Standaarddecors

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

De Amsterdamse Schouwburg (1664-1772) had tot aan het eind van de achttiende eeuw ongeveer vijftien vaste coulissendecors in voorraad. Met deze vijftien decors werd het hele repertoire (toneelstukken én opera’s) gespeeld. Als een bedrijf of acte zich in een bos afspeelde, was steeds hetzelfde bosdecor te zien; voor tragedies werd steeds dezelfde paleiszaal gebruikt. Voorbeelden van typische standaarddecors in Nederland zijn: de Gemeene Buurt, de Burgerkamer, en de Nieuwe Tuin. De romantiek maakte aan dit gebruik een einde. Voor de opera’s die toen in zwang kwamen en die zich vaak in een ver verleden of in exotische oorden afspeelden, werden nieuwe, kostbare decors geschilderd. Die nieuwe decors werden al snel een attractie op zich. Op de aanplakbiljetten werd dan ook expliciet vermeld dat er nieuwe decors te zien waren en door wie ze geschilderd waren. Theater Instituut Nederland bezit nog een klein aantal van deze negentiende-eeuwse achterdoeken, die geschilderd zijn door de vaste decorschilder van de Koninklijke schouwburg in Den Haag, Bartholomeus Johannes van Hove (1790-1880).