Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Een van de kostuums. Zie verderop op deze pagina een overzicht

Revue tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam 1928.

In 1928 bestond het revuegezelschap van Ter Hall dertig jaar en dat werd gevierd met een jubileumrevue genaamd Revue 1928. Deze revue draaide om de Olympische Spelen die dat jaar plaatsvonden in Amsterdam.

Verhaal

EERSTE ACTE

Penalty Kick, de beroemde sportkampioen, zal bij zijn aankomst te Amsterdam feestelijk ontvangen worden. De feestcommissie is onder leiding van den voorzitter, de heer Bob Slee, aan ’t station en als de trein binnenkomst stuurt Bob Slee gauw ’n paar van z’n mannetjes ’t perron op om Penalty Kick te ontvangen en te brengen waar hij wezen moet. De heeren vergissen zich echter in de trein en brengen in plaats van den sportkampioen de heer Jozep Glazemaker uit Noord-Brabant die met vrouw en dochter naar Amsterdam is getogen, met zich mee. Deze provinciale familie is ten zeerste verwonderd over de feestelijke ontvangst, waarbij ze met bloemen gehuldigd worden. Doch als Bob Slee de vergissing bemerkt, worden Jozep Glazemaker c.a. ten spoedigste en zonder complimenten weggewerkt. Als Penalty Kick ’n oogenblik later uit Den Haag aankomt, wordt hij met vernieuwd enthousiasme door de commissie gehuldigd, maar de sportkampioen is zeer ontevreden omdat er geen persfotografen aanwezig zijn om hem te kieken en laat plotseling de heele ontvangstcommissie en de overige aanwezigen in den steek.

Buiten het station ontmoet hij Jozep Glazemaker en familie en in de meening dat hij ’n persfotograaf voor zich heeft maakt hij kennis met de Brabanders. Dit heeft ten gevolge dat hij de familie meeneemt naar ’n cabaret waar echte Hallandsche >>English song- and dance-girls<< optreden. Penalty Kick ontmoet toevallig de heer Bob Slee, die vindt dat de sportkampioen al heel weinig laat merken van z’n sportkennis en eenige twijfel daaromtrent oppert. Dit geeft Penalty Kick gelegenheid te laten blijken dat hij terdege op de hoogte is van alle sportbranches. Als hij daarna weer wordt bemachtigd door Charlotje Glazemaker, het moderne meisje uit de provincie, dat dweept met Penalty Kick, ontkomt hij er niet aan met deze jonge dame naar de danszaal te moeten gaan waar helaas niet gecharlestond maar echt ouderwetsch en daarom weer zeer modern de Wals wordt gedanst. Als pa Glazemaker later aanmerking maakt tegen Charlotje over haar intimiteit met Penalty Kick, blijkt het dat haar dweeperij met de kampioen zulke afmetingen heeft aangenomen, dat zij er zelfs van droomt zich door hem te laten schaken. Jozep Glazemaker lacht haar uit en beweert dat schaken iets is uit grootmoeders tijd. Een scène getiteld "de Schaking", maakt het haar duidelijk.

Het verblijf in de drukke wereldstad bezorgt aan Jozep Glazemaker angstige droomen in den nacht en hij kan die zelfs overdag niet kwijt. Penalty Kick lacht hem uit maar hij ziet zelf hoe ’n mensch schrikken kan als hij plotseling vreemde schaduwen aan den wand ziet. Jozep Glazemaker wil wel iets meer weten van de sport en Penalty Kick is bereid hem in te wijden in de geheimen der bokssport, waarbij Bob Slee als scheidsrechter fungeert. Het gevolg is dat Jozep Glazemaker en Penalty Kick allebei ’n beetje behoefte hebben aan rust en toevallig beide in het zeer rustige pension Rustoord te land komen. Nog niet helemaal bekomen van hun rustkuur vindt hen Bob Slee die op zoek was naar de sportkampioen om hem mee te nemen naar de Sportapotheose in het Stadion. Hij neemt hen nu beiden maar mee naar: De Sportfinale.

TWEEDE ACTE

’n Heele brigade verkeersagenten is bezig het groote-stads-verkeer te regelen, waarna een paar wildvreemde jongelui, die op een bankje zitten te vrijen, elkaar wat wijs maken door hun eigen familie vreeselijk op te hemelen. De jongelui denken niet aan het spreekwoord: >> Al is de leugen nog zoo snel, de film achterhaalt haar wel<<. Penalty Kick moet als zwemkampioen uitkomen en hij geeft daarbij blijk van ’n wonderlijke zwemprestatie. Even daarna ontmoet Glazemaker hem als doctor honoris causa en hierdoor krijgt de provinciaal gelegenheid op de hoogte te raken van de beteekenis der faculteiten. Als bona-fide amateur is Penalty Kick genoodzaakt er geen geld mee te verdienen, wat hij dan ook doet als handelsreiziger. En in een schets getiteld >> Nooit Opgeven << laat hij zien dat hij ook als handelsreiziger kampioen is. Charlotje krijgt hem weer te pakken en ze sleept hem mee naar ’n Schermwedstrijd. Als Jozep Glazemaker en Penalty Kick elkaar weer ontmoeten, zegt Jozep geen tijd te hebben omdat hij een Protestvergadering moet gaan bijwonen van sportvereenigingen die niet uitgenodigd zijn ter Olympiade, Penalty Kick herinnert zich dat hij ook nog aan zoo’n niet officieele sport doet en besluit mee te gaan protesteren. De Tweede Acte sluit met "de Voorstelling der Vier Jaargetijden".

DERDE ACTE

Bob Slee geeft ’n tuinfeest en hieraan nemen Penalty Kick en Jozep Glazemaker op eenigzins onconventioneele manier deel. Na dit feest wordt er ’n ander feest herdacht namelijk het Jubileum der Ter Hall revue. De eerste ging in 1898 en de revue 1928 is de Dertigste. De revue uit 1898 wordt voorgesteld door ’n ouderwetsch costuum uit die dagen en we zien aan de costuums uit de opvolgende jaren het groeien der revue, het meegaan met de tijd totdat het laatste costuum als symbool van wat de revue nu is, alle andere overtreft. Na deze Revue-revue komt Jozep Glazemaker met Charlotje om naar ’n vioolconcert te gaan dat gegeven zal worden door den bekenden violist Louis Bouwmeester. Charlotje dweept meer met saxofoons, maar pa staat er op dat z’n dochter de violist zal hooren, wat dan ook gebeurt. Penalty Kick is niet mee geweest naar het concert van den violist. Hij ging op z’n eigen houtje uit en komt eenigszins Tipsy thuis. Dat brengt hem begrijpelijker wijze in onmogelijke situaties. Jozep Glazemaker en Charlotje ontmoeten nog even de heer Bob Slee. Jozep is erg in z’n nopjes want hij heeft tien mille verdiend met ’n gokje in de duiker. Dat brent hen in gesprek over Indië en zoo komen we aan de Slot-Finale: Holland-Indië.

Betrokkenen

De onderstaande personen hebben een (in)directe bijdrage geleverd aan de realisatie van de theaterproductie (in voorkomende gevallen op basis van- of uitgaande van een bestaand werk). Aanvullingen zijn welkom.

Auteurs en makers

NB: Op dit moment worden specificaties (bijv. 'assistent', 'dialogen', 'ontwerp') nog niet meegenomen vanuit de premièredatabase. Deze informatie is op te vragen via de Theatercollectie.

Aan de realisatie van deze productie hebben meegewerkt:


  • Choreografie: Dhr. Dickson


  • Decor: v.d. Arend
  • Kostuums: Herman J. Kaufmann
  • Kostuums: Pascaud
  • Kostuums: Fa Kogels
  • Kapwerk: Michels


Rolverdeling en uitvoerenden

NB: De rolbenamingen zijn veelal direct overgenomen zoals in het originele programmaboekje vermeld, en kunnen zodoende verouderde termen bevatten. Zie ook deze pagina.

Johan Buziau (Penalty kick)
Coba Kinsbergen (Het jonge meisje)
Piet Köhler (Meneer Glazemaker)
Sophie Köhler-Van Dijk (Mejuffrouw Glazemaker, Solozang)
Alex de Meester (Huisknecht, Voorzitter, De jonge man, De Butler)
Gretha Schley (Mevrouw Glazemaker, Solozang)
Jean F. de Gidts
Jan Weber (Biljarter)
Frans Steffan (Kegelaar, Bediende)
Mina Buziau
Henk Bood
Raf Kapper
Wilhelmina Harterink
W. Kooper
Mej. van Reede
Dhr. de Groot (zanger)
Dhr. Wolters
Dhr. Harmsen
Louis Bouwmeester jr.


    De Olympische kostuums

    Uit de 30ste Revue zijn twaalf capes overgebleven. De twaalf Olympische kostuums staan elk in het teken van een land en een sport, die met elkaar verbonden zijn. Op welke manier de landen en Olympische sporten gekoppeld zijn is niet altijd helemaal duidelijk.

    De binnenkant van de capes is van satijn. Bij het openslaan van de cape wordt een nationale vlag zichtbaar. De buitenkant van de capes is versierd met glinsterende pailletten, zwart fluwelen applicaties en tekeningen van olympische sporten en sporters. De afgebeelde Olympische sporten zijn voornamelijk sporten die op de Olympische zomerspelen van 1928 te zien waren. Dit zijn er acht: boksen, wielersport, schermen, gewichtheffen, zeilen, paardensport, schoonzwemmen en tennis. Op drie andere Olympische capes staan winterspelen afgebeeld: langlaufen, bobsleeën en kunstrijden. Op nog een ander Olympische cape staat een afbeelding van het stierenvechten, dat geen Olympische sport is.

    Een overzicht van de afgebeelde vlaggen van landen en de afgebeelde Olympische Sporten (klik op de afbeelding voor het land en de bijbehorende sport):

    De Olympische kostuums waren te zien in het finalenummer van de eerste acte: ‘Hulde aan de Olympiade’, geschreven door Gerrit van Weezel en met solozang van Greta Schley.

    Ontwerp van de Olympische kostuums

    De kostuums werden ontworpen door de Duitser Hermann J. Kaufmann. Hij richtte in 1907 in Berlijn Theaterkunst op, een bedrijf dat kostuums maakte voor theater, opera en cabaret. Vanwege de hoge kwaliteit werd het bedrijf ook steeds vaker gevraagd om kostuums te maken voor films. Onder druk van de politieke omstandigheden moest Hermann J. Kaufmann zijn bedrijf in 1936 verkopen. Theaterkunst bestaat op dit moment nog steeds en ontwerpt ook nog steeds kostuums voor theater en film.

    Het verhaal van de Olympische kostuums

    De afgebeelde sporten op de Olympische capes moeten betrekking hebben gehad op de verhaallijn zoals die in het programmaboekje is beschreven. Zo komt Penalty Kick door een persoonsverwisseling per ongeluk bij een protestvergadering waar het gaat om sporten die niet mee mogen doen aan de Olympische spelen. In de Finale wordt dit alles opgelost en lijkt het te gaan om de verbondenheid die sport teweeg kan brengen bij het volk.

    Opvallend is wel dat in het programmaboekje van de Revue 1928 slechts tien landen worden genoemd bij de Finale 1ste Acte “Hulde aan de Olympiade.” De landen Noorwegen, Nederland en Roemenië worden niet vermeld. Ook wordt in het programmaboekje Griekenland als land genoemd, maar daar is geen kostuum van gemaakt of overgebleven. Of de kostuums dus allemaal gebruikt zijn en op welke manier ze gebruikt zijn is nog niet helemaal duidelijk.

    Lees ook

    Bronnen

    • Productiedatabase
    • “30ste Revue Henri ter Hall 1898 1928,” 1928. Eerste Nederlandse Revue Gezelschap van Henri ter Hall, 0925-01, 17: Programmaboekjes, 1897-1928, Gemeentearchief Den Haag.
    • website Theaterkunst, Kostumausstattung.
    • website Radboud Universiteit.