Willem Nijholt: Repertoire - Toneel - Diversen

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Willem Nijholt, 1960. Foto: Theo A.A. Veenboer. Collectie TIN.

Eenlevenlangtheater Willem Nijholt:

Diversen

Een overzicht van de rollen van Willem Nijholt bij andere gesubsideerde gezelschappen dan het Rotterdams Toneel, de Nederlandse Comedie, en de Haagse Comedie vindt u hier: bij ondermeer het Haarlems Toneel, Nieuw Rotterdams Toneel, Globe, Holland Festival en Het Nationale Toneel.

Willem Nijholt als Claudius (rechts) en Bart Slegers als Hamlet in Hamlet (W. Shakespeare), Zuidelijk Toneel Globe, 1993.

Moord in de kathedraal 183366.jpg Moord in de kathedraal 183367.jpg

Links: V.l.n.r. Freek van Muiswinkel, Willem Nijholt en Arthur Boni, en Rechts: V.l.n.r. Freek van Muiswinkel, Peter Smits en Willem Nijholt in Moord in de kathedraal, Haarlems Toneel, 1992. Foto's: Jaap Pieper. Collectie TIN.

De val 177206.jpg De val 177208.jpg

Willem Nijholt in De val, Holland Festival 1984. Links: Foto Jaap Pieper. Rechts: Foto Maarten Brinkgreve. Collectie TIN.

Romeo en Julia 191468.jpg Romeo en Julia 191474.jpg

Links: Rick Nicolet, Edmond Classen en Willem Nijholt, en Rechts: Jules Royaards, Willem Nijholt, Bas ten Batenburg in Romeo en Julia, Nieuw Rotterdams Toneel 1968. Foto's: Particam Pictures/MAI. Collectie TIN.

Rollen van Willem Nijholt bij andere gesubsidiëerde gezelschappen

  • 27 februari 1959: 1ste ober in De zwarte bruid, Stichting Cultuurfonds BUMA.
  • 20 september 1968: Romeo in Romeo en Julia, Nieuw Rotterdams Toneel. Uit de pers: "Willem Nijholt beschikt over een grote lichamelijke behendigheid en kan dan ook spectaculair vechten, maar veel belangrijker is de bijna beklemmende intensiteit van zijn teksten: deze Romeo brandt inderdaad van binnen". bron: W. Boswinkel, geen titel, Algemeen Handelsblad, 21.9.1968.
  • 1 januari 1969: Ra, Appollodorus in Caesar en Cleopatra, Nieuw Rotterdams Toneel. Uit de pers: "Onsterfelijk was het ogenblik waarop Willem Nijholt na zich met precieuze gebaren te hebben ontdaan van zijn lijfstukken, in een zeer uit-de-tijds zwemslipje, sierlijk over de balustradevan de belegerde vuurtoren springt". bron: Auteur onbekend, 'Caesar en Cleopatra', Elsevier, 11.1.1969.
  • 22 februari 1969: Edward in Nu, Nieuw Rotterdams Toneel. Uit de pers: "Zij (Nieuwenhuyzen - red.) maakt van de rol aanzienlijk meer dan er in voor de hand ligt en dat geeft Osborne's gemopper meer reliëf dan het van huis uit heeft; zelfs een schrijnend reliëf. Dat gebeurt trouwens ook in de andere rollen, die, met Lies Franken en Willem Nijholt voorop, verrassend goed uitgewerkte figuren worden, hoewel zij aan hun teksten weinig houvast hebben en voor een groot deel zwijgend moeten luisteren en reageren". bron: André Rutten, geen titel, De Tijd, 24.2.1969.
  • 4 juni 1971: de ondervrager in Clair Obscur van Marguerite Duras, Gezelschap: Toneelstichting Spel; Regie: Harry Kümel. Met o.a.: Loudi Nijhoff, Joan Remmelts.
  • 15 januari 1975: Valerie Stein, documentarist, t.v.reporter in De stilte aan de andere kant van de heg, Zuidelijk Toneel Globe. Uit de pers: "Willem Nijholt speelde de filmjournalist Valerie Stein met weinig zekerheid. Die is in de rol ook nauwelijks aan te treffen omdat het drama dat uit de doeken wordt gedaan, voor hem als een verrassing komt, waarop hij op de een of andere manier probeert in te spelen, min of meer wanhopig aan de draad van geopenbaarde feiten of pogingen tot verbergen daarvan hangend en vrijwel zonder kans tot ingrijpen". bron: Anton Koolhaas, geen titel, Vrij Nederland, 19.1.1975.
  • 1982/1983: rol in Uyt levender jonst, Gezelschap: Muzikaal Literaire Stichting, Regie: Fons Eickholt. Met o.a.: Anne Marie Prins.
  • 6 juni 1984: Jean Baptiste Clamence in De val, Holland Festival, Skamander. Uit de pers: "Nu wij in post-moderne tijden schijnen te leven en oordelen ons onverschillig lijken te laten doet De Val enigszins verouderd aan, hoe knap en overtuigend Willem Nijholt ook twee uur lang met de monoloog zijn gehoor kan boeien. Zonder een moment van acteursijdelheid trekt hij alle registers open: deze Clamance is ijdel, macho, masochistisch, profetisch en steekt intellectueel zijn toehoorders in zijn zak. Een knappe prestatie". bron: Jac Heijer, 'Verouderde schuldbeleving', NRC, 7.6.1984.
  • 3 juni 1992: Thomas Becket in Moord in de kathedraal, Haarlems Toneel. Uit de pers: "Gelukkig is daar Willem Nijholt als aartsbisschop Becket. Met zijn ervaring als zanger en acteur in musicals lijkt hij de ruimte naar zijn hand te zetten. Geen woord is onverstaanbaar, geen zin loopt in het volgende over". bron: Wytzia Soetenhorst, 'Alleen Nijholt ruikt rooms in kathedraal', Haagsche Courant, 5.6.1992.
  • 4 september 1993: Claudius in Hamlet, Zuidelijk Toneel. Uit de pers: "In het algemeen wordt er in het spel geswitcht tussen met of zonder afstand, met meer of minder nadruk op declamatie en fysieke uitdrukking. Zo krijgt de koning van Willem Nijholt, naast de vrij uitdrukkingsloze en statische Polonius van Henk van Ulsen, een zeer muzikale, bijna dansante vertolking. De perfectie en beheersing van elke stap en klank passen daarin uiteraard bij het beeld van deze doorgewinterde en niet eens zo onsympathieke heerser". bron: Hana Bobkova, 'Een lamlendige, bezeten en spottende Hamlet', Financieele Dagblad, 4.10.1993.
  • 26 december 1993: Van der Welcke in Kleine zielen 1 en Kleine zielen 2 Het Nationale Toneel. Uit de pers: "Op verschillende wijze laten zowel Willem Nijholt (Henri) als Anne-Wil Blankers (Constance) het verleden doorschemeren en zij creëren zo de meest afgeronde individuele portretten, waartoe vooral Constances tekst ook de gelegenheid biedt. Het contrast dat Nijholt laat zien tussen de aanvankelijke elegantie en extrovertie van een voormalig diplomaat en de stilte van een in zichzelf gekeerde waardige heer in het laatste bedrijf!". bron: Hana Bobkova, 'Kleine Zielen speelt met Tsjechov', Financieele Dagblad, 22.1.1994.