Peter Blanker

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

{{Persoon |Naam=Peter Blanker |Sorteernaam=Blanker, Peter |Geslacht=Man |Afbeelding=Someone.gif |Geboortedatum=1939-06-11 |Geboorteplaats=Delfshaven |Geboorteland=Nederland |Beroep=Zanger; Dichter |Discipline=Kleinkunst |Trefwoorden=Cabaret |Adlib=people/22156 |Biografie=Peter Blanker had na de ULO en de Kweekschool de meest uiteenlopende beroepen, maar koos in het begin van de zestiger jaren definitief voor een artistieke loopbaan. Hij begon met losse optredens in huizen van bewaring en café's in binnen- en buitenland, veelal met eigen werk, maar ook met chansons van George Brassens, Ferré en Jules de Corte. Hij maakte grammofoonplaten (vanaf 1964) en was in zijn repertoire regelmatig op televisie te zien. Hij leidde in Rotterdam het experimentele [[Kombuis Cabaret] (café chantant) en nam in 1967 het initiatief tot oprichting van de Kabaretkaravaan, waarmee tournees langs Nederlandse clubs in Zuid-Oost Europa werden ondernomen. Met o.a. Jules de Corte, Marian Klaren en Connie Pieters was hij in 1968 betrokken bij het cabaretprogramma "Frustrooiing". Langzamerhand ontstond het idee voor het formeren van een Nederlandse luisterpopgroep, die er in 1972 kwam onder de naam Peter Blanker Consort. Er werden platen gemaakt ("Laat m'n zonnebril zitten", b.v.) en theateroptredens verzorgd. Met Henk Sprenger, die sinds 1972 composities voor hem maakt, krijgt Peter Blanker in 1974 van de Rotterdamse Kunststichting de opdracht een popcantate te schrijven. Het werd "Het grote visioen van Zwarte Eland", welke monsterproduktie (ca. 60 medewerkers) in januari 1975 in première ging. In de jaren die volgden hield hij zich voornamelijk bezig met kinderen, zowel op de plaat ("De Muziekwinkel"), als op de televisie in 34 afleveringen van "De Hollebolleboom" (presentator en redacteur). Na aanvankelijk incidentele kinderuurtjes op scholen te hebben verzorgd, werd hem gevraagd zitting te nemen in een team van kunstenaars, dat de opdracht kreeg musische werkvormen in het onderwijs gestalte te geven. Binnen deze groep ontwikkelde hij creatieve spel-, poëzie- en videoprojekten en lesmateriaal. Naast optredens met een vernieuwd Peter Blanker Consort (in 1981 een hit: "'t Is moeilijk bescheiden te blijven"), hield hij zich de laatste jaren bezig met jeugd- en gevangeniswerk, educatieve katernen in de jeugdbladen "Taptoe" en "Jippo", een jeugdboek ("Peer Pluizebol"), experimenteel werk als lid van het SMVR-team "Bajes-team" (kunstzinnige vorming met gedetineerden), en het schrijven van liedjes. }} Peter Blanker (1939) is een Nederlands dichter en artiest, na een carrière als zeeman, druivenplukker en journalist sinds 1961 actief als zanger en gitarist in Rotterdam en omstreken.[1] Zijn inspiratie zoekt hij bij de Franse chansonnier Georges Brassens en zijn vakgenoot Jules de Corte.[2]

Overig

In de jaren zestig was Blanker actief in het cabaret en aanverwante kleinkunst. Van eind 1975 tot 1978 heeft Peter Blanker ook in de beroemde AVRO-kinderserie De Holle Bolle Boom meegespeeld en gezongen. Hij werkte daar samen met onder anderen Leontien Ceulemans, Hans Otjes en Maria Lindes. De muziek was van Tonny Eyk.

In 1981 scoorde hij een onverwachte nationale top 10-hit met 't Is moeilijk bescheiden te blijven, een vertaling van It's hard to be humble van de Amerikaanse countryzanger Mac Davis. In 1987 zong hij Alles heeft een einde (maar een worst wel twee), een vertaling door Peter Koelewijn van Alles hat ein Ende nur die Wurst hat zwei waarmee de Duitser Stephan Remmler in zijn land de hitparade had veroverd.[3]

Voor Kinderen voor Kinderen produceerde hij in de beginjaren een aantal liedjes, waaronder 'Oh dat huiswerk'. Elf jaar lang verzorgde hij het radioprogramma Levenslief en levensleed voor de KRO. Begin jaren '90 gaf hij met zijn oude compagnon Gerard Cox leiding aan een schrijverscollectief voor de musical Kaat Mossel over de Rotterdamse mosselvrouw. In het lied Breng mij naar Rotterdam terug geeft hij een verklaring voor zijn liefde:

In Londen en Berlijn, daar raak je al je centen kwijt,
In Parijs, je beurs en je verstand,
Als ik maar een kwartje heb
Vind ik Rotterdam interessant.

In 2003 werd een landelijke tournee georganiseerd om met zijn vaste muzikale begeleiders zijn veertig jarig artiesten-jubileum te vieren. De harde kern van het Peter Blanker Consort bestaat uit Elly Bezemer, Izak Boom en Kees van Velthooven, die zijn liedjes inkleuren op instrumenten als piano, banjo, mandoline en contrabas.

Trivia

  • Peter Blanker is ook de zanger van de Nederlandse versie van de tune van Maja de Bij.
  • De stad Rotterdam heeft hem in 2003 de Wolfert van Borselenpenning toegekend.

Bronnen


Sjabloon:Referenties