Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Jean-Baptiste Lully.jpeg


Jean-Baptiste Lully

NaamJean-Baptiste Lully
Volledige naamGiovanni Battista Lulli
Geboortedatum28 november 1632
Geboorteplaats Florence
Overlijdensdatum22 maart 1687
Overlijdensplaats Parijs
BeroepComponist
Externe databases:
IMDb
VIAF

Lully was de zoon van een molenaar en had weinig formele opleiding genoten. Hij leerde echter wel dansen, viool- en gitaarspelen en verdiepte zich in de muziek in het algemeen. In maart 1646, toen hij 14 jaar was, werden zijn muzikale talenten ontdekt door de graaf van Guise, die hem meenam naar Parijs, waar hij als manus-van-alles en keukenhulp in dienst kwam van Mademoiselle de Montpensier (la Grande Mademoiselle). In ruil voor Italiaanse les stimuleerde zij de jongen verder te werken aan zijn muzikale ontwikkeling onder leiding van de zanger en componist Michel Lambert. Hij studeerde compositie en klavecimbel en mocht als violist meespelen in de huiskapel. Hij was vaak in de gelegenheid het grote hoforkest te horen spelen en bestudeerde de Franse dansmuziek van dichtbij. Het verhaal gaat dat de prinses hem ontsloeg toen zij een in grove taal gesteld gedicht over haarzelf ontdekte. Waar of niet, Lully, had toen al zo'n goed contact met haar neef, de jonge koning Lodewijk XIV opgebouwd, dat hij in 1652 uit het paleis van de prinses kon vertrekken toen zij uit Parijs was verbannen na de nederlaag van La Fronde waarvan zij deel uitmaakte.

Daarna studeerde Lully muziektheorie onder Métra en kwam hij in het koninklijke hoforkest. In februari 1653 danste hij samen met de koning in het ballet Ballet de la nuit (waarin de vorst de rol van zonnekoning speelde, die hem zijn fameuze bijnaam bezorgde). Enkele weken later werd hij door de koning aangesteld als hofcomponist voor instrumentale muziek. Hij zou zijn verdere leven tot beider tevredenheid in dienst van zijn mecenas blijven.

1653-1663

Het hofleven met zijn vele feesten, partijen en ontvangsten stelde speciale eisen aan het soort muziek wat een hofmusicus diende te produceren. Lully componeerde in die begintijd een serie Italiaanse divertissementen en tussen 1655 en 1671 dertig balletten, waarvan de helft in samenwerking met Isaac de Benserade. Hij had daarmee grote invloed op de dansstijl aan het koninklijke hof. In plaats van de gebruikelijke muziek die geschikt was voor langzame en statige bewegingen componeerde hij levendige dansen op een snel ritme: het menuet, de gavotte en de bourrée.

In 1655 kreeg zijn stuk Ballet des bienvenues een zeer positieve ontvangst. Hij werd in die tijd dirigent en muzikaal leider van het kleine ensemble van zeer getalenteerde violisten, Les petits violons, wat binnen korte tijd veel meer succes had dan het grote viool-ensemble. Hij begon te experimenteren met andere speelstijlen en met nieuwe expressievormen van orkestmuziek. Niet lang daarna kreeg hij tevens de leiding over het grote ensemble en werd zijn naam ook buiten Frankrijk bekend.

In 1661 werd Lully tot Fransman genaturaliseerd. In 1662 ontving hij een aanstelling als muziekmeester in dienst van de koninklijke familie en in juli van dat jaar trouwde hij met Madeleine, een dochter van de componist Lambert.

1663-1673

Lully's vriendschap en samenwerking met Molière, die duurde van ca. 1663 tot Molières dood in 1673, resulteerde in cómedies-ballets, composities van illustratieve begeleidingen bij enkele van de beste toneelstukken van de schrijver. Lully vond het belangrijk dat de uitvoeringen een goede spanningsboog in de dramatiek vertoonden en dat ze een hoog literair gehalte hadden. Zijn streven sloot naadloos aan bij de grote belangstelling van de Fransen in die tijd voor de literatuur. Maar voor opera vond Lully de Franse taal aanvankelijk veel minder geschikt. Pas na de succesvolle opvoering van Perrins opera Pomone veranderde hij van gedachten.

De opera was intussen in Frankrijk heel populair geworden, zowel bij het hof als bij het muziekminnende publiek. In 1669 werd de koning toestemming gevraagd tot de oprichting van een speciale voor de opera geschikte schouwburg. Deze kreeg officieel de naam Académie d'operas en werd in 1671 geopend. De eerste stukken die werden opgevoerd waren van Robert Cambert en Perrin. Maar Perrin moest naar de gevangenis vanwege een schuldenprobleem en Cambert kreeg al spoedig concurrentie van Lully, die in 1672 privileges van Perrin overnam en van de koning toestemming kreeg tot oprichting van de overkoepelende Académie Royale de Musique (Koninklijke Muziekacademie), waar hij directeur van werd. In 1673 nam hij ook de privileges van Cambert over en kwam de koninklijke schouwburg onder zijn beheer.

1673-1687

Vanaf 1673 schreef hij tot zijn dood in 1687 elk jaar een opera, behalve in 1681. Zijn eerste opera, Les fêtes de l'Amour et de Bacchus, op libretto van Philippe Quinault, had al voor zijn 'coup' veel succes. Van die opera zei een Nederlandse bezoeker in 1680: "door Lully op de beurs des Koninks opgerecht, dat hem veel schatten heeft door dat vermaek doen winnen en ieder van het volk den maetsang deed beminnen", (...) "De kleeding is vol pracht, de stemmen waeren goet, de danssers na de kunst bekwaem en licht van voet: de toestel en 't geluyt kan oog en oor vermaeken." Ook de opera Le triomphe de l'amour had veel succes. Deze werd op 10 mei 1681 voor het eerst opgevoerd.

Als directeur van de muziekacademie kreeg Lully van de koning de bevoegdheid opera's en dergelijke producties in andere schouwburgen goed- of af te keuren, waardoor hij veel invloed kon uitoefenen op het geboden repertoire. Hij beperkte het aantal musici in dienst van andere theaters en wist het een keer gedaan te krijgen dat een andere componist stopte met schrijven aan een opera die niet naar de smaak was van Lully. In feite had hij het volledige monopolie in het Franse muziekleven, gesteund door de openlijke bewondering voor zijn werk door de Franse koning en de vele privileges die hem geschonken waren. Uiteraard lokte zijn dictatoriale houding kritiek uit, maar het grote publiek vond zijn werk zo prachtig, dat dit weinig effect sorteerde.

In 1681 werd Lully persoonlijk hofsecretaris van de koning en zijn adellijke gevolg.

Overlijden

Hij kwam aan zijn einde door een merkwaardig incident. Het gebeurde tijdens het dirigeren van een Te Deum, op 8 januari 1687, dat juist werd uitgevoerd om de genezing van de koning na een ziekte te vieren. Lully gebruikte bij het dirigeren een lange stok waarmee hij op de grond sloeg. Per ongeluk sloeg hij op zijn voet, zo hard dat hij zich ernstig verwondde. Volgens de overlevering kreeg hij door de infectie gangreen. Dit resulteerde in zijn dood op 22 maart van dat jaar.

Op zijn sterfbed schreef hij Bisogna morire, peccatore. Zijn drie zonen werden ook musicus en componist: Louis (1664-1734), Jean-Baptiste jr. (1655-1743) en Jean-Louis (1667-1688).

Het belang van Lully's werk

Men onderscheidt wel drie fasen of scheppingsperioden in het werk van Lully. De eerste was die tussen 1653 en 1663 (balletten en divertissementen); de tweede was van 1663-1673 (de pastorale en het comédie-ballet); de derde periode (1673 tot zijn overlijden in 1687) was die van de tragédie-lyrique, de lyrische tragedie, ofwel lyrisch drama op muziek, de opera.

Op teksten van de dichter Quinault componeerde Lully in totaal elf van de dertien complete opera's, die bijzonder enthousiast werden onthaald. Hij ontwikkelde vanuit zijn balletmuziek een nieuwe operastijl, met vooral een krachtiger dramatiek. Die nieuwe stijl kon ontstaan door een samenspel van drie factoren:

  • de mondaine eisen van het Franse hof en het verwende publiek uit de hogere kringen;
  • de hoge kwaliteit van de Franse dichtkunst;
  • Lully's vernieuwingen: hij behield Italiaanse componenten als de ouverture (maar met het 'Franse' schema langzaam-snel-langzaam), voegde introductiemuziek voor de dansers toe, voegde instrumentale delen bijeen tot symfonieën die sfeer of actie uitdrukten en introduceerde enkele Italiaanse dansstijlen. Hij verlevendigde de traditioneel opzichzelfstaande recitatieven en aria's door ze met de andere elementen te verweven; ook voegde hij koorfragmenten toe aan dramatische handelingen; hierdoor werd het dramatische effect nog versterkt. Verder versnelde Lully het tempo van het verhaal, wat meer aansloot bij de smaak van de Fransen.

In de opera Le triomphe de l'amour van 1681 introduceerde hij orkestrale begeleiding van het recitatief, wat erg in de smaak viel. Ook maakte hij hierin voor het eerst gebruik van professionele, vrouwelijke dansers.

De Franse operastijl bleef een eeuw lang gehandhaafd en had grote invloed op het werk van andere componisten, zoals Händel en Henry Purcell. Ook Lully's orkestwerken, zoals de orkestsuites bestaande uit een ouverture en een serie dansen, hadden invloed op het werk van andere componisten.

Verder introduceerde Lully verschillende nieuwe instrumenten in het strijkorkest zoals hout- en koperblazers, wat belangrijke nieuwe muzikale mogelijkheden bood.

Zijn Miserere, een stuk dat hij schreef ter gelegenheid van de begrafenis van Pierre Séguier, oud-kanselier van Lodewijk XIII en XIV, wordt gezien als een geniaal werk. Opmerkelijk zijn ook zijn kleine liturgische muziekstukken.


Jean-Baptiste Lully heeft bijgedragen aan 36 productie(s).

Jean-Baptiste Lully heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Jean-Baptiste Lully heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Burger-edelman (Le bourgeois-gentilhomme) Muziek De Nederlandsche Tooneelvereeniging (1893-1912) 1896/1897 25 september 1896
Acis et Galatée Muziek Wagnervereeniging 1933/1934 23 november 1933
De Burger Edelman Muziek Gemeentelijk Theaterbedrijf Amsterdam - Afdeeling Tooneel 1940/1941 22 maart 1942 Cor van der Lugt Melsert (1882-1969)
Le bourgeois gentilhomme, Comédie Ballet gevolgd door Ballet des Nations Muziek Gemeentelijk Theaterbedrijf Amsterdam 1941/1942 22 maart 1942 Cor van der Lugt Melsert (1882-1969)
Suite historique (historische dansen) Muziek Scapino Ballet 1960/1961 23 januari 1961
Historische dansen Muziek Scapino Ballet 1969/1970 19 november 1969
Jadis Muziek Nederlands Dans Theater 1969/1970 24 maart 1970
Pyrrhische dansen II Muziek Het Nationale Ballet 1977/1978 16 november 1977
Le bourgeois gentilhomme Muziek Utrechtse Theater Initiatieven 1983/1984 19 juni 1984 Aram Adriaanse
The Dream King Muziek Introdans 1987/1988 10 juni 1987 Ton Wiggers, Hans Focking
Les ombres du soleil Muziek Holland Festival Oude Muziek Utrecht 1987/1988 5 september 1987 Bernard Delattre
Barok dansconcert Muziek Historisch Dansensemble Volta 1991/1992 3 maart 1991 Miriam van Steenhoven, Vera Baris
Une bouffe baroque Muziek Holland Festival Oude Muziek Utrecht 1991/1992 31 augustus 1991
Zonder titel Muziek Holland Festival Oude Muziek Utrecht 1991/1992 31 augustus 1991
Armide Muziek Stichting Operalab 1991/1992 2 april 1992 Jean-Louis Cabané
The Dream King Muziek Introdans 1991/1992 16 april 1992 Ton Wiggers, Hans Focking
Psycho-Sweet Civilization Muziek De Rotterdamse Dansgroep 1992/1993 17 oktober 1992
De koning en de toneelspeler Muziek Stichting Jeugdtheater Hofplein 1992/1993 20 maart 1993 Carla van Driel, Bruun Kuijt
Le bourgeois gentilhomme Muziek Thebe 1992/1993 21 april 1993 Benjamin Gijzel
30 Min 10 Sec Muziek Compagnie Geranium 1993/1994 15 september 1993
Psycho-Sweet Civilization Muziek Tere O'Connor Dance 1993/1994 14 oktober 1993
S'îl ne se connait pas lui-meme Muziek DansWerkplaats Amsterdam 1993/1994 20 januari 1994
Charpentier des Ténèbres Muziek Fetes Galantes 1993/1994 30 mei 1994 Christophe Galland
Dies irae Muziek Marc Vanrunxt 1995/1996 13 oktober 1995
The Tempest or The Enchanted Island Muziek Stichting Muziek- en Theaterprojecten 1995/1996 16 december 1995 David Prins
Thésée Muziek Koninklijk Conservatorium 1998/1999 21 oktober 1998 William Christie
Ballet à fragments Muziek Les Fragments Réunis 1999/2000 27 augustus 1999
Ercole amante Muziek Holland Festival Oude Muziek Utrecht 1999/2000 28 augustus 1999 Jack Edwards
De reis van de liefde Muziek Stichting Muziektheater Nederland-Japan 2000/2001 27 oktober 2000 Juan C. Tajes
Utopien Muziek Stichting Productiehuis Brabant 2001/2002 8 augustus 2001
The Would-be Gentleman Muziek AZART 2002/2003 19 maart 2003 Victor Barrientos Ormazábal
De parvenu of De burgerman die hoogerop wou Muziek AZART 2003/2004 26 augustus 2003 Victor Barrientos Ormazábal
Le bourgeois gentilhomme Muziek Holland Festival Oude Muziek Utrecht 2004/2005 27 augustus 2004 Benjamin Lazar
Phaëton Muziek Opera Animous 2008/2009 14 januari 2009 Machteld van Bronkhorst
Wie temt de koning? Muziek Oorkaan 2010/2011 27 maart 2011 Gienke Deuten
Dido and Aeneas Muziek Stichting Barokopera Amsterdam 2013/2014 20 februari 2014 Sybrand van der Werf


Lully's werk

  • Orkestwerken:
dansen; airs; suites; ouvertures; chaconnes.
  • Balletten:
La nuit (1653); Les plaisirs (1655); Alcidiane (1658); La raillerie (1659); L'impatience (1661); Les saisons (1661); Les arts (1663); Les noces de village (1663); La naissance de Vénus (1665); Les gardes (1665); Ballet de Créquy ou Le triomphe de Bacchus dans les Indes (1666); Les muses (1666); Flore (1669); La jeunesse (1669); Les deux pythiens (1670); Le triomphe de l'amour (1681); Le temple de paix (1685).
  • Comédies-ballet:
Le mariage forcé (1664); L'amour médecin (1665); Monsieur de Pourceaugnac (1669); Le bourgeois gentilhomme (1670); Psyché (1671).
  • Lyrische tragedies (opera's):
Cadmus et Hermione (1673); Alceste (1674); Thésée (1675); Atys (1676); Isis (1677); Psyché (1678); Bellérophon (1679); Proserpine (1680); Persée (1682); Phaéton (1683); Amadis (1684); Roland (1685); Armide (1686).
  • Overig werk:
kamer-, toneel-, kerk- en koormuziek.

Zie ook

Media

Sjabloon:Audio

Externe links

Bronnen