Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Nieuwe Spiegelstraat 38-50 Amsterdam.JPG


Nieuwe Spiegelstraat 40 (tweede huis van rechts) is het geboortehuis van Cateau Esser. Foto: Stadsarchief Amsterdam

NaamCateau Esser
CitaatIk moet vrouw, echt vrouw zijn en toch het leven met mannenmoed doorworstelen. Cateau Esser, 6 mei 1898
Geboortedatum24 september 1858
Geboorteplaats Amsterdam
Overlijdensdatum1 juli 1923
Overlijdensplaats Amsterdam
BeroepZanger, Pedagoog, Directeur
DisciplineMuziektheater

Cateau Esser (1858-1923) was een Nederlandse concertzangeres, zangpedagoge en directrice en artistiek leidster van de Vereeniging tot Beoefening van Vocale en Dramatische Kunst. 

Cateau Esser was de enige dochter van Rutgerus Hermanus Esser (1801-1864), gouverneur op Curaçao, en zijn tweede vrouw, de officiersdochter Maria Wilhelmina Rutten (1816-1905), en is vernoemd naar haar vaders eerste vrouw, Catharina Schotborgh, die op 28 november 1856 overleed. In april 1860 verhuisde het gezin naar Warmoesstraat 8. Volgens haar biograaf Viotta liet ze daar al zien dat 'liefde en aanleg voor de muziek haar aangeboren zijn'. Op haar zesde overleed haar vader. Met haar moeder verhuisde ze in mei 1867 naar Oudezijds Voorburgwal 224 en in juli 1868 naar Lijnbaansgracht 113. Van haar moeder kreeg ze thuis zang- en pianolessen, op voorwaarde van 'aanhoudende studie en strenge plichtsvervullig'. Haar buurman Charles Louis Marie Godefroy Philbert, de vice-consul van Frankrijk, stimuleerde haar ontwikkeling. Via hem maakte Esser kennis met Joseph A. Verheyen, organist aan de kerk van Antonius van Padua, die haar piano-, zang, harmonie- en orgelles gaf. Na haar zeventiende zong ze in het koor van de Maatschappij tot bevordering van de Toonkunst, waar de componist Johannes Verhulst haar opmerkte. Vervolgens kreeg ze les van Daniël de Lange. Na verloop van tijd adviseerden Verhulst en De Lange haar echter naar het Dr. Hoch’s Konservatorium van Frankfurt te gaan. Hoewel haar moeder hier aanvankelijk niets voor voelde, vertrokken ze op 8 september 1879 toch naar Frankfurt.

In Frankfurt kreeg Esser zangles van Professor Julius Stockhausen, pianoles van Carl Heymann en harmonieles van Franz Magnis Böhme. In 1882 vertrok ze met haar moeder naar Parijs om aanvullende lessen te volgen bij Pauline Viardot. Daarnaast volgde ze toneellessen aan het conservatorium aldaar. Na voltooiing van haar studie keerde ze in 1883 terug naar Nederland, waar ze zich op 15 mei inschreef aan Tesselschadestraat 21. Hierna begon ze haar carrière als alt-soliste. Ook trad ze een enkele keer op als dirigente, zoals op 13 maart 1889 tijdens een concert van een vrouwenkoor in Het Concertgebouw, Amsterdam. Op 5 mei 1891 verhuisde ze met haar moeder naar Vondelstraat 72, waar ze een zangschooltje begon. In maart 1894 begon ze haar cursus toonvorming.

Cateau Essers ervaring met haar eigen kleine zangschool en de goede resultaten die in korte tijd verkregen werden, deden haar besluiten om een ambitieuzere school voor zang- en toneelkunst op te richten. Na het vinden van de benodigde financiën werd op 2 december 1895 de Vereeniging tot Beoefening van Vocale en Dramatische Kunst opgericht. Esser werd daarbij actief ondersteund door bekende tijdgenoten uit de wereld van kunst en cultuur als Hendrik Petrus Berlage, David Croll, Pierre Cuypers en zijn vrouw Antoinette, Alberdingk Thijm, Jozef Israëls, Gerrit Kalff, Hendrik Willem Mesdag, Jan Lodewijk Pierson Sr. en Geo Schwarze en Thérèse Schwartze. Het hoofddoel van de vereniging was 'aan allen, die voor zichzelve een applicatieschool wenschen te doorloopen om hunne verkregene bekwaamheid in vocale en dramatische kunst in praktijk te brengen, daartoe de gelegenheid open te stellen'. Daartoe diende dus de school, waarvan Esser de directrice werd, vanwege haar kennis en ervaring, haar begaafdheid en haar reputatie in de muzikale wereld. De lessen vonden aanvankelijk bij haar thuis plaats. In 1897 kocht ze een pand aan de Weteringschans 101, dat op 24 september 1897 officieel geopend werd. Het pand werd in 1899 door architecten D.J. Nijland en C.L. van Kesteren verbouwd en kreeg toen een concertzaal in sierlijke art-nouveau-stijl. Ook verwierf ze het ernaast gelegen woonhuis op nummer 103, dat ze door dezelfde architecten liet verbouwen om er samen met haar moeder in te gaan wonen. In de eerste jaren had de vereniging het moeilijk, maar daarna kwam het moment om kalm en rustig de idealen te gaan verwezenlijken en om te zorgen dat ‘al het verkeerde plaats zou maken voor het goede’. Het aantal leerlingen groeide, waarbij de school probeerde om degenen die weinig middelen hadden maar wel buitengewone aanleg, kosteloos onderwijs te verlenen. Vanwege de toch beperkte kasmiddelen, was dat niet altijd mogelijk en werden begaafde jongeren toch afgewezen.

Door tijdgenoten die in andere (kunst)kringen verkeerden, werd er wel eens de kritiek geuit dat de vereniging maar weinig invloed had. Die kritiek werd weerlegd met de redenering dat volgroeide artiesten niet op een school moesten worden gezocht. Het was niet de taak van het kunstonderwijs om sterren te kweken; wel om kunstenaars te vormen door middel van langdurige oefening en goed voorbereide uitvoeringen. En dat alles in het belang van de kunstzinnige ontwikkeling en beschaving van het Nederlandse volk.

Esser verzorgde vanaf de oprichting van de vereniging in 1895 een groot deel van de lessen. Ze gaf les in ademhaling, stemvorming, zang, uitspraak van buitenlandse talen, declamatie, rollenstudie en spel-ensemble. Nadat de heer L.B.J. Moor, leraar in ensemble-spel en regie, naar Rotterdam vertrok, besloot Esser deze lessen zelf te gaan geven; tot groot genoegen van de leerlingen die haar lessen zeer waardeerden. Ook opende Esser een nieuwe kunstklas, waarin zij een overzicht gaf van de ontwikkeling van de literatuur en muziek in verband met de vocale, vocaal-dramatische en dramatische kunsten. Ook dat was iets waar de leerlingen behoefte aan hadden en wat geen deel uitmaakte van het curriculum van de HBS of het gymnasium. Esser verzorgde dus niet alleen een groot gedeelte van het onderwijs; ze was ook directrice en artistiek leidster. Naast lesgeven organiseerde ze bijvoorbeeld voordrachtsavonden voor leerlingen en elke maandagavond 'soirees'.

Het lidmaatschap van de vereniging kostte 10 gulden per jaar (met introducé) of 5 gulden per persoon. Het lidmaatschap gaf recht op toegang tot een of meerdere kunstavonden per jaar, waaraan oud-leerlingen hun medewerking verleenden. Op 20 december 1920 werd het 25-jarig jubileum van de vereniging gevierd. Het jubileumcomité onder leiding van burgemeester Jan Willem Tellegen slaagde erin een Cateau Esserfonds op re richten om onvermogende leerlingen de gelegenheid te geven lessen te volgen bij de vereniging. Na 1920 ging het bergafwaarts met de vereniging, omdat het aantal leerlingen sterk afnam. Nog voor haar dood stond het gebouw te koop. Esser overleed op 64-jarige leeftijd en werd begraven op begraafplaats Zorgvlied.


Cateau Esser heeft bijgedragen aan 4 productie(s).

Cateau Esser heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Cateau Esser heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Asschepoes Regie Gelegenheidscombinaties 1904/1905 29 mei 1905 Cateau Esser, H. Schwab
1807 Regie Gelegenheidscombinaties 1905/1906 7 mei 1906 Cateau Esser, Herman Schwab
Genesius Muzikale leiding Vereeniging tot Beoefening van Vocale en Dramatische Kunst 1910/1911 31 maart 1911 Gerard Giesen
Der Freischütz Muzikale leiding Gelegenheidscombinaties 1911/1912 29 februari 1912 Gerard Giesen


Bronnen

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties:

  • Astrid Harteloh (1994). Niets ben ik volkomen, een documentair-kritische deeluitgave van de dagboeken van Cateau Esser (1898 en 1900) [doctoraalscriptie]. Groningen, p. 10, 96-109.
  • http://beeldbank.amsterdam.nl (geraadpleegd 27 maart 2008).
  • archiefmap Allard Pierson 200000493.057