Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Stadsschouwburg, Doesburg

Unknown.png

NaamStadsschouwburg, Doesburg
PlaatsDoesburg
TypeTheatergebouw
ThemaToneel
Openingsdatum22 december 1822


Schuilkerk werd theater

In 1822 nam een aantal toneelvrienden in Doesburg het initiatief om de voormalige katholieke schuilkerk in de Waterstraat te verbouwen tot schouwburg.
Deze schuilkerk werd sinds 1815 de 'stadsschuur' genoemd maar werd nooit als zodanig gebruikt.
Een financieringsplan moest 1000 gulden opbrengen 'dewelke na een nauwkeurige opneming zouden vereischt worden, om dit lokaal hiertoe volkomen in te richten' Toen de verbouwing en de inrichting (waarvoor toch nog 500 gulden meer nodig was) voltooid waren, beschikte Doesburg over een 'schouwburg met balcon', die plaats bood aan 168 personen.
Behalve de 'grote' of ' rode' zaal waarin het toneel was, bevatte het gebouw een 'blauwe kamer', een privaat, een bergplaats voor rekwisieten, een koffiekamer met buffet, en (vermoedelijk twee) kleedkamers. Voor verwarming stonden er vijf kachels. Voor verlichting gebruikte men patentolielampen en kaarsen tot die, kort na 1858 toen Doesburg gas kreeg, werden vervangen door gasbranders.
Vrijdag 20 december 1822 werd de schouwburg ingewijd door het Gezelschap Obelt, Kup en de Koning.
De voorstellingen trokken doorgaans genoeg publiek om de schouwburg als onderneming een halve eeuw lang redelijk te laten functioneren.
Maar langzamerhand raakte het in verval en kon er vrijwel geen toneel van enig niveau worden gebracht.
Een concert van de Tengbergens Kapel was de laatste openbare presentatie die er plaats vond. In 1879 werden de diverse eigendommen, met inbegrip van de toneelinventaris, aan de meest biedende verkocht.
Tien jaar later vond de definitieve opheffing plaats.

Bronnen

  • Theaters in Nederland sinds de zeventiende eeuw, samengesteld door Bob Logger, Eric Alexander, Menso Carpentier Alting, Nico van det Krogt en Nathalie Wevers. Uitgave Theater Instituut Nederland, 2007