Theatertechniek

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Theatertechniek bestaat niet, is de conclusie van een onderzoek dat het Theater Instituut Nederland in 1992 liet uitvoeren naar de zin en mogelijkheden van een museum voor Theatertechniek. Wat wel bestaat, volgens datzelfde onderzoek, zijn theatertechnici. Dat zijn mensen die in staat zijn op technisch gebied een creatieve, passende en vooral gewenste bijdrage te leveren aan een theatervoorstelling. Zij kunnen daarbij in principe gebruik maken van alle in de wereld beschikbare technologieën.

In de praktijk wordt het woord theatertechniek wel degelijk gebruikt; het is een verzamelnaam voor het merendeel van alle technische middelen die gebruikt worden om een voorstelling in een Theater (Gebouw) of op locatie te realiseren. Traditioneel worden daarin de volgende soort technieken onderscheiden:

  • Toneel- of Podiumtechniek: gereedschappen, hulpmiddelen en installaties om scéne-wisselingen en decor-changementen uit te kunnen voeren,
  • Belichtings- of lichttechniek: schijnwerpers, lichtarmaturen en accessoires, gereedschappen, hulpmiddelen en de voeding- en regelinstallaties om de belichting te besturen en te veranderen.
  • Geluidstechniek: geluidsapparatuur en accessoires e.d., regelapparatuur om muziek te (re-)produceren en te zorgen voor de onderlinge auditieve en visuele communicatie van de betrokkenen en verstaanbaarheid voor het publiek.

Daarnaast worden ook de rekwisieten en allerlei effecten (o.a. vuurwerk, storm, bliksem, water e.d., maar ook automaten en goocheltrucs en de aankleding van het toneelbeeld tot het domein van de theatertechniek gerekend. Eveneens kunnen de aanmaak van rekwisieten, decors en andere technische voorzieningen en in sommige gevallen ook kostuums en accessoires daaronder vallen.

Door de ontwikkeling van de technische mogelijkheden, de komst van het digitale tijdperk, de bouw van steeds geavanceerdere theateraccommodaties, met daaraan gekoppelde voorzieningen voor de veiligheid, duurzaamheid etc., een groter wordende complexiteit van internationale tournee’s en live-optredens van artiesten, live HD uitzendingen wereldwijd en vooral de noodzakelijke deskundigheid van de mensen die deze technische middelen beheren, installeren en bedienen, is het begrip theatertechniek steeds meer uitgehold, of zo men wil, juist omvangrijker geworden.

Uitgaande van het begrip theatertechnicus, zoals dat in het onderzoek uit 1992 naar voren komt, bepaalt de theatertechnicus (c.q. de leiding) op grond van wat een theaterproductie kennelijk nodig heeft, wat wel en niet onder dit begrip valt. De theatertechnicus zal daarbij in de eerste plaats kiezen uit de middelen waarover hij traditioneel al beschikte, op het gebied van toneelmachinerieën, belichtings- en geluidsinstallaties e.d.

Daarnaast bestaat er een gehele industrie met diverse grote en kleine bedrijven, die zich etiketteren onder de naam ‘theatertechniek’ en die een zeer ruim aanbod van technische en creatieve producten leveren, die geschikt geacht worden voor gebruik in een theatervoorstelling of live entertainment. De theatertechnicus kiest daaruit, combineert desnoods verschillende technische mogelijkheden en/of voegt daar in het belang van een voorstelling naar eigen creatief/technisch inzicht zelf iets aan toe, waardoor het begrip 'theatertechniek' steeds verder in omvang groeit.

Zie ook het uitgebreidere artikel Technische realisatie van voorstellingen.

Externe links

  • Zie voor een traditionele indeling van het begrip ‘theatertechniek: Wikipedia

Voor een overzicht zie Categorie:Theatertechniek