Eric Schneider: Volgens Eric Schneider

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Eric Schneider. Foto: Particam/MAI. Collectie TIN.

Eenlevenlangtheater Eric Schneider:


Volgens Eric Schneider

Eric Schneider is in de loop van zijn carrière vele malen geïnterviewd voor kranten, tijdschriften, radio en televisie. Hieronder kunt u enkele memorabele uitspraken van hem lezen over onderwerpen die elders op de site niet of nauwelijks aan bod komen.

Hoestend Holland

"Het hoesten is een groot probleem in Nederland. Of nee, het hoesten niet. Maar wel dat Nederland is vergeten dat het ook handen heeft. Ja. Handen. Die kan je namelijk ook voor je mond houden. Men wéét dat niet meer. Ja, je kan je natuurlijk verslikken. Maar dat klinkt toch ander dan dat eh, gekuch."

Bron: Het Vrije Volk, 20 maart 1981

Eric Schneider. Foto: Particam Pictures/MAI. Collectie TIN. Eric Schneider, 1966. Foto ANP. Herkomst: Het Geheugen van Nederland. Eric Schneider als Hamlet, 1966. Foto: Particam Pictures/MAI. Collectie TIN. Eric en Beau Schneider, publiciteitsfoto Levenslang Theater, 2013.

Wild en onstuimig met een keerzijde

"We hebben een geweldige drang en honger naar intens leven. Maar er is ook een keerzijde. 's Nachts laat rijden we terug in de bus naar Amsterdam of Den Haag. Ik heb de groten van het toneel zien uitstappen en naar huis sloffen. Ko van Dijk die naar zijn eenzame flatje ging. Han Bentz van den Berg naar zijn bovenwoning, Myra Ward en Paul Steenbergen in hun laatste jaren... Wat staat hen daar te wachten terwijl ze de adrenaline van de voorstelling nog in het bloed hebben?"

Bron: NRC Handelsblad, 13 juli 2013

De achterwereld van het theater

"Toneelspelers brengen een groot deel van hun leven door in kleedkamers, misschien wel het grootste deel. Na meer dan een halve eeuw toneelspelen en op tournee gaan, ken ik alle kleedkamers van dit land. De spiegels waarin we naar onszelf kijken zijn me vertrouwd. De lampjes rondom de spiegels. De schminktafel. Eigenlijk leven we vooral backstage, in die achterwereld van het theater. De kleedkamer is de plek waar de transformatie begint van het alledaagse bestaan in het toneelbestaan. Het valt me altijd op dat toneelspelers stiller worden naarmate het moment van opkomen nadert. Die overgang naar de toneelrol bepaalt ons leven. Als toneelspeler heb je alleen jezelf; je eigen stem, je eigen motoriek. Voor de toeschouwer lijkt het alsof we een ander worden, maar dat is niet zo. We zijn aldoor onszelf in een andere vermomming."

(...)

"Veel acteurs blijven na afloop van een voorstelling hangen in de foyer van de schouwburg. Ze willen niet direct weg uit de toneelwerkelijkheid. Voor veel acteurs is toneel het enige leven dat ze hebben. Wij leven in een twilight zone. En we houden ervan."

Bron: NRC Handelsblad, 13 juli 2013.

Over zijn boek 'Een tropische herinnering'

In augustus 2013 verscheen Eric Schneiders literaire debuut: de roman Een tropische herinnering. Hoewel fictie, toch gebaseerd op zijn eigen jeugd in Nederlands-Indië en het jappenkamp.

"Door het jappenkamp is een deel van mijn jeugd weggeslagen: van mijn 7de tot mijn 12de, van 1941 tot 1945. De honger en de onvrijheid, dat waren de ergste dingen. Ik heb dingen beschreven die mijn oudere broer Carel Jan, bekend als de schrijver F. Springer, nooit heeft dúrven beschrijven. Met zijn ironie liep hij om de gebeurtenissen in het jappenkamp heen. Prachtig hoor, maar die stomp in je maag heeft hij nooit gegeven. Mijn boek doet dat wel."

Bron: interview in Volkskrant Magazine met Beau en Eric Schneider, 18 mei 2013.

Over Ko van Dijk

"Het ligt helemaal niet in mijn aard om een ander weg te spelen. Ik heb dat zelf meegemaakt. Ko van Dijk! My god, het slot van Hamlet! Hij speelt Claudius. Ik kom op hem af met een dolk: 'Hier jij, vervloekte Deen', en terwijl ik hem nog niet heb aan geraakt stort hij al neer: 'Oooh, ik ben getroffen...' Kijk. Dat is gemeen. Dat is wegspelen. Ko kon het niet laten, hè. Een magistraal acteur, maar als je onbedoeld zijn licht pakte, kon hij meedogenloos zijn."

Bron: interview in Volkskrant Magazine met Beau en Eric Schneider, 18 mei 2013.

Het woord

"Ik heb geen erotisch charisma zoals Guido de Moor. Ik ben een acteur van het woord. Soms vragen ze: moet dat nu zo duidelijk, Schneider? Ja, dat moet. Als een toeschouwer 26 euro 50 betaalt, zal hij ieder woord van mij krijgen dat er staat." Gemompel is hem een gruwel. Hij wijt het aan zijn opvoeding met Goethe, Schiller en Von Kleist. Zijn vader was hoogleraar vergelijkende Germaanse taalwetenschappen. Zijn excentrieke moeder relativeerde. "Kort voor haar sterven citeerde ik uit Gloed: Er zijn dingen die erger zijn dan dood en pijn: jezelf verliezen. Ze wuifde: Ja ja, boeken."

Bron: interview met De Volkskrant, 1 mei 2010

De geur van een staande ovatie

"De geur tijdens een voorstelling blijft hetzelfde en wanneer het hele volk opstaat, laat ik zeggen zo'n zeven of achthonderd mensen, dan verandert die geur. En die geur is niet helemaal te beschrijven, maar het is parfum, het is zweet, het is zitten op stoelen, het is warme billen, en dat gecombineerd, dat geeft een andere geur. En het gordijn gaat open en dicht en dan zuigt die lucht aan natuurlijk, en ik ben niet de enige die dat wel eens ruikt."

Bron: radioprogramma Kunststof, omroep NTR, 12 augustus 2013.

Over kleedkamers

"In de vaak onttakelde ruimte van de kleedkamer bevind je je tussen de dagelijkse werkelijkheid en de illusie van het toneel. Een mantel, een hoed of kroon, een staf betekenen buiten het theater niets, maar binnen de omlijsting van het decor alles. Dat is het wonderlijke van toneel. Dat geloof in dromen en tegelijkertijd de vluchtigheid van die dromen."

Bron: interview met Kester Freriks in NRC Handelsblad, 14 december 2000.

Geboeid door stoeltjes

Sinds 1994 legt Eric Schneider zijn toneelherinneringen vast in tekeningen. Hij werkt met inkt, krijt, potlood en soms verf, bijna altijd vanuit gezichtspunt van een acteur.

"Ik ben geboeid door stoelen, vooral bidstoeltjes. Op de eerste reeks tekeningen die ik maakte staan bidstoeltjes met daarover een jas of mantel gedrapeerd, een enkel attribuut en de tekst. Dat zijn de drie belangrijkste associaties die ik met toneel heb. Het bidstoeltje staat voor de meditatieve toewijding aan het spel, de mantel voor weelde, luxe en ook tijdelijkheid. Een toneeljas heeft buiten de Bühne geen enkele waarde. En dan natuurlijk de tekst. Hier heb ik Thomas Bernhard getekend, althans, zoals ik hem zie: een gammele stoel, dat vreselijke petje dat hij altijd droeg, zijn halfversleten mantel en dat heel erg Oostenrijkse geruite jasje. Oscar Wilde is anders. Rijke bontmantels, zijden sjaals, de eeuwige lelies."

Bron: interview met Kester Freriks in NRC Handelsblad, 14 december 2000.

Vijf rollen voor hem geschreven

"De grote Vlaamse actrice Ida Wasserman zei ooit: 'Als er vijf rollen zijn waarvan u zegt: daarvoor ben ik aan het toneel gegaan, bent u een rijk mens.' Dat is een beetje waar. Dat er vijf rollen zijn waarvan je zegt, verrek, die zijn voor mij geschreven. Dat zijn wat mij betreft Hamlet, De Profundis van Oscar Wilde, De Toneelmaker van Thomas Bernard, Iwanow van Tsjechov en George uit Albees Wie is er bang voor Virginia Woolf. Ik had op zeker moment zo genoeg van de klassieke rollen – ik heb zeventien Shakespearerollen gespeeld – dat ik naar de directie ben gestapt en zei: Ik wil ook wel eens op het toneel staan met een glaasje whisky in mijn handen. Toen zeiden ze: speel George. En dat heb ik gedaan, met Annet Nieuwenhuijzen als Martha."

Bron: website Nicodeboerteksten.nl tijdens een gesprek in januari 2009.

Toneel als bakermat

"Jonge mensen zien mooie jonge jongens en meiden spelen en denken al gauw, o, dat kan ik ook. Maar als ze één jaar bezig zijn krijgen ze het moeilijk, merken ze dat ze zichzelf steeds herhalen. Echte acteurs maken zich daarvan los. Alle grote filmsterren spelen toneel in kleine theaters, zoals Meryl Streep en Al Pacino. Dat is niet verwonderlijk, want daar komt het allemaal vandaan. Toneel is de bakermat."

Bron: website Nicodeboerteksten.nl tijdens een gesprek in januari 2009.

Over ouder worden

"Ja, ik ben wel bezig hoor, ik teken ook nog steeds veel, exposeer. Maar het gaat allemaal wel langzamer. De fysieke krachten nemen af. Het is niet anders. De dagen vind ik lang, er komt geen einde aan die repetitie, en ik weet niet of ik dat vroeger had. Men vergeet veel hè. Dat hebben we gewoon te accepteren. Net als het ouder worden en het wegvallen van collega’s, want er gaan er nogal wat dood. En dat vind ik erg."

Bron: website Nicodeboerteksten.nl tijdens een gesprek in januari 2009.

Jonge en oude garde

Naar aanleiding van stuk Levenslang Theater dat Eric Schneider samen met zijn zoon Beau speelt vertelt hij:

"Jonge mensen zijn onbevangen en die doen wat dan in hun hoofd opkomt. Wij ouderen hebben zoveel gespeeld en we hebben zoveel aanknopingspunten met andere stukken en andere rollen die je gespeeld hebt, je hebt een soort ervaring, dat je je concentreert op het woord, wat doe ik met het woord in dit stuk, en dat doen jonge mensen niet, die zeggen gewoon voor zijn raap de tekst."

Bron: radioprogramma Dit is de dag, EO, 15 augustus 2013.

"Er heerst een grote disciplineloosheid onder jonge acteurs. Wij werkten harder. Doorstonden zonder morren uren spraakles. Maar ja, de discipline is overal uit het leven verdwenen."

Bron: interview met De Volkskrant, 1 mei 2010.

Recensies

Tegen interviewer Paul Haenen vertelt Eric Schneider waarom hij slecht tegen recensies kan. Hij leest zijn recensies al jaren niet meer zelf, maar heeft iemand die hem goed kent en die hem de strekking doorbelt. Het interview vond plaats kort na de première van Nocturne, een stuk waarin Schneider niet alleen een hoofdrol speelde, maar dat hij bovendien zelf schreef:

"Het is zo iets dierbaars geworden tijdens 5, 6, 7 weken repeteren. Ten eerste had ik het ook geschreven, dus het is een soort kind dat je baart op zo'n avond. Maar je helpt ook nog mee dat kind te verwekken hè, in dit geval. Je bent zo kwetsbaar omdat we eigenlijk alleen maar onszelf hebben als toneelspeler. Wat zijn we anders? Welke rol kunnen we spelen? We kunnen ons nooit uitschakelen. Dus dat 'ik' is vrij groot bezig. En als iemand zegt 'bah' tegen dat 'ik', 'het is weer onecht', of 'het was weer een groot gebaar', of 'het was weer te theatraal', dan krijgt dat 'ik' allemaal klappen. En dat is gedurende de eerste week na de première, tja, wat gebeurt er dan... Weet je wat het vervelende is, als je het meteen leest, beïnvloedt dat meteen de tweede voorstelling. Ik heb ook een periode gehad dat ik het twee weken later pas las, dan ben je gesettled in de voorstelling, dan word je rustig in de voorstelling, en dan kun je het aan als ze het lelijk vinden."

Bron: Cultura interview, 27 februari 2009, NPS. Bekijk het gehele interview via de website van UitzendingGemist.nl.

Over het vak en over lesgeven

"Ik denk dat ikzelf liefdevol kritisch ben. Daarom geef ik ook zo graag les. Ik heb veel respect voor wie voor toneel kiest. Die tegen het publiek zegt: ‘We hebben een afspraak. Ik ben nu de koning en ik zal ’t zo proberen te spelen dat u straks uw hoed voor me afneemt’. Dan moet je toch niet helemaal goed bij je hoofd zijn? Leerlingen in de eerste klas van de toneelschool schijten dan ook in hun broek van angst als ze hun eerste teksten moeten doen. Ik heb dat óók gehad. En toch hebben we die drang in ons om het tóch te doen. Mijn jongste zoon zit nu op de toneelschool. Vijftig jaar na Pa".

Bron: Den Haag Centraal, februari 2009, interview met Bert Jansma

Integer

"Je probeert je hele leven zo integer mogelijk te acteren. De ene rol is daar meer geschikt voor dan de andere. Maar naarmate je ouder wordt, val je in herhalingen in ons vak. Je bent bang voor cliché’s. Die probeer je te ontwijken, daar moet je mee leven, zoals in ieder vak. Daar gaat Nocturne een beetje over".

Bron: Den Haag Centraal, februari 2009, interview met Bert Jansma