Ballettechniek

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

In algemene zin spreekt men van ballettechniek als het geheel van bewegings-technische vaardigheden waarover balletdansers dienen te beschikken en de methode om zich deze eigen te maken, na een jarenlange training.

In de loop van de dansgeschiedenis zijn er een aantal gecodificeerde lesmethodieken ontwikkeld, die geleid hebben tot een verschillende stijlen en zo men wil techieken binnen het klassieke ballet.

De ontwikkeling begon met de oprichting van de Academie Royale de Danse, door koning Lodewijk de 14e van Frankrijk in 1661 te Parijs. Pas in 1820 echter werd door de Italiaanse danser, choreograaf en danstheoreticus Carlo Blasis, die echter was opgeleid aan de academie te Parijs, voor het eerst de stand van zaken ten aanzien van de ballettechniek vastgelegd in een boek: Traité élémentaire, théorique, et pratique de l'art de la danse.

Van hieruit ontwikkelde de eveneens Italiaanse danser en balletpedagoog Enrico Cecchetti de stijl en ballettechniek die de basis zou vormen van wat in de eerste helft van de twintigste eeuw tot de Russische stijl en Vaganova ballettechniek zou leiden, vastgelegd in 1934 door de danser en pedagoge Agrippina Vaganova, in een boek getiteld, de Fundamenten van de Klassieke Dans.

Voorts onderscheidt men nog een stijl en techniek die in de eerste helft van de 19e eeuw ontwikkeld werd binnen het Koninklijk Deens Ballet door de Deense balletmeester en choreograaf August Bournonville, opgeleid door zijn Franse vader, die echter voortkwam uit het de academie in Parijs.

Later zullen vele opleidingsinstituten in de wereld zich baseren op een van deze stijlen en technieken en daarbij elementen uit twee of meerdere methodieken combineren en daarmee een nieuwe (eigen) methodiek/techniek ontwikkelen. Zo vormen o.a. de methodiek van de Royal Academy of Dancing in Engeland en die van de School of American Ballet opgericht door Georges Balanchine belangrijke gecodificeerde ballettechnieken.

Categorie:Ballettechniek