Kostuums

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Definitie voor de productiepagina's

In de Theaterencyclopedie wordt bij de registratie van de betrokkenen bij de totstandkoming van een voorstelling de term Kostuums veelal gebruikt voor de primair auteursrechtelijke persoon van de kostuumontwerpen. Voorts worden hier regelmatig ook bedoeld: de assistenten van de deze kostuumontwerper, soms ook de kostuummakers en/of de personen die verantwoordelijk zijn voor de samenstelling en verzorging van de kostuums in de praktijk.

Achtergrond

In het theater wordt deze algemene aanduiding gebruikt voor alle kledingstukken, inclusief hoeden, hoofdtooien, schoenen, maskers, pruiken en andere accessoires die een uitvoerende acteur, danser, Zanger etc. aan heeft of op het lichaam met zich meedraagt tijdens de uitvoering. Aanvullend is grime of schminken alsmede de wijze van haardracht (het z.g. kapwerk) noodzakelijk om een theaterkostuum compleet te maken.

De kostuums werden door de eeuwen heen zodanig vormgegeven dat de toeschouwer uit die tijd makkelijk de karakters en personen konden herkennen die de uitvoerende podiumkunstenaars moesten verbeelden. Theaterkostuums benaderden dan vaak ook zo dicht mogelijk de dagelijkse werkelijkheid uit de tijd van het stuk. Soms enigszins gestileerd of (noodgedwongen) vereenvoudigd en daar waar het kon extra verfraaid. Theaterkostuums waren daardoor tevens gebonden aan modes uit de tijd zelf of althans aan opvattingen over hoe men in andere tijden gekleed zou zijn gegaan. Karakters van spelers waren ook vaak herkenbaar, doordat zij kostuums droegen, voorkomend uit een bepaalde (volks-) traditie, zoals bijvoorbeeld de figuren van de commedia dell’arte.

Medebepalend voor het soort kostuums was en is ook voor welke theaterdiscipline een kostuum gebruikt moest worden. Tevens speelde een rol wat de zedelijkheidsopvattingen in een bepaalde tijdsperiode waren. In de eerste helft van 17 eeuw werden bijvoorbeeld in Engeland vrouwenrollen, door jonge mannen in vrouwenkostuums gespeeld, ook in toneeldans.

Pas vanaf het begin van de 18e eeuw ontwikkelde het danskostuum zich op een geheel eigen wijze. Aan het hof van Lodewijk de 14e en 15e, waar de dans zich als kunstvorm ontwikkelde, was het verboden dat vrouwen hun enkels in het publiek zouden laten zien. De voortschrijdende ontwikkeling van de virtuositeit van de bewegingen, maakte minder belemmerende kleding gewenst. Toen de danseres Marie Camargo in 1726 de onderkant van haar rok tot boven de enkel inkortte veroorzaakte dat een groot schandaal.

Het theaterkostuum heeft door de geschiedenis heen altijd bijzondere aandacht gekregen. Het was en is het uitgesproken middel voor een acteur om zich te onderscheiden van andere spelers en tevens zijn/haar belangrijkste hulpmiddel om zich uiterlijk de betreffende rol aan te kunnen meten: zijn eigen fysiek, leeftijd of geslacht te kunnen verbergen en een andere werkelijkheid te verbeelden. Pas vanaf de 20tigste eeuw werd het gebruikelijk om theaterkostuums specifiek te ontwerpen om daarmee juist de dieperliggende of meer abstracte elementen van het karakter van de speler tot uitdrukking te laten komen. Daarnaast blijven zo origineel mogelijk kostuums voorkomen, al of niet gesublimeerd, gestileerd of vereenvoudigd.

Een theaterkostuum wordt tegenwoordig ontworpen door een scenograaf of een aparte kostuumontwerper (een groot aantal van hen is daarnaast tevens decorontwerper), binnen het kader van en in nauw overleg met de bedenker, de auteur, de regisseur, etc. van het betreffende stuk en eventuele andere bij het stuk betrokken ontwerpers en artistiek betrokkenen. Voor de realisering zal de ontwerper naast de artistieke randvoorwaarden eveneens uit moeten gaan van de materiële, alsmede van de beschikbare mogelijkheden om theaterkostuum te laten maken, te huren, te kopen etc. en vooral ook te laten verzorgen.