Ramses Shaffy: Biografie - Toneel

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg


Ramses Shaffy, begin jaren zestig. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Ramses Shaffy:


Toneel

Ramses Shaffy, in de jaren dat hij op de Toneelschool zat. Collectie: Sigrid Koetse.

In 1952 deed Didi Snellen toelatingsexamen voor de Toneelschool in Amsterdam en werd, als één van de zeven uit zeventig deelnemers, toegelaten. Het jaar ervoor had hij doorgebracht op de kunstnijverheidsschool en hij was daar op het idee gekomen om acteur te worden. Hij verliet het ouderlijk huis van de familie Snellen in Leiden en ging op kamers bij een antroposofische familie aan één van de Amsterdamse grachten. In zijn klas zaten maar vier andere leerlingen, één van hen was Sigrid Koetse met wie hij goed bevriend raakte. Zij herinnert zich:

"Het was zo klein en intiem. Je had één grote zaal waar dan een toneeltje stond en nog een andere, en dan een bibliotheekje en een balletzaal. Er was niet eens een kantine. Drie fantastische jaren. En dat vond Ramses ook. Het ging ons ook goed af. (...) Ramses was de enige die ik echt leuk vond, en we waren ook metéén samen. Ik herinner me hem nog in een gele trui in het Vondelpark. Ramses, ik vond hem zo'n gekke, rare jongen, daar heb ik zo ontzettend veel pret mee gehad..." (Geciteerd uit: Ramses Shaffy. Naakt in de orkaan van Bas Steman, Naarden 2003)

Sigrid Koetse en Ramses Shaffy voor de Toneelschool in de Marnixstraat in Amsterdam, ca. 1953. Collectie: Sigrid Koetse.

Eén van de docenten aan de Toneelschool, Ferd Sterneberg, stelde Didi voor om zijn naam weer terug te veranderen in Ramses. Volgens hem klonk Ramses Shaffy een stuk beter voor een acteur dan Didi Shaffy, en Ramses was het met hem eens. Hij had het naar zijn zin op school, en in Amsterdam. Op school kon hij acteren, piano spelen, zingen en liedjes schrijven. Op zijn zolderkamertje werd flink gefeest en gedronken. Sigrid Koetse herinnert zich: "Er waren van die ruige feesten, dan hingen de wildvreemdste types te zingen, boven uit die grote deuren. Levensgevaarlijk. Hij zat ook altijd al achter de piano, zo lang ik hem ken. Dan maakte hij van die flauwekul, maar ook al wel heuse liedjes. Oude Hein komt uit die tijd. Hij was altijd bezig met de piano." (uit: Ramses Shaffy. Naakt in de orkaan van Bas Steman)

Ramses' moeder, Roos Snellen, maakte zich zorgen om haar zoon. In haar dagboek uit die tijd schrijft ze: "Gisteren de restanten gebracht van Didi's kamertje bij de Ogilvie's. Trieste aanblik, lege wijnflessen, oude schoenen, ontvlambaar vloerkleed. Ze hebben heel wat schade en moeite voor hem overgehad. Ik ben angstig, dat het mis gaat lopen, zowel met de toneelschool als met het kamerleven. Het is allemaal nog zó flodderig." (uit: Ramses Shaffy. Naakt in de orkaan van Bas Steman)

Helemaal onterecht waren de zorgen van moeder Snellen niet: Ramses kwam vaak te laat of helemaal niet opdagen tijdens de lessen op de toneelschool. Willy Pos, directeur van de school schrijft na het eerste jaar een brief aan Ramses' vader (uit: Ramses Shaffy. Naakt in de orkaan van Bas Steman): "25 juni 1953. Zeer geachte Heer, Zoals u uit het rapport van Ramses kunt opmaken, is hij voorwaardelijk bevorderd en dit vooral op grond van gebrek aan toewijding en accuratesse. U zult mij verplichten, er naar vermogen toe bij te dragen, dat zijn houding op de Toneelschool van dien aard wordt, dat hij geen beletsel voor de goede en het ensemble-onderwijs vormt. Met de meeste hoogachting, Willy Pos, directeur van De Toneelschool."

Cabaret Toneelschool, 1954. Staand: Ramses Shaffy en Sigrid Koetse. Collectie: Tony Hasebos.

In 1955 mag Ramses wel praktijkexamen doen, maar wordt door de school geen theorie-examen afgenomen omdat hij tijdens de theorielessen te vaak heeft verzuimd. Een diploma krijgt hij daarom ook niet. Toch heeft Ramses de drie Toneelschooljaren niet alleen maar flierefluitend doorgebracht. Het acteertalent waarover hij bleek te beschikken werd aangewakkerd en ontwikkeld. Het laatste schooljaar besteedde hij veel tijd aan het schrijven en componeren van een musical.

Ondanks zijn scherpe gevoel voor muziek kon hij geen noten lezen of schrijven. Tijdens het schrijven van de musical ontmoette hij een man die hem aanbood om zijn composities voor de musical in notenschrift vast te leggen. Ramses gaat in op het aanbod en tekent een contract, waarin wordt vastgelegd dat Ramses' werk wordt ondergebracht bij de uitgeverij waar de man werkt. Het blijkt een wurgcontract te zijn: tot ver in de jaren zeventig zijn de rechten voor alle muziek die Ramses schrijft eigendom van de uitgeverij, waarmee hij nauwelijks aan zijn eigen muziek zal verdienen. Maar dat weet hij dan nog niet.

Omdat op de Toneelschool de musical wordt afgekeurd (en hij wegens veelvuldig verzuim geen theorie-examen mag doen), gaat Ramses van school af zonder diploma en besluit hij Olé la Marguérita in eigen beheer te produceren. Het wordt echter een enorme flop en een financiële ramp. Desondanks laat hij zich er niet door uit het veld slaan. Het is de basis van alle muzikale programma's en "tour de chants" die hij nog zal maken. "Als ik de musical niet had gedaan, was de rest waarschijnlijk ook nooit ontstaan." (Geciteerd uit: We zullen doorgaan. Ramses Shaffy, een leven in liedteksten van Kick van der Veer en Hilde Scholten, Amsterdam 1994)

Sigrid Koetse en Ramses Shaffy tijdens de eindexamenvoorstelling van de Toneelschool, 1955. Foto: Particam Pictures/MAI. Collectie Sigrid Koetse.

De schulden die Ramses zich op zijn hals had gehaald om de musical te realiseren, kon hij de komende jaren keurig afbetalen door zijn contract als toneelacteur bij de Nederlandse Comedie. Zonder diploma werd hij direct na het eindexamen gevraagd door Guus Oster, toenmalig directeur van het gezelschap. Zijn aantrekkelijke, jongensachtige uiterlijk maakt hem geschikt voor het spelen van lyrische, jonge rollen. Volgens Guus Oster had hij de rol van minnaar 'aan zich hangen'. Tussen 1955 en 1963 speelt Ramses in een kleine dertig stukken bij het Amsterdamse gezelschap. Hij herinnert zich: "Ik heb in die tijd razend veel plezier gehad en er zijn een paar rollen die ik écht goed gespeeld heb, en dat is vaak Vondel geweest, misschien in eerste instantie omdat ik op de Toneelschool altijd gedoodverfd werd als 'hij die alleen maar goed is in Franse blijspelen', alsof dat overigens het makkelijkste van de wereld is... Die goede rollen zullen niet in de annalen bijgetekend worden, maar dat geeft niks, want ik weet zelf dat het goed was.' (uit: We zullen doorgaan. Ramses Shaffy, een leven in liedteksten van Kick van der Veer en Hilde Scholten)

De acht jaar bij de Nederlandse Comedie komen met een ontslag ten einde. Over de toedracht bestaan verschillende versies. De mooiste is dat een optreden in een theater in de provincie de druppel was die de emmer deed overlopen. Ramses presteerde het vaker om met de nodige alcohol in zijn bloed op het toneel te staan, en op jolige wijze zijn collega's en het hele stuk van de wijs te brengen. Op die avond in 1963 zou hij in een café aan de overkant van het theater het nodige hebben gedronken, en daar vriendschap hebben gesloten met een aap. Toen hij ten tonele verscheen, zat de aap op zijn schouder en scheurde zijn kostuum aan flarden. De voorstelling ontaardt in grote wanorde en Guus Oster neemt het besluit om hem te ontslaan. Niet tot Ramses' spijt overigens.

Ook in zijn tijd bij de Nederlandse Comedie was Ramses Shaffy liedjes blijven schrijven die hij voor vrienden op feestjes, zittend achter de piano, graag ten gehore bracht. Gaandeweg groeit de behoefte om ze voor een groter publiek uit te voeren, met de legendarische tours de chants als resultaat. Hoewel hij vooral bekend zal worden als een uniek, meeslepend en ontroerend zanger en liedjesschrijver, keert hij toch ook zo nu en dan nog terug naar het toneel waar hij grotere en kleinere rollen vertolkt. Bij Toneelgroep Amsterdam zal hij in januari 1999 zijn laatste toneelrol spelen.

Voor het vervolg, zie: Ramses Shaffy: Biografie - Muziek