Uit TheaterEncyclopedie
Biografie
Tina van Baren (1958) volgde een toneelopleiding aan East 15 Acting School in Londen en speelde o.a. in producties van Theatergroep Hollandia, het RO Theater, Productiehuis Rotterdam, Gasthuistheater Amsterdam, Stadsschouwburg Amsterdam en Onafhankelijk Toneel Rotterdam. Aan de Schrijversvakschool Amsterdam studeerde ze proza en poëzie. Ze publiceerde de verhalenbundel Gemorste melk (2006), de theatermonoloog ‘Opgesloten’ (RCTH festival 2010/11), debuteerde in 2012 met poëzie in Hollands Maandblad en publiceerde daarna o.a. in de Revisor, online in Terras, tijdschrift voor internationale literatuur en kunst & in Het Liegend Konijn, tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie.
Theater CV
Tina van Baren heeft bijgedragen aan 6 productie(s).
Tina van Baren heeft gewerkt in de volgende functies:
- Vertaling - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Uitvoerende - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Tina van Baren heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:
NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.
Productie | Functie | Producent | Seizoen | Premièredatum | In regie van |
---|---|---|---|---|---|
Twee zusters | Vertaling | If Not Now When | 1991/1992 | 9 oktober 1991 | Mechtild Prins |
Nuwa-Kojeha | Uitvoerende | Werk in Uitvoering | 1984/1985 | 6 april 1985 | Bambi Uden |
Bethlehem Hospital: William Blake in Hell | Uitvoerende | Theatergroep Hollandia | 1990/1991 | 11 oktober 1990 | Johan Simons |
Twee zusters | Uitvoerende | If Not Now When | 1991/1992 | 9 oktober 1991 | Mechtild Prins |
Op hoop van zegen | Uitvoerende | Theatergroep Hollandia | 1994/1995 | 28 juni 1995 | Mechtild Prins |
Lazarus | Uitvoerende | Rotterdamse Schouwburg | 2000/2001 | 15 juni 2001 | Peter Sonneveld |
Madonna's | Uitvoerende | Gasthuis Werkplaats & Theater | 2003/2004 | 26 mei 2004 | Femke Janssen |