Tijdlijn Dans:1929

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


1929: Lili Green introduceert de term ‘plastisch dansen’.

In 1929 begint Lili Green in 's Gravenhage de School voor Bewegingskunst, en in 1930 opent ze ook een dependance in Amsterdam. Hier ontwikkelt zij een eigen bewegingsstijl en -leer die zij "emotionele plastiek" noemt. Greens grote voorbeeld en inspiratiebron is de danseres Isadora Duncan, die zij in 1905 heeft leren kennen. In haar eigen dansoptredens, onder de artiestennaam Vallya Ladowska, danst ze voornamelijk in de moderne, expressionistische stijl van Isadora Duncan. Met de zogenaamde "emotionele plastiek" wil Lili Green een bijdrage leveren aan de eigen identiteit van de Nederlandse danskunst. Ze legt haar opvattingen vast in een boek getiteld "Einfuhrung in das Wesen unserer Gesten und Bewegungen" (1929).

Greens werk vertoont overeenkomsten met dat van de choreograaf George Balanchine: de klassieke ballettechniek wordt van binnenuit gemoderniseerd. Green zoekt naar de raakvlakken tussen de vrije, moderne dans en het klassieke ballet. Twee uitgangspunten van haar nieuwe dansstijl zijn het bewegen vanuit je eigen centrum en de ritmes die bepaald worden door het verzet tegen zwaartekracht of juist het toegeven daaraan. Lili Green introduceert hiervoor de term "plastisch dansen".

Verder stelt Lili Green dat de dans niet langer ondergeschikt moet staan aan andere kunstvormen, maar dat het een absolute zelfstandige kunstvorm moet zijn. Nieuw in de danswereld is ook, dat ze zelf haar muziek uitkiest en niet langer meer danst op speciaal voor dans geschreven muziek. Lili Green is de eerste Nederlandse danskunstenaar van wie de methode tot een standaardwerk is geworden.