Column Jacques Klöters 14 oktober 2013

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Column Jacques Klöters 14 oktober 2013

Maurice Dumas, 1910. Foto: Atelier Rembrandt. Collectie TIN.

De artiest van mijn dag is totaal vergeten. De komische liedjeszanger Maurice Dumas (1878-1937) was ooit een ster, maar zijn naam was in het zand geschreven. Zijn bekendheid verdween nog tijdens zijn leven. Dumas was een 'doodleuke' komiek, die voornamelijk rollen speelde van personen uit een milieu dat hij niet uit eigen ervaring kende: chique boemelaars.

Ik heb vannacht weer veel genoten/Champagne, oesters enzovoort/’k heb alles door mijn keel gegoten/Zo in mijn eentje ongestoord.' (uit: "Alles in m’n eentje")

Dumas zong vaak een tikje schuine liedjes, maar kreeg te laat in de gaten dat het tij voor dat pikante werk na 1910 keerde.

Gisterennacht heb ik Marie naar huis gebracht/Gisterennacht, wie had dat van Marie gedacht?/En we stoven naar boven/U kunt me geloven!/Toen zei ze met een kleur: "Sluit de deur"/Ze trok uit haar toiletje/Tot op haar corsetje/Dat deed die guit ook eindelijk uit.../In haar armen, erbarmen/Mocht ik me verwarmen/Oh, ik werd zo raar/En haar lokken die maakten/Me bijna mesjokke!/Hoe heerlijk rook dat haar van haar!

Hij werd door Koos Speenhoff de beste rijmer onder de humoristen genoemd en dat zegt wel wat. Ik bezocht ooit de oude revueschrijver Jack Junior en die veerde bij het horen van de naam Dumas op en begon hem dan te imiteren: een totaal verzenuwd type dat van onder tot boven trilde, tics had en niet anders dan onverstaanbare kreten uitte. 'Dat was Dumas voor zijn optreden', zei hij dan. 'Maupie werd dan altijd een beetje gek, sprak in de coulissen met zijn overleden moeder en zo. Maar op het moment dat hij uit moest komen, zei hij: "Leti Leti Lang!" en dan was het over. dan had hij zichzelf volledig onder controle.' Op de bühne stond Dumas stil als een standbeeld, zijn armen over elkaar, uit z’n hand hing een zakdoekje waarmee hij z'n woorden soms een accent gaf. Hij zong zonder veel stemverheffing, in een zelfde dreun eindeloos lange coupletten. 'Dumas en z'n lintwormen', werd er gezegd. Hij vertrok geen spier van zijn gezicht: Dumas was een droog-komiek, die in Nederland zijns gelijke niet had en het levende bewijs dat ontspanning op het toneel overwonnen spanning is.

Zijn eigenlijke naam was Maurits Bonefang. 'Bonavang', schreef de burgerlijke stand. Het was een verbastering van Bon Enfant, de naam van de familie van joodse Walen uit Luik. Marskramers, opkopers en kermisreizigers. Maurits' vader goochelde op de markten, z'n nicht had een schiettent, zijn broer werd de 'moppen-koning' Leon Bonné en zijn neef Benjamin kreeg bekendheid als karakterkomiek en later als filmregisseur onder de naam Alex Benno.

Hoe vroeg zou Maup gedebuteerd hebben? In 1886, op 8-jarige leeftijd stond hij als 'miniatuur-komiek' in een Haags café-chantant. Vanaf zijn vijftiende jaar was hij beroeps en trad op als karakterkomiek. Samen met zijn latere vrouw Duifje Schuitevoerder (1874-1942), een nicht van de clown van CARRÉ, vormde hij een duettistenpaar. Een aardige carrière, maar ook niet meer dan dat.

Maurice Dumas, 1910. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.

Dumas brak door in 1906 in het Rotterdamse CIRCUSTHEATER. Hij debuteerde op 16 april 1906 in een nieuw genre, dat van dichter-humorist. Zijn succes was groot. Hij kwam precies op tijd: schuin werd net leuk gevonden en zijn repertoire leek wel een harem van dubbelzinnige gedachten. Hij schreef het zelf. Dat wil zeggen, hij pikte overal en nergens, vooral van de Duitse coupletzanger Otto Reutter. Hij kopieerde ook diens afstandelijk-droge manier van brengen. Verwonderlijk is, dat Dumas met nauwelijks schoolopleiding zulke echt- Hollandse teksten wist te maken van zijn Duitse voorbeelden. Sommige van die vertalingen zijn zo bekend geworden, dat het lijkt alsof ze altijd al bestaan hebben. Vooral zijn spotliedjes op het huwelijk als 'O, Japie is getrouwd' en 'Was ik maar nooit getrouwd' worden tot op heden op bruiloften en partijen gezongen.

Vroeger kende Jaapje/Zorgen noch verdriet/Vrolijk als een knaapje/Zong hij ’t hoogste lied/Thans komt men hem tegen/Min of meer gekromd/Somber en verlegen/Weet je hoe dat komt?/O, Japie is getrouwd!/Hij zit in de misère/Hij zit in de misère/O, Japie is getrouwd/Hij zit in de misère/’t Is z’n eigen fout!

Bladmuziek O, Lieve Mathilde. Collectie TIN.

Privé was Dumas een uiterst deugdzaam echtgenoot, maar in zijn iedjes was hij de propagandist van het boemelen en vreemdgaan. Het huwelijk, dat instituut dat opgericht leek om boemelen en gevrij tegen te gaan, was de grote steen des aanstoots in zijn repertoire. De echtgenotes van de boemelaars in zijn liedjes waren meestal onappetijtelijke schele wezens, die zich met benzine moesten wassen. De vrouw was bij Dumas een aangekleed skelet:

Als ik jou knuffel, denk ik nou!/Het vlees is van rubber en/de benen zijn van jou!

Dumas leek zeer gefascineerd door de vrouw en de hulpstukken die zij erop na hield:

’s Avonds dan gaat mijn Mathilde naar bed/En dan gelijkt ze precies een skelet/Snorken doet zij als een dronken dragonder/En op een stoel ligt haar hele toilet/Boezem en heupen en kuiten en haren/Zijn afgelegd/Dat is niet slecht/Daartegen heb ik volstrekt geen bezwaren/Alleen haar bochel is echt!

(refrein:) O, lieve Mathilde/Als jij eens wist wat ik wilde/Als jij mijn liefde eens stilde/Dan was ik tevree

Dat het publiek zo dol was op dit nummer, kan niet alleen maar aan de leuke Franse melodie hebben gelegen. Humor gedijt vooral op reëel bestaande angsten: bijvoorbeeld bij het huwelijk een kat in de zak te trouwen. De generatie van Dumas wist niet, met wie er werd getrouwd. Velen zagen zelfs in het huwelijk het lichaam van hun vrouw nooit naakt. Wat ze zagen was een door de mode gedicteerd, bedrieglijk silhouet. Zo schreef de mode van 1910 een enorme boezem voor, een slanke taille en een rijk 'bassin'. Wie dat niet had en niet in haar corset wilde rammelen, kocht aanvullende hulpstukken. Het is allemaal te begrijpen, dat Dumas er zijn liedjes over schreef, maar erom lachen is moeilijk geworden.

In 1912 ging Dumas naar Indië. De dichter-zanger Eduard Jacobs had hem voor die tournee gevraagd, samen met een groepje andere artiesten. De planters daar lustten Dumas niet, zijn pikanteriën waren te volks. Na een maand al viel de groep uiteen en Dumas besloot al snel naar huis terug te keren. Korte tijd later was hij weer in Nederland. Eduard Jacobs kon zich in Indië wat beter redden, omdat hij beter was en daarbij zoveel schuiner, dat er bij hem aan familieavonden niet te denken viel en ook niemand die verwachtte. Voor hem organiseerde men speciale 'herenavonden' in de sociëteiten.

Het Indische avontuur betekende de eerste afgang in Dumas' carrière die vanaf die tijd gestadig bergafwaarts ging. Tot 1920 wist hij zich staande te houden met zijn gebruikelijke repertoire en daarbij opstandig (linkse) liederen als 'Wapens neer!' Na 1920 was het uit met het vele platen maken; het vak was veranderd met het aantreden van een nieuwe generatie humoristen en zangers.

Dumas wist zich niet, zoals Louis Davids, te vernieuwen. Hij voorzag in zijn bestaan met het schrijven van voordrachten voor bruiloften en partijen en in 1931 adverteerde hij cynisch in het vakblad 'De Komeet': 'Dumas heeft dit jaar nog 365 vrije dagen. Haast u!' In hetzelfde blad schreef hij:

Wanneer wordt een artiest oud?

  • Als hij zijn vrije avonden thuis doorbrengt
  • Als de directeur hem, in plaats van op kantoor, in de vestibule te woord staat.
  • Als hij voor zijn reclame-materiaal zijn oudste - dus zijn jongste - foto's gebruikt.
  • Als jongere collega's hem prijzen.
  • Als zij zijn liedjes en trucs niet meer gappen.
  • Als hij vijf jaar na zijn 25-jarig jubileum zijn 20-jarig jubileum viert.

De muzikant Alexander Coret schetste een aandoenlijk beeld van de laatste jaren van Dumas die hij doorbracht in een artiestenpension aan de Amstel:

"Als de wintermorgen erg triest was en de mist wat zwaar over de Amstel hing, hoorden de pensiongasten vanaf de bovenste verdiepingen de piepende, knarsende klanken van de oude fonograaf. Wanneer dan de afgejakkerde plaat zich tot het uiterste inspande om zich verstaanbaar te maken, luisterden, onder het scheren of tijdens de morgenkoffie, de inwonende artiesten en muzikanten naar oer-oude successen. Zij waren er al aan gewend: Dumas die hier wat afgezonderd zijn laatste dagen sleet, draaide zijn plaatjes. 'Alles in m'n eentje' ontbrak daarbij nooit. En terwijl het apparaat zuchtend en krassend zijn versleten stem deed horen en het ene couplet na het andere zijn martelgang aflegde, dompelde een vereenzaamd artiest zich onder in de glansperiode van toen."

In 1937 kwam voor Dumas het einde. Zangeres Greta Schley die in de Eerste Wereldoorlog met hem had opgetreden, zei erover: 'hij is van de honger gestorven.'

Bladmuziek Maurice Dumas

Dumas-Bladmuziek-Moderne.jpg Dumas-Bladmuziek-Altijd.jpg Dumas-Bladmuziek-Jongens.jpg


Bladmuziek van Maurice Dumas. Collectie TIN.

Luister naar de liedjes van Maurice Dumas

U kunt luisteren naar Maurice Dumas op de Jukebox op deze Theaterencyclopedie.

Dat kan via deze link: De Jukebox. Er zijn hier in totaal 45 liedjes van Maurice Dumas gratis te beluisteren, alle liedjes komen uit de Collectie TIN.

Tip: Typ de naam van de artiest in het zoekveld, of de titel van het liedje, bijvoorbeeld "Lieve Mathilde".

Update 2021: De theaterjukebox is sinds de opheffing van Theater Instituut Nederland in 2012 niet meer online. De liedjes zijn te beluisteren via de catalogus van de theatercollectie van het Allard Pierson: https://theatercollectie.uva.nl/ Kies voor zoek in Audiovisueel en typ in bij persoon/ instelling: Dumas, Maurice.

Terug naar Column Jacques Klöters