Wim Sonneveld: Volgens Wim Sonneveld

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Wim Sonneveld, 1955. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Wim Sonneveld:


Volgens Wim Sonneveld

Wim Sonneveld is in de loop van zijn carrière regelmatig geïnterviewd voor kranten, tijdschriften, radio en televisie. Ook zijn er een aantal boeken over hem verschenen, waarin Sonneveld geciteerd wordt en brieven van hem zijn gepubliceerd. Hieronder kunt u enkele van zijn uitspraken en gedachten lezen.

Wim Sonneveld geportretteerd als medewerker van de Utrechtse GGD, ca. 1933. Wim Sonneveld. Fotograaf onbekend, ca. 1936. Collectie TIN. Wim Sonneveld, ca. 1936. Fotograaf onbekend. Collectie TIN. Wim Sonneveld, ca. 1936. Fotograaf onbekend. Collectie TIN. Wim Sonneveld, ca. 1970. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.

Over het gemis van een familie

"Ik wil toch nog iets doen wat belangrijk is. Dat wil zeggen, niet iets veranderen op theatergebied, waar ik applaus voor krijg, maar ik zou het belangrijk vinden om ergens invloed te hebben. Dat komt waarschijnlijk doordat ik een familie mis. Misschien had ik het belangrijk gevonden om een zoon te hebben, om iets aan door te geven. Ik zou het heerlijk gevonden hebben als ik een zoon had, waarmee ik kon samenwerken.

Dat zie ik een klein beetje romantisch natuurlijk. Vader en zoon op toneel en dan ineens zeggen van: Dames en heren, dit is mijn zoon. Wat dat betreft heb ik een traditionele zin. Ik zou de traditie door willen zetten. Ik zou wat ik vergaard heb, willen doorgeven. Daar zou ik het voor mijn dood voor bestemmen. Niet om mijn naam te dragen, helemaal niet. Ik heb mijn hele leven hard gewerkt en ik heb geld verdiend. Dat wil ik weggeven, ergens voor bestemmen, vooral bestemmen voor mensen die minder geluk gehad hebben in het leven. Er komt een grote mate van geluk bij als je het zover schopt."

bron: Wim Sonneveld door Hubert Janssen, Apeldoorn 1975, geciteerd uit de televisiedocumentaire ± 9000 keer van Kees Brusse.

Over zenuwen voor de voorstelling

"Ik heb angst voor dingen die nooit gebeuren. Als ik moe ben haal ik me van allerlei angsten in m'n kop, vooral om 8 uur 's avonds, ik denk dan dat ik elf uur niet haal. Ik denk heel vaak aan de dood en dan word ik angstig, niet om het doodgaan zelf maar om wat er dan allemaal afgelopen is. Ik ben taai en gezond, en heb toch altijd wat. Van de zenuwen. Ik heb kasten vol medicijnen, waarvan ik geen tien procent slik. Ik heb altijd zenuw- en maagtabletten in mijn zak die ik telkens weer vernieuw omdat ik ze verlies.

Er zijn wel een periodes dat ik denk dat ik van alles heb en het erg is, dat ik dat dan ook nog allemaal zeg. Dat moet ik doen, dan ben ik het kwijt en terwijl ik mezelf hoor praten, weet ik dat het alleen maar zenuwen zijn, zenuwen voor de voorstelling waarvoor ik elke avond om acht uur nog even bang ben. En het aardige van al mijn medewerkers is, dat ze allemaal ernstig naar me luisteren, omdat ze weten dat dat de enige methode is om mij te laten weten dat ik me aanstel."

bron: interview in De Telegraaf uit 1965, geciteerd uit: Wim Sonneveld door Hubert Janssen (Apeldoorn 1975)

Over het eten na de voorstelling

"Na de voorstelling vind ik de fijnste tijd. Dan zitten we bij elkaar en eten we eerst. Er is altijd soep bij ons in huis. We beginnen met soep. Soep vind ik het fijnste om klaar te maken, en dan pannenkoeken, en omelet souflé en al dat soort dingen, pudding en zo. Dat vind ik het heerlijkst."

bron: Wim Sonneveld door Hubert Janssen, Apeldoorn 1975, geciteerd uit de televisiedocumentaire ± 9000 keer van Kees Brusse.

Iedereen heeft alles in zich

"Ik heb alles in me. Ik ben een Hitler. Ik ben een heel goed mens, ik ben alles, alles, alles... Alles heb je in je, want je kunt alles veroorzaken, als je het wilt en als je de energie kunt opbrengen. Daarom ben ik gelovig omdat ik namelijk geloof dat iedereen gelijk is aan God. Dat geloof ik, dat weet ik namelijk zeker. Omdat ik dat alles in me heb, alles, alles, alle ellende en alle verdriet en alle vreugde. Ik kan me alles voorstellen zonder het mee te maken. Maar je hebt het natuurlijk meegemaakt, via je emotie, via je dromen.

Maar ik verbeeld met dat ik veel meer meemaak dan een ander. Daarom zeggen de mensen, die mij niet kennen, daarom zeggen burgerlijke mensen altijd tegen mij, dat ik overdrijf. Ik zie alle dingen anders dan een burger. Ik zie altijd het "d'rum and d'ran". Ik kijk bij een film en bij het toneel altijd naar de figuratie, want een mens maakt voor mij niet alleen uit het mens dat daar loopt, dat daar zit, maar hij wordt getekend door dingen die hij om zich heen heeft: een vrouw die op hem afkomt en op een bepaalde manier reageert, een ding dat ie neerzet, enz. Dat zie ik allemaal, dat vertel ik allemaal. En ik weet dat ik het dan kleur. Dan zeggen de mensen, daar zit ie weer te fantaseren. Zo is het absoluut."

bron: Wim Sonneveld door Hubert Janssen, Apeldoorn 1975, geciteerd uit de televisiedocumentaire ± 9000 keer van Kees Brusse.

Plannen voor de toekomst als redmiddel

"Ik weet niet, waarom ik zo gedreven wordt actief te zijn. Ik ben au fond heel lui. Als ik eenmaal zit, kom ik niet meer op. Het gekke is, dat ik altijd plannen maak voor de toekomst. Als ik dat niet zou doen, zou ik nooit werken. Als ik nu tegen mijn impressario zou zeggen of tegen een theaterdirecteur: ik kom over drie jaar met een nieuwe show, dan heb ik er zoveel over gekletst, dat het ook gebeurt, omdat ik verplicht ben me aan mijn woord te houden."

bron: Wim Sonneveld door Hubert Janssen, Apeldoorn 1975, geciteerd uit de televisiedocumentaire ± 9000 keer van Kees Brusse.

Wel fijn, dat de mensen kletsen

"Ik zou niet erg goed weten hoe ik eigenlijk was. Aan de ene kant zou ik willen dat de mensen een serieuze indruk van mij hadden, aan de andere kant een niet te serieuze indruk. Ik fantaseer ontzettend veel en lach daarom ontzettend veel...

Ik heb geen zin om mijn privé-leven bloot te geven. Daar heeft niemand recht op. Ik interesseer mij toch ook niet voor het privé-leven van de mensen in de zaal. En ik geloof ook niet, dat de mensen zo geïnteresseerd zijn in mijn privé-leven. Ze zijn geïnteresseerd in mij als artiest en daarvoor komen zij. En ik vind daarenboven: laten zij maar denken wat zij willen, laat ze maar zeggen, wat ze willen. Ik weet toch wel wat ze zeggen. Dat is gedeeltelijk waar en dat is gedeeltelijk niet waar. Laten de mensen maar lullen. Ik vind het wel fijn, dat ze kletsen."

bron: Wim Sonneveld door Hubert Janssen, Apeldoorn 1975, geciteerd uit de televisiedocumentaire ± 9000 keer van Kees Brusse.

Een dolle boel op het toneel

"Als de zaal vol zit, dan word ik zenuwachtig en moet ik schmieren. En als de zaal leeg is, dan word ik ook zenuwachtig en moet ik schmieren."

bron: Wim Sonneveld. De parel van het cabaret, Hilde Scholten (Terra Lannoo 2006)