Willem Nijholt: Biografie - Ouders en jeugd

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg


Willem Nijholt, 1957. Fotograaf onbekend. Herkomst: Collectie Willem Nijholt.

Eenlevenlangtheater Willem Nijholt:

Ouders en jeugd

Huwelijksfoto van de ouders van Willem Nijholt, 31 oktober 1929. Foto: Collectie Willem Nijholt

Willem Adrianus Nijholt werd geboren op 19 juli 1934 te Gombong op Midden Java. Hij groeide op in Nederlands Indië in een klein garnizoensplaatsje, waar ook een KNIL-opleidingscentrum was waar zijn vader werkte als onderofficier-instructeur. Hij leidde Indonesiërs op tijdens hun dienst in het Nederlandse leger. Zijn ouders hadden elkaar in 1923 in Nederland leren kennen, maar zijn vader had getekend voor zes jaar dienst in Indië en vertrok kort na hun ontmoeting. Toen hij zes jaar later weer terugkeerde, werd er snel getrouwd en vervolgens nam Nijholt zijn bruid mee naar Indië. Ze kregen drie kinderen, hun oudste zoon Jan werd in 1932 geboren, gevolgd door Willem in 1934 en hun zusje Ria in 1941. "Ik herinner mij ook nog dat mijn zusje geboren werd - ik was toen zeven jaar - en dat mijn vader dolgelukkig riep: 'Het is een meisje!... een meisje!' En hij liep met dat kind de hele dag in zijn armen te zingen. Ik was jaloers op het krijsende baby'tje dat alle aandacht van mijn pa kreeg, want ik voelde me in de ogen van mijn vader een doetje, en mijn broertje was zijn favoriet, die kon alles, terwijl ik dromerig altijd maar speelde." (geciteerd uit: Kijken achter maskers, aangevuld 2007 door Willem Nijholt)

Willem (‘Willy’) Nijholt, 1 jaar oud, 19 juli 1935. Foto: Collectie Willem Nijholt.

Nijholts band met zijn moeder was hechter dan die met zijn vader. Zijn moeder had het ook niet heel makkelijk in Gombong, waar behalve de Nijholts nog slechts twee andere westerlingen woonden. Om aan het leven van alledag te ontsnappen ging Nijholts moeder vaak naar de bioscoop. Bovendien hield ze zo van dansen, dat ze Mien Charleston werd genoemd. Op haar grammofoonspeler draaide ze graag Amerikaanse muziek als die van Bing Crosby. Nijholts vader liep altijd te zingen of te fluiten. "Liedjes uit De Jantjes of Bleeke Bet en alle populaire deuntjes van de dag. Mijn moeder draaide jazzy plaatjes op de koffergrammofoon en dan zwiepte ze mij in een wilde dans door de kamer en een lol dat we hadden! Zo werd mij het plezier in zang en dans al heel jong - zo ver mijn herinnering teruggaat - in het hart geplant." (geciteerd uit Musicals in Nederland)

Willy Nijholt, met zijn vader in geboorteplaats Gombong, 1935. Foto: Collectie Willem Nijholt.

Sprekend over het gemis aan zelfvertrouwen dat hij in zijn volwasssen leven nog altijd ervaart, zei hij in een interview over zijn jeugd: "Ik denk dat veel is gekomen doordat mijn vader weinig aandacht voor mij had. Ik heb erg naar zijn genegenheid verlangd. Hij had misschien niet met mijn moeder moeten trouwen. Hij was een echte vrijgezel, een mannen-man. Hij had één echte maat (vader van 11 kinderen) waar hij altijd mee optork en dan een behoorlijke slok mee kon drinken en dat verstoorde nogal de rust in het huwelijk." (geciteerd uit: Kijken achter maskers en 2007 aangevuld door Willem Nijholt)

"Ik had, tot mijn achtste, een beschermde jeugd. We hadden bedienden, maar moesten beleefd tegen ze zijn, ik mocht gewoon op blote voeten lopen, maar moest me wel twee keer per dag baden en verschonen." (geciteerd uit: Kijken achter maskers, gecorrigeerd en aangevuld door Willem Nijholt 2007)

Nijholt was een hartstochtelijk maar ook driftig kind. "Ik herinner mij niet zoveel van mijn jeugd. Er zijn maar een paar dingen die ik nog goed weet. Bij voorbeeld dat ik heel geconcentreerd speelde en als dat doorbroken werd, kon ik erg driftig worden. Ik ben als kind van vier jaar bijna gestikt in mijn eigen drift, toen een neefje een afgekloven kippepoot in mijn glas ranja stak. Ik heb veel kwaadheid in me en daardoor brand ik vaak mijn vingers. Maar hartstocht komt door fantasie tot leven en ook omgekeerd. Hartstocht is een vuurbal die binnenin je zit en die door te branden allerlei lichtflitsen, schaduwen en beelden oproept. Die lichtflitsen, schaduwen en beelden zijn dan weer je fantasie." (geciteerd uit: Kijken achter maskers)

Willy Nijholt (rechts) met moeder, oudere broer Jan en zusje Ria op Madura, vlak voor de internering, 1942. Foto: Collectie Willem Nijholt.

De Tweede Wereldoorlog brak uit en Japan bezette de Nederlandse kolonie Indië. De familie Nijholt werd in 1942 vanuit Madoera geïnterneerd in verschillende Japanse kampen. Hoewel Willem Nijholt in een interview ooit zei daar geen trauma's aan overgehouden te hebben, zijn de kampjaren wel bepalend geweest. "In de oorlog speelde ik dat het kamp niet bestond. Zo werd het hele kamp een speelterrein voor mij, terwijl mijn broertje voor ons werkte. Mijn broer nam zo'n beetje de plaats van vader in, hij zorgde er voor dat we overleefden, hij was het hoofd van het gezin en ik speelde maar wat. (...) In het kamp ondervond ik wel hoe slecht we het hadden, maar ik ben er fantaserend - en toverend - en spelend door heen gekomen." (geciteerd uit: Kijken achter maskers, aangevuld 2007 door Willem Nijholt)

In een interview in 2002 zei hij: "Het kamp, daar word ik vooral aan herinnerd als ik Japanse toeristen zie, of iets níet koop omdat het een Japans merk is. Laatst ging ik een grasmaaimachine kopen en ze hadden in de winkel alleen Japanse. Ik zei tegen Ben, mijn vriend: 'Ik doe het niet.' Maar ik kon niet anders, we hadden het ding nodig. Toen zei ik: 'Oké, dan zal deze Jap godverdomme voor míj werken.' Ja, en dat 55 jaar na dato.Ik heb er de laatste jaren weer meer last van. Een bitter gevoel, omdat ik door het kamp geen goede scholing heb gehad, omdat ik mijn moeder heb verloren... Dat ze me nooit op het toneel heeft gezien, dat is een groot verdriet voor mij geweest. Ze zag het niet zo zitten: 'Toneel, kínd, wat moet je toch, dat zijn sloebers.' Dan zei ik: 'Nee, ma, ik word ontdekt.' 'Ja, kind, langs de kant van de weg, op een schoen en een slof...' Dat soort dingen zei ze dan. (geciteerd uit: website vriesdemark.nl)

Willem Nijholt kwam met zijn moeder, broer en zusje in een vrouwenkamp terecht. In het laatste jaar van de bezetting werd hij naar een mannenkamp overgebracht. Daar werd hij op de sawa's te werk gesteld. Ook zijn oudere broer Jan bevond zich in dat kamp. Toen de oorlog afgelopen was en het jongenskamp werd bevrijd, gingen Willem en Jan op zoek naar hun moeder en zusje. Hun zusje bleek ondergebracht te zijn bij familie, hun moeder lag ernstig ziek in het ziekenhuis. Ze werd in december 1945 met het eerste ziekentransportschip terug naar Nederland gebracht. Eenmaal terug in Nederland kwamen ze in een nonnenklooster terecht waar zijn grootmoeder een kamertje bewoonde. (geciteerd uit: Kijken achter maskers, gecorrigeerd 2007 door Willem Nijholt)

V.l.n.r. Willy Nijholt (ruim 11 jaar), zijn zusje Ria en broer Jan, februari 1946 na terugkeer in Nederland. Foto: Grijpink, Collectie Willem Nijholt.

Pas een paar jaar later zag hij zijn vader weer terug. Het was intussen een oude man geworden. Tijdens de Japanse bezetting had hij aan de Burmaspoorlijn moeten werken. Direct na de bevrijding werd hij ingezet om tijdens de vrijheidsstrijd van de Indonesiërs tegen hen te vechten. Hij zag ze als 'zijn eigen mensen', hij had ze immers jarenlang binnen het KNIL opgeleid. Zelf was hij altijd erg geliefd geweest onder de Molukse jongens, die hij altijd de trouwste onderdanen van Koningin Wilhelmina had genoemd. Toen hij na jarenlange afwezigheid weer terugkwam bij zijn gezin in Nederland werd zijn gezag als vader niet meer als vanzelfsprekend geaccepteerd: "Ma, HIJ zegt dat we naar bed moeten!"

Willem Nijholt is later nog wel naar Indonesië teruggegaan "Als ik oude foto's zie, denk ik vooral aan de tijd vóór het kamp. De eerste keer dat ik het terug zag, was één natte jankpartij. Ik herkende veel, er kwamen geuren terug, kleuren, vormen... " (geciteerd uit website vriesdemark.nl)


Bronnen: 'Hartstocht, eigenbelang en ijdelheid: waarom denk je dat ik op het toneel sta?' in: Kijken achter maskers van Peter J. Ferguson (Baarn 1992); Musicals in Nederland van Hilde Scholten (Warnsveld 2004); website vriesdemark.nl en Een straf van God: de carrière van Willem Nijholt, doctoraalscriptie UvA van Jürgen Theuns (Amsterdam 2004)