Ramses Shaffy: Biografie - Leiden

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg


Didi Snellen (Ramses Shaffy), ca. 8 jaar oud. Collectie Mariëtte Landheer.


Eenlevenlangtheater Ramses Shaffy:


Leiden

Ramses (Didi) Shaffy bij de familie Snellen. Collectie Mariëtte Landheer.

Na zijn eerste vijf levensjaren te hebben doorgebracht met zijn Pools-Russische moeder in een hotel aan het strand van Cannes, belandde de jonge Ramses Shaffy, door zijn moeder Didi genoemd, in 1939 bij een oom en tante in Utrecht. Zijn moeder was ziek geworden en kon niet meer voor hem zorgen. Haar zus en zwager zouden hun neefje in huis nemen. Maar ook de tante werd ziek en het duurde niet lang tot zij hun neefje naar een luxe kindertehuis in Zeist brachten. "Zo'n huis waar rijke Europese ouders hun kinderen stallen. Ik zag daar al die kinderen die in mijn ogen allemaal gigantisch groot waren en in een taal spraken, die ik niet verstond. Toen ben ik vreselijk in opstand gekomen." (geciteerd uit: Jij ben mij zo lief van Ramses Shaffy en Sylvester Hoogmoed, Gent 2009)

In het kindertehuis voelde de jonge Ramses zich verraden en machteloos. Nonnen regeerden er met ijzeren hand. Het huis stond in een bosrijke omgeving, regelmatig ontsnapte Didi, soms alleen, soms samen met een vriendje. Hij zou uit pure frustratie tegen bomen en struiken hebben getrapt en geslagen, en soms ook andere kinderen hebben afgerost. Ongehoorzaamheid werd door de nonnen zwaar bestraft. Het weerhield Didi er niet van om regelmatig het bos in te vluchten, samen met zijn vriendje Robbie. Ze gingen dan naar een dame die in het bos woonde, speelden wat bij haar en kregen dan een koekje of een boterham. Bij de dame logeerde ook regelmatig een gehandicapt meisje met wie hij bevriend raakt, en bij wiens ouders hij ook vaak komt.

De dame uit het bos was de tante van Herman Snellen, een arts uit Leiden, en de moeder van het meisje was zijn nicht. Herman en zijn vrouw Roos hadden een dochter, Aya, en zouden hun gezin graag willen uitbreiden en overwogen adoptie. De dames uit het bos zorgen ervoor dat Roos en Herman Snellen kennis maken met Didi. Hij komt een paar keer in Leiden logeren en in de loop van 1940 wordt hij als pleegkind in hun gezin opgenomen. Roos Snellen schrijft hierover in haar dagboek:

Ramses (Didi) Snellen bij de familie Snellen in Leiden. Collectie Mariëtte Landheer.

"Maart 1940: Onze trouwdag was een heerlijke feestdag. Het viel in de paasvakantie en we hadden onze Didi te logeren. Didi Shaffy Bey, kind van een Egyptische vader en Russische moeder, neergezet in een kinderhuis om daar vergeten te worden. Arm verlaten zieltje en waarom is hij bij ons komen aandrijven? Waarom moeten we de ouders vervangen? Niemand weet het. Maar toen hij met Pinksteren weer bij ons logeerde en de ellendige oorlogsdagen meemaakte, toen hij zich zoo moedig gedroeg en jodelend in de schuilkelder zat, besloten we hem blijvend tot ons te nemen." (geciteerd uit: Ramses Shaffy. Naakt in de orkaan van Bas Steman, Naarden 2003)

Didi Snellen (Ramses Shaffy), ca. 9 jaar. Collectie Mariëtte Landheer.

Later wordt ook officieel geregeld dat Herman en Roos Snellen voogd van Didi worden. Zijn verlangen naar zijn moeder Therèsa en het strand van Cannes en het verdriet om door haar in de steek gelaten te zijn uit zich in boze buien en een slecht humeur. Desalniettemin is Didi gelukkig bij het gezin Snellen. Hij is net zo oud als zijn pleegzusje Aya en kan het goed met haar vinden. Vader en moeder Snellen nemen de kinderen mee naar musea en toneelvoorstellingen, Aya ging op blokfluitles, Didi leerde piano spelen. Thuis werd veel gemusiceerd: vader speelde piano, moeder zong. Ramses herinnert zich uit die tijd: "Bach en de Matthäus zijn verweven met ons gezin. In Bach herken ik het artistieke en spirituele. Heel indrukwekkend, dat genie van Bach werkt in mij door... ik heb ook veel Bach gespeeld op pianoles. Ha, ha... het was soms een heel gevecht om de vleugel! Mijn moeder speelde soms, ik begeleidde haar als ze Fauré zong of Duparc." (uit: Ramses Shaffy. Naakt in de orkaan van Bas Steman)

Aya en Didi waren van hun twaalfde tot hun zestiende lid van de Vrije Jeugd Kerk Kampen: elke zomer gingen ze kamperen en werd er volop gezongen. De vrouw van de dominee kwam uit Amerika en zij bracht allerlei internationale liederen mee. Didi genoot van deze zomers, het was een welkome afwisseling van zijn tijd op school, waar hij een enorme hekel aan had. Het was er saai en er waren te veel regels waar hij zich aan houden moest. Hij ruilde de ene school in na de andere, tot wanhoop van zijn ouders. In de achtertuin bracht hij veel tijd door in wat zijn moeder het kippenhok noemde, een bouwvallig tuinhuisje waar hij zich in zijn eigen wereld kon terugtrekken.

Didi Snellen (Ramses Shaffy) voor het huis van de familie Snellen in Leiden. Collectie: Mariëtte Landheer.

Vader Snellen had een donkere kamer in huis om zijn eigen röntgenfoto's te kunnen ontwikkelen. Didi mocht de doka gebruiken om er zijn eigen foto's te ontwikkelen. Hij was vrolijk, onstuimig, speelde en zong absurde liedjes achter de vleugel, had met allerlei streken de lachers op zijn hand. Tegelijkertijd werd hij voor zijn ouders steeds onhandelbaarder. Naar school ging hij nog nauwelijks en hij begon ook kleine dingen te stelen, ook van zijn familie. Het ging hem niet om de voorwerpen die hij stal, maar om de kick, de spanning. Een gevangenisstraf hing in de lucht, maar die wist zijn moeder te voorkomen. Voor zijn vader was de maat wel vol, als arts en professor kon hij het niet gebruiken dat zijn naam met diefstal zou worden geassocieerd. Hij gaf Didi het advies de achternaam van zijn biologische vader maar weer te gaan gebruiken. Zo werd het na een jaar of tien Didi Snellen weer Didi Shaffy.

Na een beroepstest bleek dat Didi iets in de mode zou moeten doen, hoewel hij eigenlijk liever naar de Toneelschool zou gaan, maar dat werd door de test afgeraden. Hij ging naar de kunstnijverheidsschool en volgde de moderichting, maar gaf zich tegelijkertijd ook op voor het toelatingsexamen voor de Toneelschool. In 1952 werd hij toegelaten als één van de zeven uit de zeventig deelnemers en ging op kamers bij een antroposofische familie in Amsterdam. Zijn ouders waren blij voor hem. Zijn moeder Roos schrijft in haar dagboek:

"Ik weet niet hoe ik het heb, dat ik nu heus kan zeggen, als iemand ernaar vraagt, dat het goed gaat en dat hij werkt. Tot nu toe komt hij stralend naar huis en geniet hij van het verwarmde kippenhok, de vleugel (die geen boos woord meer krijgt) en van het samenzijn met ons." (uit: Ramses Shaffy. Naakt in de orkaan van Bas Steman)

Voor het vervolg, zie: Ramses Shaffy: Biografie - Toneel