Ton Lutz: Volgens anderen

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg


Ton Lutz. Foto: F.L. Lemaire/MAI. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Ton Lutz:


Volgens anderen

Ton Lutz in 1969. Foto Philip Mechanicus / MAI. Collectie TIN.

Voor het boek Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands (Theater Instituut Nederland 2007) heeft Xandra Knebel verschillende mensen uit Ton Lutz' omgeving gevraagd naar hun visie op zijn carrière, werkwijze en karakter. Al deze zienswijzen bieden vaak een net iets andere invalshoek.

De interviews uit het boek vormen de belangrijkste bron bij het weergeven van de citaten in de onderstaande rubriek.

Volgens Annet Nieuwenhuijzen

Actrice Annet Nieuwenhuijzen vertelt over Met gesloten deuren, dat zij in 1976 bij het Publiekstheater speelde met Ann Hasekamp en Lutz zelf, die de voorstelling ook had geregisseerd:

"Die drie mensen zitten voor eeuwig opgesloten in een denkbeeldige gevangenis, en ze kunnen er niet uit. Het was echt zo’n driehoek: Ann was gek op Ton, Ton was gek op mij en ik was gek op Ann – en ze krijgen mekaar nooit. Er stonden drie bankjes zonder leuningen op het toneel, Ann zat op een van die banken en volgde Ton met haar ogen. Ton en ik liepen om die bankjes heen in een cirkel: tegen elkaar in en dan kruisten we als we halverwege links en halverwege rechts waren – dat ging een hele tijd zo door. Dat was zó verdomde goed bedacht, want het gaf in één beweging precies aan wat er in dat stuk aan de hand was. Het had iets van beesten in een kooi, die iedere keer diezelfde rondte maken – iedere keer diezelfde rondte. Ik vond het fantastisch dat hij dat gevonden had. Grandioos!"

"Ton kon echt heel stout zijn! We speelden Met gesloten deuren ergens, in een niet zo’n erg belangrijke schouwburg, en op een gegeven moment liepen we dus die cirkel – waarbij Ton een groot gedeelte rug-zaal liep. Dan kruisten we elkaar rakelings en dan zei Ton heel zachtjes: “Magieeeee!” Bij de volgende ronde kwam hij weer aangelopen en begon hij weer met zijn: “Magie!” – omdat hij bij de eerste keer al zag dat ik daar om moest lachen. Die schooier! Later bedacht ik me dat hij waarschijnlijk ook nog meende wat hij zei, want het hád ook iets magisch. Maar hij zei het wel net op het moment dat hij rug-zaal liep en ik front-zaal...!"

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Hans Croiset

Hans Croiset en Ton Lutz: artistiek leiders, omstreeks 1976. Fotograaf onbekend. Privécollectie.

Hans Croiset leidde het Publiekstheater acht jaar lang in nauwe samenwerking met Ton Lutz. Over zijn tijd als beginnend acteur onder regie van Ton Lutz:

"Zijn manier van werken was voor mij de eerste keer dat een regisseur echt aandacht aan je besteedde. Nu was ik wel extreem jong, maar ik had al veel autoritaire regisseurs meegemaakt. Lutz gaf je vrijheid, en dat heb ik als een jas aangetrokken! Toen ik zelf ging regisseren heb ik wel wat aan de voering van die jas gedaan en er een paar zakjes aan toegevoegd, vanuit mijn eigen aard en manier van omgaan met mensen. Maar Lutz heeft mij gevormd, en daar ben ik hem diep dankbaar voor. De invloed van Sjarov op mijn carrière, dat was een schok – en de invloed van Marquardt en Jan Grossman dat waren injecties. Maar Ton was een... klimaat. En dat klimaat was nieuw voor die tijd, je kon er in gedijen: dat er over een stuk gepraat kon worden, dat je het over een schrijver mocht hebben. Dat hij tijdens de repetities van Een bruid in de morgen de Oostakkerse gedichten voorlas. Heerlijk! Hij maakte je lid van een familie die gezamenlijk aan een stuk werkte."

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Nicolaas Wijnberg

Portret van Nicolaas Wijnberg bij een maquette 110689.jpg Portret van Nicolaas Wijnberg 92412.jpg

Links: Nicolaas Wijnberg bij één van zijn maquettes. Foto: Hans Wolf. Rechts: Nicolaas Wijnberg, ca. 1965. Foto Lemaire en Wennink/MAI. Collectie TIN.


Ton Lutz heeft 23 jaar met decor- en kostuumontwerper Nicolaas Wijnberg samengewerkt. Lutz nam hem mee naar ieder gezelschap waar hij werkte en artistiek leider was. Hun eerste samenwerking vond plaats in 1954, toen Lutz Elektra regisseerde voor de Nederlandse Comedie. Over hun werkwijze zegt Wijnberg:

‘Het is nooit zo geweest dat Ton Lutz mij eigenlijk helder kon vertellen: “Ik wil dit zó spelen, in deze constellatie, in deze ruimte.” Tot de laatste voorstelling die ik met hem heb gemaakt was dat de grote moeilijkheid – of niet een moeilijkheid: het was een gegeven. Het was wel eens lastig, maar het gaf mij wel veel vrijheid.’

Het is altijd zo geweest dat Wijnberg op basis van een stuk en gesprekken met zijn regisseur een ontwerp maakt – eigenlijk een aanbod doet aan de regisseur: ‘Ik doe een suggestie, ik maak iets, een ruimte – ik heb het later een soort poëtische machine genoemd – om dat ene stuk in te kunnen afspelen. Dat moet ingevuld worden, iemand moet gezellig in die speelruimte gaan spelen met z’n stuk.’ Het was, kortom, de taak van de regisseur om de speelruimte die Wijnberg aanbood optimaal te gebruiken en uit te buiten. Dat vraagt een grote mate van voorstellingsvermogen, een talent dat niet iedere regisseur gegeven is. ‘Ik heb wel eens met mensen te maken gehad die dat niet zo gemakkelijk zagen – dan moest ik ze erop wijzen...’ herinnert Wijnberg zich, om daar meteen aan toe te voegen: ‘Maar Ton Lutz kon dat heel erg goed! Die zag met veel fantasie: dan kan ik dat doen en dat doen.’

Geciteerd uit: Interview De Geschiedenis verteld/t: Ton Lutz. Theater Instituut Nederland, 1999.

Volgens Stans Lutz

Stans Lutz met vader Ton in het kostuum en decor van De min in 't Lazarushuis, Rotterdams Toneel 1958. Fotograaf onbekend. Privécollectie.

Stans Lutz is van mening dat het gedachtegoed van haar vader veel breder toepasbaar is dan alleen in het theater: "Datgene wat hij mij meegegeven heeft is meer een soort wezenlijk uitgangspunt voor het leven. Ik neem aan dat dat bij heel veel acteurs ook een rol speelt. Wat hij als mens meegeeft, als opvoeder, dát is heel belangrijk: omdat hij het zo helder kan zeggen."


Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Pieter Lutz

Amphytrion 103304.jpg Amphytrion 103307.jpg

Links: v.l.n.r. Pieter en Luc Lutz; en Rechts: v.l.n.r. Luc Lutz, Eric Schneider, Annet Nieuwenhuijzen, Pieter Lutz in Amphytrion, Nieuw Rotterdams Toneel 1965. Foto: Maria Austria/MAI. Collectie TIN. Deze voorstelling werd door Ton Lutz geregisseerd.

Acteur Pieter Lutz werd in tien toneelproducties geregisseerd door zijn oudste broer Ton:

"Ik ben beslist niet door Ton voorgetrokken. Op geen enkele manier... Als jonge acteur heb ik wel eens gedacht: verdomme, die rol wil ik! En dan zei Ton: “Nee, jij speelt die verkrachtingsscène in het begin, want jij kan je scheur opentrekken, en die anderen hebben geen grote stem. Dan dacht ik: ja... misschien wel een leuke scène, maar die is na een kwartier afgelopen en dan zit ik de hele avond in de kleedkamer. Maar daar trok ie zich niets van aan. Nee... het moest zo! Ik heb zeker niet altijd de voordelen van het broer-zijn gehad toen hij directeur was. Maar, ik ben ook niet misdeeld hoor!"

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Pieter Lutz

Acteur Pieter Lutz (1927) over zijn moeder Anna en oudere broer Ton:

Hoewel vader Luc Lutz sr. een uitgesproken droge humor had, wijst Pieter zijn moeder aan als de ‘comédienne’ van de familie: "Die vond het heerlijk om mallotig te doen – om te imiteren en streken uit te halen. Wel een beetje cynisch soms, maar erg leuk." Niet zelden waren haar kinderen het doelwit van haar grappen en haar rappe tong – verschillenden kregen bijvoorbeeld een toepasselijke bijnaam: zo noemde zij Ton ‘Wipneus’, Luc ‘Waterhoofd’ en kreeg Pieter de vleiende bijnaam ‘Zultlip’: ‘We lachten er altijd om, maar als kind vond ik het niet leuk. Ik schaamde me er een beetje voor.’ "

Die humor wist Anna Lutz te koppelen aan een absolute no-nonsense mentaliteit – een combinatie die glashelder naar voren komt als Pieter Lutz vertelt over die keer dat broer Ton weer eens iets had uitgespookt. Wát precies kan hij zich niet meer herinneren, "maar in ieder geval liep hij kwaad de deur uit en het was winter – het sneeuwde. Hij had een zwarte hoed en een zwarte jas aan, en liep een beetje aan de overkant van de gracht heen en weer door de sneeuw. Zo van: wanneer zou ik nou weer naar huis kunnen gaan, zonder gêne... Je kent dat gevoel wel!" De jonge Pieter stond met zijn moeder voor het raam en kreeg medelijden met zijn broer: "Ik zei tegen mijn moeder: “Ach... kijk nou wat zielig: hij loopt daar in de sneeuw!” Ze zei: “Ah joh, laat hem maar even ‘Rusland doen’, dat is goed voor hem!” " Waarna hij met een bulderende lach het verhaal afsluit door te constateren dat die ervaring voor Ton misschien wel "de eerste aanleg was voor zijn interesse in Tsjechov...".

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Pieter Lutz

Acteur Pieter Lutz (1927) over zijn oudere broer Ton:

"Als jongetje van een jaar of tien speelde ik bij het station in Delft. Daar stond een hek met van die punten en toen ik ergens van afgleed bleef ik daar met mijn hand in hangen. Nou... mijn pink hing er echt bij! Ik snel naar huis en vlakbij huis kwam ik Ton ineens tegen. Die zag me en zei: “Godverdomme... Kom hier: mee, mee!” En, hup op zijn schouders. Toen we langs de sigarenwinkel kwamen riep hij: “Joop, geef eens een fiets: die jongen moet naar het ziekenhuis!” En toen reed hij met me naar het ziekenhuis. Dan was hij idioot zorgzaam. Ja... dat moet ik hem nageven!"

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Stans Lutz

Volgens zijn dochter Stans Lutz:

"Hij is de theatermaker die door de meeste generaties is gekend. Een begrip, een éminence grise – een vader voor zijn leerlingen, en op die manier van grote invloed op meerdere generaties acteurs. En hij is al oud. Als hij was overleden vlak na zijn beste regies was hij misschien alleen herinnerd als een groot regisseur. Gelukkig voor hem en voor zijn leerlingen is dat niet gebeurd!"

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Peter Oosthoek

Acteur, regisseur en voormalig artistiek leider van Toneelgroep Centrum Peter Oosthoek is de oudste leerling van Ton Lutz en een goede vriend.

Buiten het feit dat de lessen van Ton Lutz zowel interessant als buitengewoon nuttig waren voor de studenten, heeft hij er volgens Oosthoek zelf ook garen bij gesponnen:

"Hij was heel handig; als hij les gaf op school dan ging hij bijvoorbeeld scènes doen uit een stuk dat hij binnenkort ging regisseren. Dus hij bereidde zijn regies bij ons op school voor. Dan zat je zo’n scène te lezen, en dan zag je hem aantekeningen maken voor zijn regieboek. Hij haalde zijn inspiratie bij ons vandaan; het waren welbestede uren voor ons – maar ook voor hem en zijn toekomstige regie. Dat was heel slim, ja!"

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Peter Oosthoek

Acteur, regisseur en voormalig artistiek leider van Toneelgroep Centrum Peter Oosthoek is de oudste leerling van Ton Lutz en een goede vriend.

"Iedereen zegt dat hij les heeft gehad van Ton Lutz: ook iedereen die geen les heeft gehad van Ton Lutz zégt dat hij les heeft gehad van Ton Lutz! Het is een soort cliché geworden: je moet les gehad hebben van Ton Lutz, want anders ben je toch meteen het tweede of derde echelon. Maar wat natuurlijk wel erg leuk is: ik ben zijn oudste leerling!"

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).

Volgens Peter Oosthoek

Acteur, regisseur en voormalig artistiek leider van Toneelgroep Centrum Peter Oosthoek is de oudste leerling van Ton Lutz en een goede vriend.

"Ik was met vakantie op een heel klein Grieks eilandje – daar wás niemand, daar ís niemand, daar kómt ook niemand. Er was een groot strand en ik stond op een dag aan de rand van het water naar de horizon te turen, in mijn eentje. Ik kijk opzij en zie ineens een hele lange man lopen. Een paar minuten later keek ik weer, en ik denk: dat zou best Ton Lutz kunnen zijn – maar dat kan natuurlijk helemaal niet. Plotseling staat hij naast me, legt zijn hand op mijn schouder en zegt: “Peter, ik zeg altijd: toneelspelen is denken!” Dat was het eerste wat hij tegen me zei! Maar toen was ik geen achttien meer – ik liep tegen de zestig!"

Geciteerd uit: Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).