Theo Mann-Bouwmeester: Repertoire - Diverse gezelschappen in de Salon des Variétés

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Theo Mann-Bouwmeester, 1895. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Theo Mann-Bouwmeester:

Diverse gezelschappen in de Salon des Variétés

In De groote Casimir, 1879. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.

Hoewel zij al sinds het midden van de jaren vijftig van de achttiende eeuw op het toneel stond, vond Theo Mann-Bouwmeester zelf altijd dat haar toneelcarrière serieus van start ging in mei 1873, toen zij vanuit Rotterdam naar de hoofdstad kwam en bij het gezelschap van Boas, Judels en haar broer Louis Bouwmeester ging spelen.

Het gezelschap bespeelde de Salon des Variétés en Theo Mann-Bouwmeester debuteerde er met de rol van Marie de Consiny in het historische drama Margot de bloemenverkoopster. Overigens werd zij toen nog aangekondigd als Doortje Frenkel of Theodora Frenkel, de achternaam van haar man Maurits Frenkel, die kort na de verhuizing in Amsterdam overleed.

Het gezelschap van Boas, Judels en Bouwmeester bracht elk seizoen melodrama's afgewisseld met kluchten en vrolijke zangspelletjes en vaudeville-achtige nummers in de Salon. Het was een echt volkstheater. Elke zaterdagavond ging een nieuwe voorstelling in première. Op maandag was er een lezing van het nieuwe stuk dat de daaropvolgende zaterdag weer in première ging. In de zomermaanden, wanneer de Salon gesloten was, reisde de troupe het land door en speelde op kermissen en jaarmarkten. Samen met haar broer Louis heeft Theo dit uitputtende werkschema zes jaren volgehouden. Overigens met veel plezier, getuige haar mémoires: "Je leerde het vak, je leerde moeilijkheden te overwinnen, je pakte de trucs. En zeker is 't, dat je bij al dat gereis en gewerk heerlijk opgewekt bleef."

In 1878 werd de Salon overgenomen door het gezelschap van vader en zoon Prot. Zij brachten afwisselend operettes en kluchten. Hun sterren waren de komieken Bart Kreeft, August Kiehl en Johan Kelly. Doortje Frenkel had geen zangstem, toch deed ze gedurende één seizoen mee aan enkele operettes. Na dat eerste seizoen besloten de Prots de operettevoorstellingen te verhuizen naar Frascati en het gesproken toneel in de Salon te laten.

In 1880 werd de Salon alweer overgenomen, ditmaal door George de Groot. Het was ook het jaar waarin Doortje Frenkel haar grote voorbeeld Sarah Bernhardt in Amsterdam zag spelen. Bernhardt werd haar grote inspiratiebron. In navolging van 'la divine Sarah' speelde ze de titelrol in Frou Frou en oogstte daarmee zoveel succes, dat ook gezaghebbende critici die de voorstellingen uit de Salon meestal oversloegen, haar vanaf dat moment in het oog hielden. Doortje's tijd in de Salon komt ten einde wanneer Abraham van Lier haar in 1882 een engagement aanbiedt in zijn eigen Grand Théâtre.

Foto's

Portret van Theo Mann-Bouwmeester met Mathilde Kiehl in De portier van No. ... 107262.jpg Portret van Theo Mann-Bouwmeester met Mathilde Kiehl en Anna Poolman 118711.jpg

Links: Theo Mann-Bouwmeester en Mathilde Kiehl in De portier van No. ... bij Gezelschap Prot & Zn., ca. 1878-1880. Fotograaf onbekend. Rechts: Theo Mann-Bouwmeester, Mathilde Kiehl en Anna Poolman bij Gezelschap Prot & Zn., ca. 1880. Foto: Albert Greiner. Collectie TIN.

Overzicht rollen bij diverse gezelschappen in de Salon des Variétés

N.B. alleen de voorstellingen, waarvan het jaartal bekend is, zijn in dit overzicht opgenomen. De lijst is dus niet volledig.

  • mei 1873: Marie de Consiny in Margot de bloemenverkoopster van A. Bourgeois en F. Dugué. Gezelschap: Boas, Judels en L. Bouwmeester.
  • 1873: Emelias in De zonderlinge Troetelmans. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester
  • 1875: Hélène Latrade in Hélène Latrade of de belediging van E. Plouvier en T. Barrière. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1875: Anda in De reis om de wereld in tachtig dagen van Jules Verne en Adolphe d'Ennery. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1876: Anita in De vader van de debutante. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1878: Julie Rudolf in Onze jongens van H.J. Byron. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1878: Juffrouw Mooi in Matse van de waterleiding van E. Jacobson. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1878: Victorine in Het leven van een handwerkster. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1878: Lucienne in De hulpmiddelen van Jonatas. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1878: Rosalie in De nacht van dertien november. Gezelschap Prot.
  • 1878-1880: onbekend welke rol in De portier van No. .... Gezelschap: Gustave Prot.
  • 1879: Adison in Bob de hoefsmid. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1879: Roosjes in Meester Joris de dorpsmuzikant van H. Dessauer. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1879: Louise in De blinde en zijn geneesheer van A. Bourgeois en A. d'Ennery. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1879: Sophia in Een schoolmeester in de schoorsteen. Gezelschap: Boas, Judels en Bouwmeester.
  • 1879: Angelina in De groote Casimir van J. Prével en A. de Saint Albin. Gezelschap Gustave Prot. Met o.a.: Johan Kelly en Charles de la Mar. In deze operette kwam Doortje Frenkel gekleed in een rood-fluwelen amazonepak op een schimmel het toneel op rijden.
  • November 1879: een vrouwelijke schurk in Levend begraven, of De erfgename van Brompton Hall van Charles de la Mar. Gezelschap: Gustave Prot. Volgens een recensent van Het Toneel was Doortje Frenkel heel geslaagd als de vrouwelijke schurk in dit stuk vol verraders, dolken en vergif, waarschijnlijk door Charles de la Mar op een Engelse roman gebaseerd. Toch vermeldde de recensent dat "de Engels etiquette in de hoogste standen" haar niet lag.
  • 1879/1880: Germaine in De klokken van Corneville. Gezelschap: Gustave Prot. Ondanks dat Doortje Frenkel geen zangeres was, speelde zij een seizoen mee met de operettes die het gezelschap van Gustave Prot in de Salon des Variétés bracht. In een interview vertelde ze ooit: "Ik had een kleine zangstem, wel héél klein, maar ik kon toch meedoen in de operettes. Muziek kende ik eigenlijk niet - een ietsje piano-spelen - maar dat hoefde ook niet; die wijsjes pompten ze je wel in bij de viool, en 't kwam toch eigenlijk voornamelijk op de woorden aan."
  • 12 januari 1880: Fridolin in Fridolin, of De gang naar de ijzersmelterij van Frans von Holbein naar de ballade van Schiller. Gezelschap: Gustave Prot. De rol van Fridolin was dezelfde als die waarmee Doortje Frenkel's broer Louis Bouwmeester op zijn achttiende jaar, bijna twintig jaar daarvoor, had gedebuteerd.
  • 1880: Frou Frou in Frou Frou van Meilhac en Halévy. Gezelschap: George de Groot. Nadat Doortje Frenkel op 25 en 27 maart 1880 Sarah Bernhardt in het Grand Théâtre bij Van Lier had zien spelen, speelde zij later dat jaar Frou Frou, één van Bernhardt's bekendste rollen. Het zien spelen van 'la divine Sarah' had diepe indruk gemaakt op Theodora Frenkel en zij beschouwde Bernhardt als haar ideale voorbeeld. Frou Frou gaat over een jonge vrouw, een verwende ijdeltuit, die haar man en kind voor een minnaar in de steek laat, maar spijt krijgt en berouwvol terugkeert naar haar gezin om in hun armen te sterven. Het melodrama vertegenwoordigde een nieuw genre met Sarah Bernhardt als de vleesgeworden 'grande amoureuse', de elegante, welbespraakte en verleidelijke vrouw wiens (meestal buitenechtelijke) hartstocht haar bijna altijd fataal werd. Voor Theodora Frenkel werd Frou Frou "de eerste rol waar zij ernstig over nadacht", want "die zangspelen en draken, die toch altijd op hetzelfde neerkomen, gingen vanzelf". Met Frou Frou behaalde zij voor het eerst een ware triomf en ze zou de rol nog vele malen vertolken. Het succes opende deuren naar het nieuwe Franse repertoire van die dagen en recensenten die haar tot dan toe meestal negeerden, kregen meer belangstellling voor haar. Bron: De Bouwmeesters. Kroniek van een theaterfamilie van Simon Koster (Assen 1973).
  • 1881: Nana in Nana van E. Zola. Gezelschap: J.G. de Groot en Comp.
  • 1881: Marie Simon in Marie Simon van Alboise en st. Yver. Gezelschap: J.G. de Groot en Comp.
  • 1882: Mina in De miljoenenjuffrouw of de onderaardse gangen van het Kasteel Vurenstein van Fantasticus. Gezelschap: J.G. de Groot en Comp.
  • 1882: Elsje in De bruiloft van Kloris en Roosje van D. Buysero. Gezelschap: J.G. de Groot en Comp.
  • 1882: Magdalena in Magdalena van A. Bourgeois en Albert. Gezelschap: J.G. de Groot en Comp.
  • 1882: Sophie in Klaverenvrouw. Gezelschap: J.G. de Groot en Comp.
  • 1882: Dochter van de slotvoogd in De betoverde prins van J. von Plötz. Gezelschap: J.G. de Groot en Comp.