Canon:1970 - Het Werkteater: een nieuwe manier van theater maken

Uit TheaterEncyclopedie
(Doorverwezen vanaf Canon:1970)
Ga naar: navigatie, zoeken
NB: De onderstaande tabel is alleen zichtbaar voor beheerders van de TE en dient voor het semantisch vastleggen van een op deze pagina betrekking hebbende "Gebeurtenis" (plus bijbehorende info) op een "Tijdlijn"; de gebeurtenis en bijbehorende informatie kan zo (o.a.) weergegeven worden in de "slides" van een tijdlijn.



Gebeurtenis
Titel: Het Werkteater: een nieuwe manier van theater maken
Afbeelding: media:Toestanden 169888.jpg
Datum: 1970-02-20
Beschrijving: De start van een collectief.
Tijdlijn(en): Tijdlijn van het Nederlands Theater
Perso(o)n(en): Jan Joris Lamers, Shireen Strooker, Peter Faber, Helmert Woudenberg, Marja Kok
Productie(s):
Gezelschap(pen): Het Werkteater
Theater(s):

Canonlogo.jpgHet Werkteater: een nieuwe manier van theater maken

Een van de gevolgen van Aktie Tomaat (1969) was dat er meer geld beschikbaar kwam voor nieuwe, kleine gezelschappen. Van die gezelschappen werd verwacht dat ze op een vernieuwende manier theater gingen maken, voor nieuwe publieksgroepen. De eersten die van dit geld gebruik konden maken waren de twaalf leden van het Werkteater, een collectief dat in 1970 van start ging.

Alle kennis overboord

De eerste doelstelling die Jan Joris Lamers, Shireen Strooker, Peter Faber, Helmert Woudenberg, Marja Kok en de andere zes leden van het Werkteater geformuleerd hadden was ‘de hervinding van de mogelijkheden van de acteur’. Alles wat ze op school en in de praktijk geleerd hadden over acteren, moest overboord. De tweede en derde doelstelling waren onderzoek doen naar het functioneren van een collectief én onderzoek doen naar de rol van het publiek. Nadat de twaalf leden eigenhandig een leegstaand pand aan het Amsterdamse Kattengat hadden opgeknapt, begon een periode die erop gericht was om elkaar beter te leren kennen. Daartoe werd een uitgebreid trainingsschema opgesteld, met onderdelen als yoga, acrobatiek, improvisaties en speloefeningen. Wekelijks werd er ook een ‘waarheidsuurtje’ ingepland, een groepsgesprek onder leiding van een therapeut, waar irritaties en conflicten uitgesproken konden worden.

Een echt collectief

Het feit dat het Werkteater een collectief was, betekende dat iedereen medeverantwoordelijk was voor alles. Dat gold voor de voorstellingen, maar ook voor de kaartverkoop, de kostuums en de koffie. Er werd niet met regisseurs gewerkt. Als er al iemand voor de groep stond, dan deed hij of zij dat als ‘stimulator’. De stimulator begeleidde het proces, hield overzicht en coachte de anderen, zonder echter de baas te zijn. Niet alleen de regisseur, ook de toneelschrijver ging voor lange tijd in de ban. Het Werkteater maakte aanvankelijk alleen maar nieuwe, eigen stukken, op basis van improvisaties.

‘De kwetsbare ander’

De eerste volwaardige voorstelling waar het gezelschap zich in maart 1972 mee presenteerde, was meteen een schot in de roos: Toestanden, een voorstelling over verouderde en nieuwe manieren van omgaan met psychiatrische patiënten. Later volgden voorstellingen over bewoners in een bejaardentehuis (Avondrood, 1973), over kinderen in tehuizen (Niet thuis, 1975) en over sterven (Als de dood en Je moet er mee leven, 1977). Het Werkteater speelde deze voorstellingen in het eigen theater aan het Kattengat, maar bij voorkeur trad men op bij de betreffende doelgroep: in inrichtingen dus, in bejaardencentra, in gevangenissen en in ziekenhuizen. Al snel maakte het Werkteater ook furore in het buitenland. De manier van werken en het maken van voorstellingen op basis van improvisaties werd ook daar als vernieuwend gezien. Wat vooral opzien baarde en ontroerde, waren de thema’s die het gezelschap koos en de oprechte betrokkenheid bij ‘de ander’, preciezer nog ‘de kwetsbare ander’.

Jac. Heijer en Olga Zuiderhoek. Repetitiefoto van de filmopname van de voorstelling Toestanden in Santpoort, 1975. Foto: Ulli Weiss. Joop Admiraal en Shireen Strooker. Repetitiefoto van de filmopname van de voorstelling Toestanden in Santpoort, 1975. Foto: Ulli Weiss. Cas Enklaar en Joop Admiraal. Achter: Marja Kok. Repetitiefoto van de filmopname van de voorstelling Toestanden in Santpoort, 1975. Foto: Ulli Weiss. o.a. Helmert Woudenberg, Hans Man in ’t Veld, Peter Faber. Repetitiefoto van de filmopname van de voorstelling Toestanden in Santpoort, 1975. Foto: Ulli Weiss.

Repetitiefoto: Je moet er mee leven. Helmert Woudenberg en Frank Groothof. Foto:? Collectie TIN Repetitiefoto: Avondrood, ca. 1973. Links: Marja Kok. Rechts: Joop Admiraal. Aan tafel: Peter Faber. Foto: Frank Vogelsang. Collectie TIN Een zomer op straat, 1973. V.l.n.r.: Helmert Woudenberg, Rense Royaards, Shireen Strooker, Daria Mohr, Yolande Bertsch, Joop Admiraal, Cas Enklaar, Hans Man in ‘t Veld. Foto: Maria Austria/MAI. Collectie TIN

Aangrijpend in de winter, hilarisch in de zomer

Naast deze aangrijpende wintervoorstellingen, maakte het Werkteater ook zomervoorstellingen. Die waren veel luchtiger en leidden geregeld tot hilarische taferelen, zoals bijvoorbeeld bij Hallo Medemens (1976) en Een zwoele zomeravond (1978). De zomervoorstellingen werden in een grote circustent gespeeld, waarmee het gezelschap rondtoerde. De toegang was aanvankelijk gratis, in de hoop dat ook mensen die nooit naar theater gingen de voorstellingen zouden komen zien.

Werkteatertent. Foto: Els van der Kooi, 1978. Collectie TIN. Werkteatertent. Foto: Els van der Kooi, 1978. Collectie TIN. Werkteatertent. Foto: Els van der Kooi, 1978. Collectie TIN.

Een nieuwe fase

Vanaf 1977 verschoof de focus langzaam maar zeker naar een ander soort theater. De groepsprojecten over maatschappelijke thema’s (waar de leden zich ook persoonlijk bij betrokken voelden) maakten plaats voor deel- en zelfs soloprojecten. Ook daartussen zaten legendarische voorstellingen, zoals Joop Admiraals U bent mijn moeder (1981), maar terugkijkend wordt duidelijk dat deze nieuwe fase ook het einde van het collectief inluidde.

Peter Faber koos in 1977 voor een carrière als filmacteur, Gerard Thoolen vertrok in 1980 naar Hauser Orkater, Helmert Woudenberg in 1982 naar Toneelgroep Baal. Hoewel hun plaatsen steeds door nieuwkomers werden opgevuld, hield het collectief in 1988 op te bestaan.


Foto van Joop Admiraal in U bent mijn moeder, ca. 1981. Foto: Maria van der Woude. Collectie TIN. Foto van Joop Admiraal in U bent mijn moeder, ca. 1981. Foto: Maria van der Woude. Collectie TIN. Foto van Joop Admiraal in U bent mijn moeder, ca. 1981. Foto: Maria van der Woude. Collectie TIN.

Invloed op toneel, film en jeugdtheater

Het Werkteater heeft grote invloed gehad op het Nederlands theater. De gedemocratiseerde organisatievorm en de vrije manier van werken, op basis van improvisaties, heeft in de jaren zeventig en tachtig veel navolging gekregen. Tekenend is een uitspraak van regisseur en schrijver Gerardjan Rijnders. Die zei ooit dat hij dankzij het Werkteater zijn ontzag voor de tekst verloor en dat hij alleen daardoor zelf voor toneel durfde te gaan schrijven. Verder betekende de zeer persoonlijke, subtiele acteerstijl die de Werkteaterleden zich door de jaren heen eigen maakten, een belangrijke verworvenheid. Daar profiteerde bijvoorbeeld ook de Nederlandse cinema van. Ten slotte moet hier het Nederlands jeugdtheater worden genoemd. De keuze voor onderwerpen die direct aansluiten bij de belevingswereld van een jong publiek, is iets wat rechtstreeks bij dit collectief vandaan komt.


Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland