Fien de la Mar: Biografie - Onder de vleugels van vader Nap de la Mar

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Fien de la Mar, 1935. Foto: Jacob Merkelbach. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Fien de la Mar:


Onder de vleugels van Nap de la Mar

Fien de la Mar met Nap de la Mar. Foto: onbekend. Collectie TIN.

“Als Fientje over haar vader spreekt, glanst er iets in haar oog.” Meerdere interviewers merken door de jaren heen de zichtbare liefde op die de meestal zeer gesloten Fien de la Mar voor haar vader voelde. “Vader was alles”, sprak zij zelf kort en krachtig. De zeer gedreven Nap de la Mar - die diverse gezelschappen leidde, regisseerde én zelf bleef spelen -, stond aan de wieg van Fientje’s grote succes.

Op achttienjarige leeftijd krijgt Fientje een vaste aanstelling in het Hollandsch Operette Gezelschap van haar vader. Na de rol van Amsterdams weesmeisje in de revue Hadt je me maar, speelt zij in 1917 haar eerste hoofdrol: de titelrol in de operette Madorah. Haar indrukwekkende vertolking en prachtige verschijning maken haar op slag beroemd. “Aan haar wordt bewaarheid dat het goede bloed, het artiestenbloed, zich nooit verloochent”, juicht een van de critici (Geciteerd uit Pisuisse 1982). De onervaren Fientje blijkt in die dagen zelf echter vooral bezig haar zenuwen onder controle te houden: “Vader was soms woedend. Dan stond ik nota bene met mijn rug naar ‘t publiek en vergat helemaal dat ik voor de zaal moest spelen en niet voor de mensen die met mij het toneel vulden”, is één van de anekdotes over deze begintijd die Fien de la Mar later veelvuldig aanhaalde.

Fien de la Mar met haar vader Nap de la Mar. Foto: onbekend. Collectie: TIN.
Fien de la Mar. Foto: Jacob Merkelbach. Collectie TIN.

Ook de afkeer van zichzelf komt in deze vroege jaren al om de hoek kijken. Iedereen was er volledig van overtuigd dat de neerbuigende opmerkingen die Fien de la Mar haar hele leven over haar eigen uiterlijk maakte, geen kwestie van valse bescheidenheid was. Op complimenten reageerde zij immers afstandelijk, vaak zelfs bot. Na haar eerste rollen - direct werden haar prachtige uiterlijk en uitstraling bejubeld - zei de onzekere Fien het volgende: “Weet u wat een gek gevoel is? Als je op straat langs zo’n aanplakbiljet loopt waarop je kop reuzengroot staat uitgetekend. ‘k Dacht in de beginne, dat alle mensen naar me keken en dat dan het origineel met de kopie vergeleken werd. En dan vroeg ik mezelf af, of mijn neus nu heus zo breed was en mijn hoofd werkelijk zo dik” (De Dameskroniek, archief TIN).

Snel na de eerste stappen in de wereld van toneel en operette, maakt Fientje de la Mar haar cabaretdebuut. Het idee om in die dagen bekende cabaretières als Lola Cornero, Else Grassau en Margie Morris te imiteren ontstaat bij het neuriën van een liedje in de trein waar zij op dat moment met haar vader in zit. Het liedjesprogramma in het afgehuurde Centraal Theater in Amsterdam blijkt een schot in de roos; als geen ander weet zij op hilarische wijze in de huid van de dames te kruipen en met haar donkere, sensuele zangstem is zij een geboren chansonnière.

Inmiddels wordt er volop aan het aanstormende toneeltalent getrokken, onder meer door Eduard Verkade en het gezelschap van Van Eijsden. “Ik blijf maar stilletjes bij vader”, geeft de afhankelijke Fientje aan wanneer gevraagd wordt naar haar toekomstplannen. Naast voorstellingen als Malle Gevallen (1920/1921) en Dokter Stieglitz (1926/1927) bij de gezelschappen van Nap de la Mar en haar losse cabaretoptredens, maakt zij tóch ook al enkele uitstapjes naar andere gezelschappen, onder meer bij het door Louis de Bree geleide gezelschap Het Vroolijk Tooneel, waar zij in de operette Olly-Polly (1926) de rol van Olly speelt náást haar energieke grootmoeder - gouvernante ‘Polly’ - Rika de la Mar-Kleij.

Nap de la Mar als vader Doolitle en Fien de la Mar als dochter Eliza. Foto: N.V. Vereenigde Fotobureaux. Collectie TIN.

In 1928 spelen vader en dochter De la Mar de gastrollen van Doolittle en Eliza in Shaw’s Pygmalion bij het gerenommeerde Rotterdamsch Hofstandtooneel, de vaste bespeler van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Het succes is zo groot dat leider Cor van der Lugt Melsert Fientje voor vast in zijn gezelschap (met sterren als Fie Carelsen, Louis Gimberg, Dirk Verbeek en Piet Bron) opneemt. Hij geeft haar meteen belangrijke vrouwenrollen te spelen, onder meer in de geprezen voorstelling Het graf van de onbekende soldaat, waarin zij dochter Aude speelt naast Jan van Ees als de soldaat die naar het front vertrekt. “Een goddelijke regisseur”, zou Fien Cor van der Lugt Melsert later noemen. “Vader en Cor zijn de beste regisseurs die ik ooit heb gehad”, stelt zij in een ander interview.

Op 4 juli 1930 sterft Nap de la Mar, 52 jaar oud, in de psychiatrische inrichting in Den Dolder. Fientje maakt de tragische aftakeling en de uiteindelijke ondergang van de door haar beminde vader van dichtbij mee.