Column Jacques Klöters 10 januari 2013

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Column Jacques Klöters 10 januari 2013

Adele Bloemendaal


Ik moest vanmorgen denken aan Adèle Bloemendaal die plotseling aan mijn bureau was verschenen. Het bureau was een oud geval dat nog eigendom was geweest van de operazanger Jacques Urlus. Alles op het Theaterinstituut had ooit aan een ander toebehoord in die tijd.

Mijn bureau stond op de zolder van het prachtige huis Herengracht 168. Al van verre kon ik de meeste bezoekers puffend de 50 treden horen bestijgen. Adele niet,die stond fris uit de verpakking voor me.

Theater Instituut Nederland aan de Herengracht 168 in Amsterdam. Foto: Roel Bogaards

Op de afdeling Kleinkunst van het Theater Instituut waren natuurlijk overal kasten met boeken en muziek. In het midden lange tafels waaraan mijn klanten zaten te lezen, te neuriën of te roddelen. Het kon er buitengewoon gezellig zijn. Mijn leerlingen van de kleinkunstakademie zochten er repertoire, journalisten gegevens voor stukjes, schrijvers inspiratie. En oud artiesten zochten er gehoor voor hun verhalen.

Adele zei: ik wil iets goeds gaan doen. Ik heb me twee seizoenen in het bus door het land laten sleuren en me de koelere gewerkt in een komedie Sam Sam genaamd. Ik ben een braaf meisje en heb geen avond verstek laten gaan - mijn zoon moest eten - maar nu wil ik iets goeds gaan doen, iets van mezelf en jij gaat me daarbij helpen. Ze keek me aan of ik iets geheims van haar mocht aanraken.

Ik kende haar van hallo zeggen. Ze liep tegen de vijftig, zag er als ze dat wilde enorm gevaarlijk uit, had grote bekendheid van de tv waar ze in populaire series maar ook in literaire programma’s te zien was geweest, maar iets van zichzelf had ze sinds lang niet meer gebracht. Een theater debacle met Leen Jongewaard had dat enige tijd minder wenselijk gemaakt.

Er is in het verleden toch prachtig repertoire geschreven dat de jongelui van nu nodig moeten leren kennen, zei ze. Bertolt Brecht, Prévert, Jacques Brel, Tom Lehrer, Noel Coward! Niet de minsten toch? De boeken in mijn kasten veerden op in blijdschap. Dat was een klant naar hun hart.

Dat repertoire zou ze toch goed kunnen zingen op schoolvoorstellingen? Dan reis ik naar die scholen of naar een plaatselijk zaaltje, doe een tour de chant voor die kinderen, Adèles keus en daarna gaat moeder weer derwaarts! Of is het herwaarts? Weet jij dat soort dingen? Ik heb slechts weinig school gehad.

Ik trok allerlei boeken uit de kast, schoof laatjes open met bladmuziek, wees haar op nog allerlei andere namen die ook beslist op haar programma moesten en adviseerde haar te lezen, te kiezen en te fotokopiëren.

Nooit had ik een klant gehad die zo snel door het repertoire heen spoedde als zij. Ze wist na twee regels tekst of het iets voor haar was. Maar toch zei ze na een uurtje dat ze genoeg had. Ik ga hier niet mee door zei ze. Kun jij dat niet voor me doen? Kun jij niet het repertoire van die voorstelling bijeen garen? Ik heb Frans Ehlhart die alles spelen kan en Frans Mulder kan voor me vertalen als het nodig is. Maar ik heb iemand nodig om me het repertoire aan te reiken. Dat deed Rob Touber altijd voor me, maar die is dood. Godverdommen wat mis ik die man!

Ja dat wil ik wel, maar dat kan natuurlijk nooit in de baas zijn tijd, zei ik. Dat hoeft ook niet, dat gaat in je eigen tijd, werk voor mij en ik zal je rijkelijk belonen. Ik zie je maandagochtend om 9 uur te mijnent in de Zoutsteeg met karrevrachten repertoire! Ajus en weg was ze weer.

Het was het begin van een lange liefdesgeschiedenis.

Video

Adele Bloemendaal, uit de Veronica special Adele in Berlijn, 1985

"Vleselijke Woning", een nummer over de achteruitgang van het vrouwelijk lichaam.


Terug naar Column Jacques Klöters