarist of de regisseur. In een brief aan Toon Hermans schrijft Sonneveld zijn frustratie over Op De Hollandse Toer van zich af: 'Het was mijn beurt. Telkens als ik iets anders doe, dan krijg ik rotkritieken. Voor My Fair Lady hadden ze voor mij geen goed woord over. De pantomime (We spelen pantomime, red.), De Kleine Parade, De film (Op de hollandse toer, red.), My Fair Lady zijn de grond ingestampt. Dat wil niet zeggen dat ik tevreden was. De laatste film van mij is geen meesterwerk, er zijn een hoop gemiste kansen. Maar je bent ook zo afhankelijk van een regisseur. Maar de film is absoluut niet zo slecht als men schreef. Er zitten twee of drie hele goede scènes in. Ik zou het leuk vinden als je eens ging kijken, dan kunnen we er later eens over praten. Maar de geldschieters en ander tuig hebben me wel een oplazer gegeven en ik ben er zeer mistroostig onder. Ik zie mezelf niet en misschien nooit meer op het toneel. Ik ben erop uitgekeken en ik vind dat als je alles gehad hebt - succes, flops, geld - dan moet je iets anders gaan doen. Ik treed af en toe wel op, niet in series, en zelfs met nieuw repertoire heb ik na twee voorstellingen al het gevoel dat ik het al 10.000 keer heb gedaan.'

bron: Wim Sonneveld. De parel van het cabaret, Hilde Scholten (Terra Lannoo 2006)