50 jaar Het Nationale Ballet - Dhian Siang Lie over de aangekondigde reünie

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Dit is een pagina in de reeks: 50 jaar Het Nationale Ballet. Voor meer informatie, zie aldaar.

Op deze pagina vindt u verschillende gedachtes van oud-danser Dhian Siang Lie over het 50 jarig jubileum en de aangekondigde reünie met oud-medewerkers van Het Nationale Ballet.

Gedachtes over de aangekondigde reünie van oud-medewerkers van Het Nationale Ballet

Een reünie van oud-medewerkers ter gelegenheid van zijn 50-jarige bestaan van Het Nationale Ballet (HNB). Dat was een aangename verrassing voor me, het bericht dat er een reünie komt voor dansers (en oud medewerkers?), eind december 2010. Ik interpreteerde dat meteen als het besef dat de hoge kwaliteit van het gezelschap nu op een of andere manier toch mede berust op de inspanningen van al die mensen van vroeger! De officiële uitnodiging die een tijd later kwam, maakte duidelijk dat het Bestuur van HNB er ook zo over denkt. Wat een eer dat ik 25 jaar deel heb mogen uitmaken van dit klassieke balletgezelschap.

Ik moet bekennen dat ik een tijdje 'klassiek ballet moe' ben geweest, na mijn vertrek bij HNB; ik ontdekte namelijk een hele grote danswereld buiten dat wat ik kende uit het Muziektheater, om over de andere theater- en muziekdisciplines, maar te zwijgen. Allemaal kunstuitingen met hun eigen aardigheden, maar allen met eenzelfde doel om een boodschap, een gevoel of een gedachte die er toe doet met een publiek te willen delen. En met een aantal van die disciplines heb ik in mijn werk en jaren na HNB, soms intiem kennis kunnen maken, waardoor het ballet dat ik al zo goed kende, niet meer de intense aandacht kreeg als voorheen.

Door mijn afscheid van mijn werkende leven in de cultuur en vertrek uit Nederland, met maar een beperkte inboedel, werd ik genoodzaakt de herinneringen te selecteren die ik wel en niet mee zou nemen naar mijn nieuwe woonland Mexico en zo kwam Het Nationale Ballet weer hoog op de lijst te staan.

Nadenkend over mijn verleden, over wie mijn pad hebben gekruist en wie en wat als 'wegwijzer' hebben gediend om uiteindelijk te komen waar ik nu ben, blijken mijn 25 jaren in dienst van Het Nationale Ballet veel meer dan gewoon een lange tijd. Ik ben er volwassen geworden en het heeft me verder gevormd, mijn latere denken voor een deel bepaald, me gestimuleerd én me kansen gegeven. Ik leerde waar en hoe creatieve ideeën ontstaan en worden vorm gegeven. Ik leerde welke intense bewegingskracht dansers ontwikkelen om deze met een publiek te kunnen communiceren en hoe artiesten denken. Ik leerde hoe daarbij te organisatorisch en facilitair te helpen, zodanig dat de creativiteit of de uitvoering de gewenste artistieke hoogte kon bereiken. Ik leerde dus precies dat waarmee ik de laatste 15 jaar van mijn werkende leven mijn boterham heb kunnen verdienen.

Ik heb dus veel aan HNB te danken, dat wil zeggen aan de mensen met wie ik heb mogen samenwerken: grote (en soms iets minder grote) creatieve persoonlijkheden, zowel op het gebied van de dans-, muziek als de beeldende kunst, en geweldig uitvoerende kunstenaars, die desnoods steeds weer tot de bodem van hun kunnen gaan om hun danskunst of de onontbeerlijke muzikale begeleiding tot inspiratie te maken.

Wat heb ik verder niet te danken aan die verschillende beroepsbeoefenaars, die doorgaans afgedaan worden met de verzamelnaam: de niet-dansers? Voor het werk dat zij steeds weer 'achter de schermen' verrichten, maar zonder wiens gezamenlijke inzet het beste artistieke idee voor het publiek slechts een idee blijft. Bewondering voor hun inventiviteit en soms ook vasthoudendheid waardoor ook in moeilijke en ongebruikelijke omstandigheden een productie kon doorgaan, de administratie en interne organisatie inzichtelijk en dienstig bleef, publiek, bestuurders en subsidiegevers, juist geïnformeerd werden en uiteindelijk de voorstellingen voldoende bezoekers trokken. Van allen heb ik iets meegenomen dat bruikbaar bleek voor mijn verdere leven, soms juist ook omdat ik het wel eens niet eens was met hoe de dingen toen gebeurden.

De aangekondigde reünie betekent voor mij dus meer dan alleen het weerzien van oud geworden oud-collega’s en wellicht schrikken van wat de jaren met ze gedaan hebben of juist zeggen hoe goed men er nog uitziet. Velen wil ik echt spreken en ze vertellen hoe ze hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van mijn leven na HNB en horen wat hun jaren bij het gezelschap voor hen betekent hebben. Waar zijn zij uitgekomen, dankzij of juist ondanks Het Nationale Ballet? Is het ook niet heerlijk om een van de vele anekdotes aan te kunnen halen, grote en kleine gebeurtenissen te memoreren, maar die wel nog steeds de gevoelens bepalen omtrent de mensen,de activiteiten en het gezelschap, dat nu 50 jaar is en dat ik nog steeds het mijne mag noemen?

(Ik was in dienst van HNB als danser van 1966 t/m 1970 en daarna in diverse organisatorische functies van 1971 t/m 1991. Het tussenliggende seizoen 1970/1971 heb ik op voorspraak van HNB en met een beurs van het toenmalige ministerie CRM een jaar mogen studeren aan het toenmalige ‘The London Opera Centre’, het opleidingsinstituut van The Royal Opera House, Covent Garden.)


De viering van het jubileum

De reünie staat nu voor de deur, maar eerst vandaag 13 september 2011 het Gala, de officiële viering van het 50-jarige jubileum van Het Nationale Ballet, in aanwezigheid van de koningin, Maxima, Willem Alexander, bestuurders, politici, beleidsmakers, rijke vrienden en andere notabelen. Vele, zo niet alle oud-medewerkers hadden graag bij deze viering willen zijn. Organisatorische en publicitair gezien is het goed te begrijpen dat de Raad van Toezicht en Bestuur daar niet voor gekozen hebben, maar voor ons, de vorige generaties en zeker de eerste generatie dansers, voelt dat toch als een emotionele klap in het gezicht. Ok, er is een reünie georganiseerd een paar dagen later, speciaal voor de oud-medewerkers, maar de gedachte blijft: "We horen er niet meer bij!.... "Het verleden telt niet meer mee!..." "Ze zijn ons vergeten!"

Het jubileum gaat ook niet over het verleden, het gaat om de toekomst. 50 jaar bestaan is mooi, maar nog langer bestaan is het doel en daarvoor moet nu net zo hard gewerkt worden als elk jaar daarvoor gewerkt, gecreëerd en gedanst is, 50 jaar lang. Bedenk verder ook, dat de huidige generaties bij de volgende jubileumviering in pakweg 2036 waarschijnlijk dezelfde gedachten zullen hebben, als velen van ons nu.

Het verleden zijn wij: oud-medewerkers, en wie wil dat ons verleden levend blijft, zal zelf wat moeten doen. Er over vertellen, je plakboeken voor andere openen, herinneringen en anekdotes vastleggen, evalueren en analyseren van het wat en waarom en bovenal trots zijn dat je een deeltje bent van die "bijzondere geschiedenis", zoals Bestuur en Raad van Toezicht in hun uitnodiging aan ons lieten weten. Ons verleden is voor ons immers te kostbaar om dat alleen over te laten aan bijvoorbeeld het Theater Instituut Nederland, radio en televisie en andere media of dus aan Het Nationale Ballet zelf. En gelukkig is dat precies wat een groot aantal oud-medewerkers op de Facebook groepspagina HNB50 heeft gedaan. Ik wens onszelf toe dat we dat mogen blijven doen en dat we de wegen gaan onderzoeken om al dat materiaal in een wat blijvender en voortdurende vorm te kunnen gieten.

Wat indrukwekkend en veelzeggend zijn de foto’s de video filmpjes en de reacties daarover van de dansers uit het verleden, die we de afgelopen twee maanden langs hebben zien komen. Ja, daar ging en gaat het om, een intens goede voorstelling geven met het beste wat we hadden en zie daar nu die verstilde momenten, die het bewijs daar zijn van stijl, kwaliteit, techniek en in ieder geval een geweldige inzet! Die geweldige inzet, is vooral wat mij persoonlijk ook heeft bezig gehouden en waaraan ik steeds weer refereer. Van die vele generaties dansers staat dat buiten kijf, je wordt niet zomaar danser in zo’n pracht gezelschap Ik denk daarbij steeds aan de inzet van de mensen ‘achter de schermen’. Ok, ze waren misschien wat makkelijker inwisselbaar dan dansers, traden slechts bij hoge uitzondering voor het voetlicht, maar zonder hun ogenschijnlijke kleine en onbeduidende bijdrage had Het Nationale Ballet niet kunnen functioneren en zich ontwikkelen tot wat het nu is. Ik heb het in ruime mate al over de technici, de kostuum mensen (evenals Dolf Smith). Ik heb het over de beeldend kunstenaars gehad die als gasten wel een belangrijke artistieke plaats in nemen, maar toch vaak vergeten worden. Ook een dirigenten, die natuurlijk wel uitdrukkelijk voor het voetlicht verschenen, bij het slotapplaus, als André Presser, Hans Vonk en Jacques van Steen zijn genoemd, maar verder zijn andere musici, de pianisten nog niet aan bod gekomen. Zijn er geen herinneringen aan hen? Ook over de balletmeesters en andere leden van de artistieke staf, heb ik nauwelijks wat gelezen. Ja, velen, waaronder ik zullen Christine Anthony missen, de 17e, maar ik kan me niet voorstellen dat zij niet in onze herinnering en met concrete verhalen, blijven voortleven, of andersom dat juist niet zij veel te vertellen hebben over hoe zij hun oneindig belangrijke taak in een balletgezelschap hebben ervaren en over de dansers en choreografen waarmee zij gewerkt hebben.

Ik denk verder ook nog aan wat soms wel aangeduid werd met 'de kantoren'. Voor de meeste dansers was dat al helemaal onbekend terrein. Maar ook daar zaten mensen die zich dag in dag uit en onvoorwaardelijk in hebben gezet voor een goed en beter functionerend Nationale Ballet. Boven aan de lijst, staan natuurlijk de zakelijk leiders en de adjuncten. Ik heb Anton Gerritsen, Frits Basart en Dick Hendriks mee mogen maken en wat zouden zij niet een geweldige memoires kunnen schrijven of hadden kunnen schrijven in het geval van Frits, die helaas is overleden. Maar wat te denken van Hans van Alphen, die tot een tijd na de verhuizing naar het Muziektheater als administrateur zorgde dat de financiën op orde bleven en daarmee overheden en subsidiegevers kon overtuigen dat hun geld goed besteed werd. Liesbeth Visser kan ongetwijfeld nog over hem vertellen, over de jaren dat zij zelf deel was van boekhouding. Natuurlijk moet ik ook melden dat ik graag gezien had dat hij zijn boekhouding meer had ingericht om bijvoorbeeld de productieorganisatie te ondersteunen, maar dat was niet zijn prioriteit en hoe ik hem geholpen heb de opkomende automatisering die daarbij zou kunnen helpen, te accepteren. Ik denk aan Cor Degeling, die vele jaren lang gezorgd heeft dat iedereen zijn salaris op tijd kon krijgen. En dan Irma Donker, die nog steeds een rol vervuld voor ons medewerkers die al pensioen van Het Nationale Ballet (HNB) mogen ontvangen, Zij werkt nog steeds voor HNB en is specialist geworden op het lastige gebied van auteursrechten.

Ik denk zeker ook aan de secretaresses. Ach, voor veel dansers zo’n mevrouw of juffrouw ver weg en steeds weer nieuwe gezichten, als al iemand naar ze omkeek. Maar voor mij waren Joke Koop, Anna Marijke Pijper en Anna-Marie Gelderman, als directie-secretaresse, essentieel om te zorgen dat Anton, Rudi op hun best bleven functioneren. Zij zorgden voor de vele noodzakelijke verbindingen tussen de buitenwereld en de groep en de onderlinge communicatie binnen de groep. Voor mij als productieleider was juist hun werk essentieel om op tijd te kunnen doen wat ik moest doen en met wie. Ja en dan een hele rij secretaresses die mijn brieven en stukken uit typten, in de tijd dat we nog geen computers hadden. Ze zullen mijn handschrift wel vervloekt hebben, maar altijd zonder commentaar keurig werk afgeleverd. Dank, Joke de Haas, Judith Pommerel, Emmie Kalshoven, Inge Denekamp en de vele anderen die voor wat kortere tijd het secretariaat, bemensten. Onder hen Matin van Veldhuizen, later bekend theatermaakster en Vonne van der Meer, een bekend schrijfster.

Ook tot 'de kantoren' behoorden pers- en publiciteit wat tegenwoordig marketing genoemd wordt. Dick Hendriks is daar in de eerste plaats mee verbonden en heeft HNB op dat gebied naar een professioneel en voor Nederland vooruitstrevend niveau gebracht. Hij wist bovendien geweldige creatieve en actieve mensen aan te trekken om hem daarbij te helpen, zoals Kasper van Noppen, Yvonne van Popta, Jeroen Sinnige en Astrid van Leeuwen. Wat zouden hun herinneringen zijn, wat zou HNB voor hen betekent hebben? Van Kasper hebben we gelukkig al het een en ander gehoord, maar er vast meer dat deel uit maakt van de ‘oral history’ van de medewerkers van HNB.

Nieuw eind jaren 70 was de introductie van de begeleiding van dansers op sociaal gebied. In een eerder stuk heb ik Wolf Ondracek al genoemd en de invloed die hij heeft gehad op nieuwe ontwikkelingen in de organisatie, ook al was hij maar anderhalf jaar aan de groep verbonden. Ik weet nog goed dat ik voorstander was van een breder georiënteerde personeelsfunctionaris. Mijn wens werd ingevuld door de directie toen Willy Campman in 1983 die functie ging bekleden en zij begon een meer eigentijds personeelsbeleid vorm te geven. Ja, zonder de 'kantoren' had HNB niet uit kunnen groeien tot de groep die het nu is en waarbij een aantal functies van de kantoren zodanig geprofessionaliseerd is, dat het werk van de administratie en de personeelszaken uitbesteed konden worden naar de gemeenschappelijke diensten binnen het Muziektheater. Voor de dansers zal er daardoor nog minder te merken zijn van de 'kantoren', behalve dan dat de dagelijkse roosters, rolbezettingen nu gewoon op beeldschermen, als op een modern vliegveld, verschijnen. De mensen achter die schermen nu en achter de type-machines vroeger, met hun archiefkasten en oude stencilmachines zijn ongetwijfeld ook trots deel te hebben uitgemaakt van het internationaal tot de wereldtop behorende balletgezelschap, dat vandaag officieel zijn 50 jarige bestaan viert.


Terug naar 50 jaar Het Nationale Ballet